Epson SC-T3100 Series Manual

Epson Printer SC-T3100 Series

Læs nedenfor 📖 manual på dansk for Epson SC-T3100 Series (184 sider) i kategorien Printer. Denne guide var nyttig for 15 personer og blev bedømt med 4.5 stjerner i gennemsnit af 2 brugere

Side 1/184
Gebruikershandleiding
CMP0139-00 NL
Inhoudsopgave
Inleiding
Opmerkingen over handleidingen.............. 5
Betekenis van symbolen................... 5
Illustraties............................. 5
Omschrijvingen productmodel.............. 5
Overzicht van de handleidingen.............. 5
Pdf-handleidingen bekijken................. 6
Onderdelen van de printer................... 7
Voorzijde.............................. 7
Binnenkant............................. 9
Achterkant............................ 11
Bedieningspaneel....................... 13
Bewerkingen op het startscherm............ 13
Functies van de printer..................... 16
Hoge resolutie.......................... 16
Nadruk op gebruiksgemak................. 16
Gebruik en opslag......................... 17
Installatieruimte........................ 17
Tijdens het gebruik van de printer........... 18
Wanneer de printer niet in gebruik is......... 18
Behandeling van cartridges................ 19
Behandeling van papier................... 20
Stroom besparen. . . . ...................... 21
Introductie van de software
Meegeleverde software..................... 22
In de printer geïntegreerde software............ 23
Web Config gebruiken..................... 24
Starten............................... 24
Sluiten............................... 24
Overzicht van de funties.................. 24
Software bijwerken of aanvullende software
installeren............................... 25
Controleren of updates beschikbaar zijn en
software bijwerken...................... 25
Meldingen over updates ontvangen.......... 25
Software verwijderen....................... 26
Windows............................. 26
Mac................................. 26
Papier laden en instellen
Opmerkingen over het laden van papier......... 27
Papierlaadpositie.......................... 27
Rolpapier laden en verwijderen............... 28
Rolpapier laden......................... 28
Het rolpapier afsnijden................... 30
Rolpapier verwijderen.................... 32
Papier laden in/verwijderen uit de automatische
papiertoevoer............................ 34
De stapeleenheid (voor gewoon papier)
plaatsen en verwijderen................... 34
Papier in de automatische papiertoevoer laden
.................................... 34
Papier uit de automatische papiertoevoer
verwijderen............................ 36
Laden en verwijderen van Los vel (1 vel)........ 37
Laden van Los vel (1 vel).................. 37
Los vel (1 vel) verwijderen................. 38
Instelling geladen papier.................... 39
Voor rolpapier......................... 39
Voor Automatische doc.invoer/Los vel (1 vel)
.................................... 41
Papierinstellingen optimaliseren (Media
aanpassen).............................. 43
Opmerkingen bij het uitvoeren van
aanpassingen.......................... 43
Aanpassingsprocedure................... 43
Afdrukken vanaf de computer via de
printerdriver
Procedures voor standaardbewerkingen
(Windows).............................. 46
Afdrukprocedure....................... 46
Het afdrukken annuleren.................. 48
Printerdriver aanpassen................... 49
Procedures voor standaardbewerkingen (Mac). . . . 52
Afdrukprocedure....................... 52
Het afdrukken annuleren.................. 55
Printerdriver aanpassen................... 56
CAD-tekeningen afdrukken.................. 58
Vergrotingen en horizontale en verticale banners
...................................... 60
Documenten aan de breedte van het rolpapier
aanpassen............................. 61
Documenten aan de uitvoergrootte aanpassen
.................................... 62
Een afdrukgrootte kiezen.................. 64
Afdrukken op afwijkende maten.............. 66
Kleuren corrigeren en afdrukken.............. 70
Afdrukken op basis van kleurenbeheer.......... 74
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
2
Kleurenbeheer......................... 74
Afdrukinstellingen voor kleurenbeheer. . . . . . . 75
Kleurenbeheer instellen in de toepassingen. . . . . 76
Kleurenbeheer instellen in de printerdriver.... 77
Meerdere pagina's afdrukken (N-up (x-op-één))
...................................... 82
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (alleen
Windows)............................... 83
Opmerkingen met betrekking tot dubbelzijdig
afdrukken............................. 83
Instellingen opgeven voor het afdrukken. . . . . . 84
Gevouwen dubbelzijdig afdrukken (alleen
Windows)............................... 85
Poster afdrukken (