Electrolux KOEDP46W Manual

Electrolux Ovn KOEDP46W

Læs nedenfor 📖 manual på dansk for Electrolux KOEDP46W (161 sider) i kategorien Ovn. Denne guide var nyttig for 25 personer og blev bedømt med 4.5 stjerner i gennemsnit af 2 brugere

Side 1/161
EOE6P46Z
KOEDP46X
NL Oven Gebruiksaanwijzing 2
EN Oven User Manual 41
FR Four Notice d'utilisation 79
DE Backofen Benutzerinformation 120
WIJ DENKEN AAN JOU
Bedankt voor je aankoop van een Electrolux-apparaat. Je hebt voor een product gekozen dat
decennia aan professionele ervaring en innovatie met zich meebrengt. Ingenieus en stijlvol en
ontworpen met jou in het achterhoofd. Dus wanneer je het gebruikt, kan je erop rekenen dat je
telkens weer geweldige resultaten krijgt.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatie-
informatie:
www.electrolux.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je apparaat:
www.electrolux.com/shop
Voor meer recepten, tips, probleemoplossing app.My Electrolux Kitchen
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de volgende
gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer.
De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE........................ 3
1.1 De veiligheid van kinderen en
kwetsbare personen.............................. 3
1.2 Algemene veiligheid.........................4
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN................5
2.1 Installeren........................................ 5
2.2 Elektrische aansluiting..................... 6
2.3 Gebruik............................................ 7
2.4 Onderhoud en reiniging................... 8
2.5 Pyrolytische reiniging.......................8
2.6 Binnenverlichting............................. 9
2.7 Service.............................................9
2.8 Verwijdering................................... 10
3. MONTAGE ................................................ 10
3.1 Inbouwen....................................... 10
3.2 Bevestiging van de oven aan de
kast...................................................... 11
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..... 12
4.1 Algemeen overzicht....................... 12
4.2 Accessoires................................... 12
5. HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE
OVEN............................................................. 12
5.1 Verzonken knoppen.......................12
5.2 Bedieningspaneel.......................... 13
2/160
6. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE
GEBRUIK....................................................... 14
6.1 Eerste reiniging..............................14
6.2 Eerste voorverwarming..................14
7. DAGELIJKS GEBRUIK............................. 14
7.1 Instellen: Verwarmingsfuncties...... 15
7.2 Verwarmingsfuncties..................... 15
7.3 Notities over: Warmelucht
(vochtig)............................................... 16
7.4 Instellen: Kook- En Bakassistent... 16
7.5 Kook- En Bakassistent
met recepten........................................17
8. KLOKFUNCTIES....................................... 22
8.1 Klokfuncties................................... 22
8.2 Instellen: Klokfuncties....................22
9. GA ALS VOLGT TE WERK VOOR
GEBRUIK: ACCESSOIRES...........................24
9.1 Accessoires plaatsen.....................24
9.2 Voedselsensor............................... 24
10. EXTRA FUNCTIES.................................. 26
10.1 Blokkering.................................... 26
10.2 Automatische uitschakeling......... 26
10.3 Koelventilator............................... 27
11. AANWIJZINGEN EN TIPS.......................27
11.1 Warmelucht (vochtig)...................27
11.2 Warmelucht (vochtig) –
aanbevolen accessoires...................... 29
11.3 Kooktafels voor testinstituten.......29
12. ONDERHOUD EN REINIGING................ 31
12.1 Opmerkingen over
schoonmaken...................................... 31
12.2 Hoe te verwijderen:
Inschuifrails/.........................................32
12.3 Hoe gebruikt u:
Pyrolytische reiniging...........................32
12.4 Reinigingsherinnering.................. 33
12.5 Hoe te verwijderen en
installeren: Deur...................................33
12.6 Hoe te vervangen: Lamp............. 35
13. PROBLEEMOPLOSSING........................36
13.1 Wat te doen als............................36
13.2 Servicegegevens......................... 37
14. ENERGIEZUINIGHEID.............................37
14.1 Productinformatie en
productinformatieblad*.........................37
14.2 Energiebesparing.........................38
15. MENUSTRUCTUUR.................................39
15.1 Menu............................................39
16. MILIEUBESCHERMING.......................... 40
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit
uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor
toekomstig gebruik.
1.1 De veiligheid van kinderen en kwetsbare personen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met een beperkt lichamelijk,
zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
3/160
VEILIGHEIDSINFORMATIE
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de gevaren begrijpen. Kinderen
jonger dan 8 jaar en personen met zware en complexe
beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te
worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht
staan.
Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat zij met het
apparaat gaan spelen..
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
WAARSCHUWING: Houd kinderen en huisdieren uit de
buurt van het apparaat als die in werking is of afkoelt.
Makkelijk toegankelijke onderdelen worden heet tijdens het
gebruik.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken.
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik in een
binnenomgeving.
Dit apparaat kan worden gebruikt in kantoren, hotelkamers,
bed & breakfast-kamers, boerderijgastenhuizen en andere
soortgelijke accommodaties waar dergelijk gebruik niet
hoger is dan (gemiddeld) huishoudelijk gebruik.
Alleen een erkende installatietechnicus mag dit apparaat
installeren en de kabel vervangen.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde
constructie installeert.
Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat
u welke soort onderhoud dan ook gaat uitvoeren.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkend servicecentrum of een gekwalificeerde persoon deze
4/160
VEILIGHEIDSINFORMATIE
vervangen teneinde gevaarlijke situaties met elektriciteit te
voorkomen.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is
uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische
schokken te voorkomen.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. U dient te
voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
ovenschalen te verwijderen of erin te plaatsen.
Gebruik alleen de voedselsensor (kerntemperatuursensor)
die voor dit apparaat wordt aangeraden.
Om de inschuifrailen te verwijderen trek eerst de voorkant
van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden.
Plaats de inschuifrails in omgekeerde volgorde.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken.
Deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
Verwijder vóór pyrolytische reiniging alle accessoires en
overmatige afzettingen/morsingen uit de ovenruimte.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installeren
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
Installeer het apparaat op een veilige en geschikte plaats die aan alle installatie-eisen
voldoet.
Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
5/160
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Controleer, voordat u het apparaat monteert, of de ovendeur onbelemmerd opengaat.
Het apparaat is uitgerust met een elektrisch koelsysteem. Het moet worden gebruikt met de
elektrische voeding.
Minimumhoogte kast (Minimumhoogte kast onder
werkblad)
590 (600) mm
Kastbreedte 560 mm
Kastdiepte 550 (550) mm
Hoogte van de voorkant van het apparaat 594 mm
Hoogte van de achterkant van het apparaat 576 mm
Breedte van de voorkant van het apparaat 595 mm
Breedte van de achterkant van het apparaat 559 mm
Diepte van het apparaat 569 mm
Ingebouwde diepte van het apparaat 548 mm
Diepte met open deur 1022 mm
Minimumgrootte ventilatieopening. Opening ge‐
plaatst aan de onderkant van de achterzijde
560x20 mm
Lengte netvoedingskabel. Kabel wordt in de rech‐
terhoek van de achterzijde geplaatst
1500 mm
Bevestigingsschroeven 4x25 mm
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden
gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische
vermogen van de netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels.
Zorg dat u de netstekker en het netsnoer niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice.
6/160
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat of de niche
onder het apparaat, met name niet als deze werkt of als de deur heet is.
De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier
worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Als het stopcontact los zit, mag u de stekker niet in het stopcontact steken.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Gebruik enkel correcte isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig
van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3 mm.
Sluit de deur van het apparaat volledig voordat u de stekker in het stopcontact steekt.
Dit apparaat wordt geleverd met een stekker en een netsnoer.
Kabeltypes die van toepassing zijn op de installatie of vervanging voor Europa:
H07 RN-F, H05 RN-F, H05 RRF, H05 VV-F, H05 V2V2-F (T90), H05 BB-F
Raadpleeg voor het gedeelte van de kabel het totale vermogen op het typeplaatje. U kunt ook
de tabel raadplegen:
Totaal vermogen (W) Sectie van de kabel (mm²)
maximaal 1380 3 x 0.75
maximaal 2300 3 x 1
maximaal 3680 3 x 1.5
Het aardesnoer (groene/gele kabel) moet 2 cm langer zijn dan de fase- en neutrale kabels
(blauwe en bruine kabels).
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brandwonden, elektrische schokken of een explosie.
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd worden.
Laat het apparaat tijdens de werking niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat wanneer het apparaat in
werking is. Er kan hete lucht vrijkomen.
Gebruik het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
Oefen geen druk uit op de open deur.
Gebruik het apparaat niet als werkblad of als opslagoppervlak.
7/160
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Open de deur van het apparaat voorzichtig. Het gebruik van ingrediënten met alcohol kan
een mengsel van alcohol en lucht veroorzaken.
Laat geen vonken of open vlammen in contact met het apparaat komen wanneer u de deur
opent.
Plaats geen ontvlambare producten of artikelen die vochtig zijn met ontvlambare producten
in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
Om schade of verkleuring van het email te voorkomen:
plaats ovenschalen of andere voorwerpen niet rechtstreeks op de bodem van het
apparaat.
leg geen aluminiumfolie op de bodem van de ruimte in het apparaat.
plaats geen water direct in het hete apparaat.
bewaar geen vochtige gerechten en voedsel in het apparaat nadat u klaar bent met
koken.
wees voorzichtig bij het verwijderen of bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet van invloed op de werking van het
apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten. Vruchtensappen veroorzaken vlekken die
permanent kunnen zijn.
Kook altijd met de deur van het apparaat gesloten.
Als het apparaat achter een meubelpaneel gemonteerd is (bijv. een deur), zorg er dan voor
dat de deur nooit gesloten is als het apparaat in werking is. Warmte en vocht kunnen achter
een gesloten meubelpaneel ophopen en schade aan het apparaat, de behuizing of de vloer
veroorzaken. Sluit het meubelpaneel niet tot het apparaat compleet is afgekoeld na gebruik.
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen
breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met een
erkend servicecentrum.
Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak
achteruitgaat.
Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
Volg als u een ovenspray gebruikt de aanwijzingen op de verpakking.
2.5 Pyrolytische reiniging
WAARSCHUWING!
Risico op letsel / Brand / Chemische uitstoot (dampen) in pyrolitische modus.
8/160
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Voordat u de pyrolytische zelfsreinigingsfunctie of de functie Het eerste gebruik uitvoert,
moet u eerst de volgende items uit de binnenkant oven verwijderen:
eventueel grote hoeveelheden etensresten, olie of gemorst vet / afzetttingen.
eventueel verwijderbare objecten (inclusief plateaus, zijrails, etc., die met het product
zijn meegeleverd), in het bijzonder potten en pannen met antiaanbaklaag, ovenroosters,
kookgerei, etc.
Lees zorgvuldig alle instructies voor pyrolytische reiniging.
Houd kinderen uit de buurt van het apparaat als de pyrolytische reiniging in werking is.
Het apparaat wordt erg heet en er komt hete lucht uit de ventilatieopeningen aan de
voorkant.
Pyrolytische reiniging wordt uitgevoerd onder hoge temperaturen waarbij er rook van
kookresten en constructiematerialen kan komen. Daarom gelden de volgende
aanbevelingen voor consumenten:
zorg voor goede ventilatie tijdens en na elke pyrolytische reiniging.
zorg tijdens en na het eerste gebruik bij maximumtemperatuur voor voldoende
verluchting.
In tegenstelling tot mensen, kunnen bepaalde vogels en reptielen zeer gevoelig zijn voor
mogelijke rookgassen die tijdens het reinigingsproces van alle pyrolytische ovens worden
uitgestoten.
Houd huisdieren (met name vogels) uit de buurt van het apparaat tijdens en na de
pyrolytische reiniging en gebruik eerst een programma bij maximale temperatuur in een
goed geventileerde ruimte.
Kleine huisdieren kunnen ook zeer gevoelig zijn voor de plaatselijke temperatuurwijzigingen
in de nabijheid van alle pyrolytische ovens wanneer de pyrolytische reiniging in werking is.
Anti-aanbaklagen in potten en pannen, schalen, keukengerei, enz. kunnen worden
beschadigd door de hoge temperatuur van het pyrolytische reinigingsproces van alle
pyrolytische ovens en kunnen mogelijk ook kleine hoeveelheden schadelijke gassen
veroorzaken.
Rookgassen die vrijkomen uit alle pyrolytische ovens / kookresten zoals beschreven, zijn
niet schadelijk voor mensen, inclusief kinderen of personen met medische aandoeningen.
2.6 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden
verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of
zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn
niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
Dit product bevat een lichtbron van energie-efficiëntieklasse G.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties.
2.7 Service
Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
9/160
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.8 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Neem contact op met uw plaatselijke overheid voor informatie over het afvoeren van het
apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in het
apparaat vast komen te zitten.
3. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
3.1 Inbouwen
www.youtube.com/electrolux
www.youtube.com/aeg
How to install your AEG/Electrolux
Oven - Column installation
18
594
589
114
21548
595+-1
min. 550
20
600
min. 560
3
5
60
20
80
52060
198
523
(*mm)
10/160
MONTAGE
min. 550
20
595+-1
18
590
min. 560
594
589
114
21548
3
5
70
60 520
60
20
198
523
(*mm)
3.2 Bevestiging van de oven aan de kast
11/160
MONTAGE
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
4.1 Algemeen overzicht
7
10 8
9
5
4
1
2
3
31 42
5
6
1Bedieningspaneel
2Knop voor verwarmingsfuncties
3Display
4Bedieningsknop
5Verwarmingselement
6Opening voor de voedselsensor
7Lamp
8Ventilator
9Inschuifrails, verwijderbaar
10 Inzetniveaus
4.2 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Grill-/braadpan
Om te bakken en braden of als pan om vet in op te vangen.
Voedselsensor
Om te meten hoever het voedsel is bereid.
5. HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE OVEN
5.1 Verzonken knoppen
Om het apparaat te bedienen, moet u de bedieningsknop indrukken. De knop komt dan naar
buiten.
12/160
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
5.2 Bedieningspaneel
Sensorvelden bedieningspaneel Druk op Draai de knop
Timer Snel op‐
warmen
Bin‐
nen‐
ver‐
lich
ting
Voedselsen‐
sor
Selecteer een verwarmingsfunctie om de oven in te schakelen.
Draai de knop voor de verwarmingsfuncties naar de uit-stand om de oven uit te schakelen.
Wanneer de knop voor de verwarmingsfuncties
in de uit-stand staat, gaat het display naar
stand-by.
Wanneer je kookt, toont het display de inge‐
stelde temperatuur, de dagtijd en andere be‐
schikbare opties.
De display met het maximumaantal ingestelde
functies.
Indicatielampjes op de display
Blokkering Kook- En Bakas‐
sistent
Reinigen Instellingen Snel opwarmen
Indicatie‐
lampjes ti‐
mer:
13/160
HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE OVEN
Voortgangsbalk - voor temperatuur of tijd.
Voedselsensor indicatielampje
6. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
6.1 Eerste reiniging
Maak de lege oven eerst schoon en stel de tijd in:
00:00
Stel de tijd in. Druk op .
6.2 Eerste voorverwarming
Warm de lege oven voor het eerste gebruik voor.
Stap 1 Verwijder alle accessoires en verwijderbare inschuifrails uit de oven.
Stap 2 Stel de maximale temperatuur in voor de functie: .
Laat de oven één uur werken.
Stap 3 Stel de maximale temperatuur in voor de functie: .
Laat de oven 15 minuten werken.
De oven kan een vreemde geur en rook afgeven tijdens het voorverwarmen. Zorg ervoor dat
de kamer wordt verlucht.
7. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
14/160
VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK
Verwarmingsfunc‐
tie
Toepassing
Ontdooien
Om voedsel te ontdooien (groenten en fruit). De ontdooitijd is afhankelijk
van de hoeveelheid ingevroren voedsel en de grootte daarvan.
Warmelucht (voch‐
tig)
Deze functie is ontworpen om tijdens de bereiding energie te besparen.
Bij het gebruik van deze functie kan de temperatuur in de ruimte verschil
len van de ingestelde temperatuur. De restwarmte wordt gebruikt. Het ver‐
warmingsvermogen kan worden verminderd. Raadpleeg voor meer infor‐
matie het hoofdstuk "Dagelijks gebruik", opmerkingen op: Warmelucht
(vochtig).
Grillen
Om dunne stukken voedsel te grillen en brood te roosteren.
Circulatiegrill
Voor het braden van grote stukken vlees of gevogelte met bot op één ni
veau. Voor gratineren en bruinen.
Menu
Het menu openen: Kook- En Bakassistent, Reinigen, Instellingen.
7.3 Notities over: Warmelucht (vochtig)
Deze functie wordt gebruikt om te voldoen aan de energie-efficiëntieklasse en ecodesign-
vereisten overeenkomstig EU 65/2014 en EU 66/2014. Testen volgens EN 60350-1.
De ovendeur dient tijdens de bereiding gesloten te zijn zodat de functie niet wordt onderbroken
en de oven werkt op de hoogst mogelijke energie-efficiëntie.
Bij gebruik van deze functie gaat de verlichting na 30 seconden automatisch uit.
Zie voor bereidingsinstructies het hoofdstuk 'Aanwijzingen en tips', Warmelucht (vochtig). Kijk
voor algemene aanbevelingen voor energiebesparing in het hoofdstuk 'Energie-efficiëntie',
Energiebesparing.
7.4 Instellen: Kook- En Bakassistent
Elk gerecht in dit submenu heeft een aanbevolen functie en temperatuur. Je kunt de tijd en de
temperatuur tijdens het koken aanpassen.
Voor sommige gerechten kunt u ook koken
met:
Tot hoeverre een gerecht wordt gekookt:
• Voedselsensor • Rauw
• Medium
• Gaar
16/160
DAGELIJKS GEBRUIK
Kook- En Bakassistent - gebruik het om een gerecht snel te bereiden met de standaardin‐
stellingen:
Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4
1 - 45
Open het menu. Selecteer Kook- En
Bakassistent. Druk op
.
Selecteer het ge‐
recht. Druk op .
Plaats het gerecht in
de oven. Bevestig de
instelling.
7.5 Kook- En Bakassistent met recepten
Legenda
Voedselsensor beschikbaar. Plaats de Voedselsensor in het dikste deel
van het gerecht.
De oven gaat uit als de instelling Voedselsensor temperatuur bereikt.
Verwarm de oven voor voordat u begint met koken.
Inzetniveau.
Als de functie eindigt, controleer dan of het voedsel klaar is.
Gerecht Gewicht Rekniveau / accessoire Duur
Rundvlees
P1 Biefstuk,
rauw
1 - 1,5 kg; 4
- 5 cm dik
stukken
; 2 bakplaat
Bak het vlees een paar minuten op een
hete pan. Plaats het in de oven.
40 min
P2 Biefstuk: me‐
dium 50 min
P3 Biefstuk, gaar 60 min
17/160
DAGELIJKS GEBRUIK
Gerecht Gewicht Rekniveau / accessoire Duur
P4 Biefstuk, me‐
dium
180 - 220 g
per stuk;
dikte van 3
cm dik
braadschaal op 3 bakrooster
Bak het vlees een paar minuten op een
hete pan. Plaats het in de oven.
~ 15 min
P5 Biefstuk/
gesmoord
(rib, ronde, dik‐
ke flank)
1,5 - 2 kg braadschaal op 2 bakrooster
Bak het vlees een paar minuten op een
hete pan. Voeg vloeistof toe. Plaats het
in de oven.
120 min
P6 Biefstuk,
rauw (lang‐
zaam koken)
1 - 1,5 kg; 4
- 5 cm dik
stukken
; 2 bakplaat
Gebruik uw favoriete kruiden of gewoon
zout en verse gemalen peper. Bak het
vlees een paar minuten op een hete pan.
Plaats het in de oven.
75 min
P7 Biefstuk, me‐
dium (lang‐
zaam koken)
~ 85 min
P8 Biefstuk, gaar
(langzaam ko‐
ken)
130 min
P9 Filet, rauw
(langzaam ko‐
ken)
0,5 - 1,5 kg;
5 - 6 cm dik
stukken
; 2 bakplaat
Gebruik uw favoriete kruiden of gewoon
zout en verse gemalen peper. Bak het
vlees een paar minuten op een hete pan.
Plaats het in de oven.
75 min
P10 Filet, medium
(langzaam ko‐
ken)
90 min
P11 Filet, klaar
(langzaam ko‐
ken)
120 min
Kalfsvlees
P12 Geroosterd
kalfsvlees
(bijv. schou‐
der)
0,8 - 1,5 kg;
4 cm dikke
stukken
braadschaal op 2 bakrooster
Gebruik je favoriete kruiden. Voeg vloei‐
stof toe. Geroosterd vlees.
80 min
Varkensvlees
18/160
DAGELIJKS GEBRUIK
Gerecht Gewicht Rekniveau / accessoire Duur
P13 Varkens‐
braadstuk of
schouderstuk
1,5 - 2 kg braadschaal op 2 bakrooster
Draai na de helft van de bereidingstijd
het vlees om.
120 min
P14 Varkensvlees
LTC
1,5 - 2 kg ; 2 bakplaat
Gebruik je favoriete kruiden. Draai het
vlees na de helft van de bereidingstijd
om, om een gelijkmatige bruining te krij
gen.
~ 215 min
P15 Verlies, vers 1 - 1,5 kg; 5
- 6 cm dik
stukken
braadschaal op 2 bakrooster
Gebruik je favoriete kruiden.
~ 55 min
P16 Spare Ribs 2 - 3 kg; ge
bruik rauw,
2 - 3 cm
dunne re‐
serveribben
; 3 diepe pan
Voeg vloeistof toe om de bodem van een
gerecht te bedekken. Draai na de helft
van de bereidingstijd het vlees om.
90 min
Lamsvlees
P17 Lamsvlees
met bot
1,5 - 2 kg; 7
- 9 cm dik
stukken
braadschaal op 2 bakplaat
Voeg vloeistof toe. Draai na de helft van
de bereidingstijd het vlees om.
130 min
Gevogelte
P18 Hele Kip 1 - 1,5 kg;
vers ; casserole dish op 2 bakplaat
Gebruik je favoriete kruiden. Draai de kip
na de helft van de bereidingstijd om een
gelijkmatige bruining.
60 min
P19 Halve kip 0,5 - 0,8 kg ; 3 bakplaat
Gebruik je favoriete kruiden.
~ 40 min
P20 Kippenborst 180 - 200 g
per stuk stoofschotel op 2 bakrooster
Gebruik je favoriete kruiden. Bak het
vlees een paar minuten op een hete pan.
25 min
19/160
DAGELIJKS GEBRUIK
Gerecht Gewicht Rekniveau / accessoire Duur
P21 Kippenpoten,
vers
- ; 3 bakplaat
Als u eerst gemarineerde kippenpoten
hebt gegeten, stel dan lagere tempera‐
tuur in en kook ze langer.
~ 30 min
P22 Eend, heel 2 - 3 kg braadschaal op 2 bakrooster
Gebruik je favoriete kruiden. Plaats het
vlees op een braadschaal. Draai de eend
halverwege de bereidingstijd.
~ 100 min
P23 Hele gans 4 - 5 kg ; 2 diepe pan
Gebruik je favoriete kruiden. Plaats het
vlees op een diepe bakplaat. Draai het
gans halverwege de bereidingstijd om.
~ 110 min
Overig
P24 Gehaktbrood 1 kg ; 2 bakrooster
Gebruik je favoriete kruiden.
~ 60 min
Vis
P25 Hele vis, ge‐
grild
0,5 - 1 kg
per vis ; 2 bakplaat
Vul de vis met boter en gebruik uw favor‐
iete kruiden en kruiden.
~ 30 min
P26 Visfilet - stoofschotel op 3 bakrooster
Gebruik je favoriete kruiden.
20 min
Zoet bakken / desserts
P27 Cheesecake - ; springvorm van 28 cm op 2 bak‐
rooster
90 min
P28 Appelcake - ; 3 bakplaat 45 min
P29 Appeltaart - taartvorm op 2 bakrooster 40 min
P30 Appeltaart - ; 22 cm taartvorm op 1 bakroos‐
ter
60 min
20/160
DAGELIJKS GEBRUIK
Gerecht Gewicht Rekniveau / accessoire Duur
P31 Brownies 2 kg ; 3 diepe pan 30 min
P32 Chocolade
muffins
- muffinbakplaat op 3 bakrooster 25 min
P33 Broodcake - broodvorm op 2 bakrooster 50 min
Groenten/bijgerechten
P34 Gebakken
aardappelen
1 kg ; 2 bakplaat
Leg de hele aardappelen met de huid op
de bakplaat.
50 min
P35 Glazen 1 kg ; bedekt met bakpapier3 bakplaat
Gebruik je favoriete kruiden. Snijd de
aardappelen in stukken.
35 min
P36 Gegrilde ge‐
mengde
groenten
1 - 1,5 kg ; bedekt met bakpapier3 bakplaat
Gebruik je favoriete kruiden. Snijd de
groenten in stukken.
30 min
P37 Kroketten, be‐
vroren
0,5 kg ; 3 bakplaat 25 min
P38 Pommes, be‐
vroren
0,75 kg ; 3 bakplaat 25 min
Gratins, brood en pizza
P39 Lasagne /
Noodle stoof‐
schotel
1 - 1,5 kg stoofschotel op 2 bakrooster 45 min
P40 Aardappelgra‐
tin
1 - 1,5 kg stoofschotel op 1 bakrooster 50 min
P41 Pizza vers,
dun - ; bedekt met bakpapier2 bakplaat 15 min
P42 Pizza vers,
dik - ; bedekt met bakpapier2 bakplaat 25 min
21/160
DAGELIJKS GEBRUIK
Instellen: Kookwekker
Stap 1
Op het dis‐
play ver‐
schijnt:
00:00
Stap 2 Stap 3
Druk op: . Stel de Kookwekker in Druk op: .
De timer begint onmiddellijk af te tellen.
Instellen: Kooktijd
Stap 1 Stap 2
Op het display
verschijnt:
00:00
Stap 3 Stap 4
Kies een verwar‐
mingsfunctie en
stel de tempera‐
tuur in.
Druk herhaalde‐
lijk .
Stel de berei‐
dingstijd in. Druk op: .
De timer begint onmiddellijk af te tellen.
Instellen: Uitsteltijd
Stap 1 Stap 2
Het dis‐
play
toont:
de dag‐
tijd
STAR‐
TEN
Stap 3 Stap 4
Op het
display
ver‐
schijnt:
--:--
STOP‐
PEN
Stap 5 Stap 6
Selec
teer de
verwar‐
mings‐
functie.
Druk her‐
haaldelijk
.
Stel de
starttijd
in.
Druk op:
.
Stel de
eindtijd
in.
Druk op:
.
Timer begint af te tellen op een ingestelde starttijd.
23/160
KLOKFUNCTIES
9. GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK:
ACCESSOIRES
9.1 Accessoires plaatsen
Een kleine inkeping bovenaan verhoogt de veiligheid. De inkepingen zijn ook anti-
kantelmechanismen. De hoge rand rond het rooster voorkomt dat het kookgerei van het rooster
afglijdt.
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleidestan‐
gen van de roostersteun en zorg ervoor
dat de pootjes omlaag staan.
Diepe schaal:
Schuif de plaat tussen de geleidestangen
van de inschuifrail.
Bakrooster, Diepe schaal:
Plaats de plaat tussen de geleiders van de
inschuifrails en het bakrooster op de gelei
ders erboven.
9.2 Voedselsensor
Voedselsensor- meet de temperatuur binnenin het voedsel.
24/160
GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK:
ACCESSOIRES
Er moeten twee temperaturen worden ingesteld:
De oventemperatuur. De kerntemperatuur.
Voor de beste kookresultaten:
Ingrediënten moeten op ka‐
mertemperatuur zijn.
Niet gebruiken voor vloei‐
bare gerechten.
Tijdens het koken moet het in de
schaal blijven.
Hoe gebruikt u: Voedselsensor
Stap 1 Schakel de oven in.
Stap 2 Selecteer de verwarmfunctie en, indien nodig, de oventemperatuur.
Stap 3 Invoegen: Voedselsensor.
Vlees, gevogelte en vis Stoofschotel
Steek de punt van de Voedselsensor indien
mogelijk in het midden van het vlees, de vis,
in het dikste deel. Zorg ervoor dat ten minste
3/4 van de Voedselsensor in het gerecht zit.
Steek de punt van de Voedselsensor precies in
het midden van de stoofschotel. Voedselsensor
moet stevig op zijn plaats blijven tijdens het bak‐
proces. Gebruik een solide ingrediënt om dit voor
elkaar te krijgen. Gebruik de rand van de oven
schaal om de siliconen handgreep van de Voed‐
selsensor te ondersteunen. De punt van Voedsel‐
sensor mag de bodem van een ovenschaal niet
raken.
Stap 4 Steek de Voedselsensor in de aansluiting op de voorkant van de oven.
Het display toont de huidige temperatuur van: Voedselsensor.
25/160
GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK:
ACCESSOIRES
Stap 5 - druk om de kerntemperatuur van de sensor in te stellen.
Stap 6 - druk hierop om te bevestigen.
Wanneer het voedsel de ingestelde temperatuur bereikt, klinkt het signaal. U kunt er‐
voor kiezen om te stoppen of door te gaan met koken, om er zeker van te zijn dat het
voedsel goed gaar is.
Stap 7 Haal de stekker van de Voedselsensor uit het stopcontact en haal het gerecht uit de
oven.
WAARSCHUWING!
Er bestaat een risico op verbrandingsgevaar aangezien de Voedsel‐
sensor heet wordt. Wees voorzichtig wanneer u de stekker eruit
haalt en de voedingssensor uit het gerecht haalt.
10. EXTRA FUNCTIES
10.1 Blokkering
Deze functie voorkomt dat de ovenfunctie per ongeluk wordt ingeschakeld.
Schakel het in wanneer de oven werkt - de ingestelde bereiding gaat verder, het bedieningspa‐
neel is vergrendeld.
Schakel het in als de oven uit staat - de oven kan niet worden ingeschakeld, het bedieningspaneel
is vergrendeld.
- houd ingedrukt om de
functie in te schakelen.
Er klinkt een signaal.
- houd ingedrukt om het
uit te schakelen.
3 x - knippert als het slot is ingeschakeld.
10.2 Automatische uitschakeling
Om veiligheidsredenen schakelt de oven na bepaalde tijd uit als er een ovenfunctie in werking
is en u geen instellingen wijzigt.
(°C) (h)
30 - 115 12.5
26/160
EXTRA FUNCTIES
(°C) (h)
120 - 195 8.5
200 - 245 5.5
250 - maximaal 3
De automatische uitschakeling werkt niet met de functies: Binnenverlichting, Voedselsensor,
Uitsteltijd.
10.3 Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de
oppervlakken van de oven koel te houden. Als u de oven uitschakelt, kan de koelventilator
blijven werken totdat de oven is afgekoeld.
11. AANWIJZINGEN EN TIPS
11.1 Warmelucht (vochtig)
Volg voor de beste resultaten de volgende aanwijzingen op die hieronder in de tabel staan.
(°C) (min)
Zoete broodjes,
16 stuks
bakplaat of lekschaal 180 2 20 - 30
Broodjes, 9 stuks bakplaat of lekschaal 180 2 30 - 40
Pizza, bevroren,
0,35 kg
rooster 220 2 10 - 15
Biscuitrol bakplaat of lekschaal 170 2 25 - 35
Brownie bakplaat of lekschaal 175 3 25 - 30
Soufflé, 6 stuks keramieken vormpjes op
rooster
200 3 25 - 30
Luchtige flanbo‐
dem
flanvorm op rooster 180 2 15 - 25
27/160
AANWIJZINGEN EN TIPS
(°C) (min)
Victoriataart met
jamvulling
ovenschaal op rooster 170 2 40 - 50
Gepocheerde vis,
0,3 kg
bakplaat of lekschaal 180 3 20 - 25
Hele vis, 0,2 kg bakplaat of lekschaal 180 3 25 - 35
Visfilet, 0,3 kg pizzavorm op rooster 180 3 25 - 30
Gepocheerd
vlees, 0,25 kg
bakplaat of lekschaal 200 3 35 - 45
Sjasliek, 0,5 kg bakplaat of lekschaal 200 3 25 - 30
Koekjes, 16 stuks bakplaat of lekschaal 180 2 20 - 30
Bitterkoekjes, 24
stuks
bakplaat of lekschaal 180 2 25 - 35
Muffins (muffins),
12 stuks
bakplaat of lekschaal 170 2 30 - 40
Hartig gebak, 20
stuks
bakplaat of lekschaal 180 2 25 - 30
Zandkoekjes, 20
stuks
bakplaat of lekschaal 150 2 25 - 35
Taartjes, 8 stuks bakplaat of lekschaal 170 2 20 - 30
Groenten, gepo‐
cheerd, 0,4 kg
bakplaat of lekschaal 180 3 35 - 45
Vegetarisch om‐
elet
pizzavorm op rooster 200 3 25 - 30
Mediterrane
groenten, 0,7 kg
bakplaat of lekschaal 180 4 25 - 30
28/160
AANWIJZINGEN EN TIPS
11.2 Warmelucht (vochtig) – aanbevolen accessoires
Gebruik de donkere en niet-reflecterende bakjes en schalen. Ze nemen de warmte beter op
dan licht en reflecterend servies.
Pizza pan Ovenschaal
Ovenvormp‐
jes Blik voor flanbodem
Donker, niet-reflecte‐
rend
Diameter van 28 cm
Donker, niet-reflecterend
Diameter van 26 cm
Keramiek
8 cm diameter,
5 cm hoog
Donker, niet-reflecte‐
rend
Diameter van 28 cm
11.3 Kooktafels voor testinstituten
Informatie voor testinstituten
Testen volgens IEC 60350-1.
(°C) (min)
Kleine
cakes,
20 stuks
per bak‐
plaat
Boven +
onder‐
warmte
Bakplaat 3 170 20 - 30 -
Kleine
cakes,
20 stuks
per bak‐
plaat
Hetelucht Bakplaat 3 150 -
160
20 - 35 -
Kleine
cakes,
20 stuks
per bak‐
plaat
Hetelucht Bakplaat 2 en 4 150 -
160
20 - 35 -
Appel
taart, 2
blikken
Ø20 cm
Boven +
onder‐
warmte
Bakroos‐
ter
2 180 70 - 90 -
29/160
AANWIJZINGEN EN TIPS
(°C) (min)
Appel
taart, 2
blikken
Ø20 cm
Hetelucht Bakroos‐
ter
2 160 70 - 90 -
Biscuit‐
gebak,
taart‐
vorm
Ø26 cm
Boven +
onder‐
warmte
Bakroos‐
ter
2 170 40 - 50 Warm de oven 10
minuten voor.
Biscuit‐
gebak,
taart‐
vorm
Ø26 cm
Hetelucht Bakroos‐
ter
2 160 40 - 50 Warm de oven 10
minuten voor.
Biscuit‐
gebak,
taart‐
vorm
Ø26 cm
Hetelucht Bakroos‐
ter
2 en 4 160 40 - 60 Warm de oven 10
minuten voor.
Zand‐
taart‐
deeg
Hetelucht Bakplaat 3 140 -
150
20 - 40 -
Zand‐
taart‐
deeg
Hetelucht Bakplaat 2 en 4 140 -
150
25 - 45 -
Zand‐
taart‐
deeg
Boven +
onder‐
warmte
Bakplaat 3 140 -
150
25 - 45 -
Toast, 4
- 6 stuks
Grillen Bakroos
ter
4 max. 2 - 3 mi‐
nuten
eerste
kant; 2 - 3
minuten
tweede
kant
Warm de oven 3
minuten voor.
30/160
AANWIJZINGEN EN TIPS
(°C) (min)
Runder‐
burger,
6 stuks,
0,6 kg
Grillen Rooster
en lekbak
4 max. 20 - 30 Plaats het rooster
op het vierde ni
veau en de lekbak
op het derde ni‐
veau in de oven.
Draai het voedsel
halverwege de
bereidingstijd om.
Warm de oven 3
minuten voor.
12. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
12.1 Opmerkingen over schoonmaken
Reinigings‐
middelen
Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek, warm water en
een mild reinigingsmiddel.
Gebruik een reinigingsoplossing om metalen oppervlakken te reinigen.
Reinig vlekken met een mild reinigingsmiddel.
Dagelijks ge‐
bruik
Reinig de uitsparing telkens na gebruik. Vetophoping of andere resten kunnen
brand veroorzaken.
Vocht kan in de oven of op de glazen deurpanelen condenseren. Om de con‐
dens te verminderen, dient u de oven 10 minuten te laten werken voordat u er
iets in plaatst. Bewaar het voedsel niet langer dan 20 minuten in de oven.
Droog de uitsparing na elk gebruik met een zachte doek.
Accessoires
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek met warm water en een mild reinigingsmiddel. De accessoires niet in de
afwasmachine reinigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe voorwerpen.
31/160
ONDERHOUD EN REINIGING
12.2 Hoe te verwijderen: Inschuifrails/
Verwijder de inschuifrails om de oven te reinigen.
Stap 1 Schakel de oven uit en wacht
totdat deze is afgekoeld.
Stap 2 Trek de inschuifrail bij de voor‐
kant uit de zijwand.
Stap 3 Trek de geleider bij de achter‐
kant uit de zijwand en verwijder
het.
2
1
Stap 4 Plaats de inschuifrails in omge‐
keerde volgorde.
12.3 Hoe gebruikt u: Pyrolytische reiniging
Maak de oven schoon met Pyrolytische reiniging.
WAARSCHUWING!
Er bestaat gevaar voor brandwonden.
LET OP!
Als er andere apparaten in dezelfde kast zijn geïnstalleerd, gebruik deze dan niet
tijdens deze functie. Dit kan de oven beschadigen.
Vóór de Pyrolytische reiniging:
Schakel de oven uit en
wacht totdat deze is afge‐
koeld.
Verwijder alle accessoires uit
de oven.
Reinig de onderkant van de oven
en de glazen deur aan de bin‐
nenkant met warm water, een
zachte doek en een mild reini‐
gingsmiddel.
Pyrolytische reiniging
Stap 1 Ga naar het menu: Reinigen .
Optie Duur
32/160
ONDERHOUD EN REINIGING
Pyrolytische reiniging
C1 - Licht reinigen 1 h
C2 - Normaal reinigen 1 h 30 min
C3 - Grondig reinigen 2 h 30 min
Stap 2 - druk hierop om het reinigingsprogramma te selecteren.
Stap 3 - druk hierop om het reinigen te starten.
Stap 4 Draai na de reiniging de knop voor de verwarmingsfuncties naar de
uit-stand.
Tijdens het reinigen is de ovenlamp uit.
Wanneer de oven de ingestelde temperatuur heeft bereikt, wordt de deur vergrendeld. Totdat de
deur wordt ontgrendeld, toont het display: .
Na afloop van het reinigen:
Schakel de oven uit en
wacht totdat deze is afge‐
koeld.
Maak de ruimte schoon met
een zachte doek.
Verwijder het residu van de bo‐
dem van de ruimte.
12.4 Reinigingsherinnering
De oven herinnert je eraan wanneer je hem moet schoonmaken met pyrolytische reiniging.
knippert 5 sec. na elke kooksessie in het
display.
Om de herinnering uit te schakelen, gaat u
naar de Menu en selecteer Instellingen, Reini‐
gingsherinnering.
12.5 Hoe te verwijderen en installeren: Deur
De ovendeur beschikt over drie glasplaten. U kunt de ovendeur en de interne glasplaat
verwijderen om het schoon te maken. Lees de volledige instructie 'Verwijderen van
installatiedeur' voordat u de glasplaten verwijdert.
LET OP!
Gebruik de oven nooit zonder de glasplaten.
33/160
ONDERHOUD EN REINIGING
Stap 1 Open de deur volledig en houd beide
scharnieren vast.
Stap 2 Til de hendel op beide scharnieren
volledig omhoog en draai het.
Stap 3 Sluit de ovendeur halverwege tot de
eerste openingsstand. Til hem daarna
op en trek hem naar voren en verwij‐
der hem van zijn plek.
Stap 4 Leg de deur op een zachte doek op
een stabiele ondergrond.
Stap 5 Deurafdekking (B) aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten vast‐
pakken en naar binnen drukken om
de klemsluiting te ontgrendelen.
Stap 6 Trek de deurlijst naar voren om hem
te verwijderen.
1
2
B
Stap 7 Houd de glasplaten van de deur bij de
bovenkant vast en trek ze er voor‐
zichtig een voor een uit. Start bij de
bovenste plaat. Zorg dat het glas vol‐
ledig uit de geleiders schuift.
Stap 8 Reinig de glasplaten met een sopje.
Droog de glasplaten voorzichtig af.
Reinig de glasplaten niet in de vaat‐
wasser.
Stap 9 Installeer na het reinigen de glaspla‐
ten en de ovendeur.
34/160
ONDERHOUD EN REINIGING
Zorg ervoor dat u de glasplaten (A en B) weer
in de juiste volgorde terugplaatst. Controleer
het symbool/de print op de zijkant van de
glasplaat. Iedere glasplaat is anders om het
uit elkaar halen en in elkaar zetten eenvoudi‐
ger te maken.
Als de deur correct wordt geïnstalleerd, klikt
de rand van de deur.
Zorg ervoor dat u de middelste glasplaat cor‐
rect in de uitsparingen plaatst.
A B
A
B
12.6 Hoe te vervangen: Lamp
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
Het lampje kan heet zijn.
Houd de halogeenlamp altijd met een doek vast om te voorkomen dat er vetrestjes op de
ovenlamp verbranden.
Voordat u de lamp vervangt:
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Schakel de oven uit. Wacht tot
de oven afgekoeld is.
Trek de oven uit het stopcon‐
tact.
Plaats een doek op de bodem
van de holte.
Achterlamp
Stap 1 Draai de glazen afdekking om die te verwijderen.
Stap 2 Reinig de glasafdekking.
Stap 3 Vervang de lamp door een geschikte 300 °C hittebestendige lamp.
Stap 4 Installeer het glazen deksel.
35/160
ONDERHOUD EN REINIGING
13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
13.1 Wat te doen als...
Neem in alle gevallen die niet in deze tabel zijn opgenomen contact op met een erkend
servicecentrum.
De oven gaat niet aan of warmt niet op
Probleem Controleer of de volgende zaken van toe‐
passing zijn...
Je kunt de oven niet inschakelen of bedienen. De oven is juist op een elektrische toevoer
aangesloten.
De oven wordt niet warm. De automatische uitschakeling is gedeacti‐
veerd.
De oven wordt niet warm. De ovendeur is gesloten.
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgeslagen.
De oven wordt niet warm. Het kinderslot staat uit.
Onderdelen
Probleem Controleer of de volgende zaken van toe‐
passing zijn...
De lamp is uit. Warmelucht (vochtig) - wordt ingeschakeld.
De verlichting werkt niet. De lamp is opgebrand.
De Voedselsensor werkt niet. De stekker van de Voedselsensor is volledig in
het stopcontact gestoken.
Foutcodes
Op het display verschijnt… Controleer of de volgende zaken van toe‐
passing zijn...
Err C2 Je hebt de Voedselsensor stekker uit het stop‐
contact verwijderd.
36/160
PROBLEEMOPLOSSING


Produkt Specifikationer

Mærke: Electrolux
Kategori: Ovn
Model: KOEDP46W

Har du brug for hjælp?

Hvis du har brug for hjælp til Electrolux KOEDP46W stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig




Ovn Electrolux Manualer

Ovn Manualer

Nyeste Ovn Manualer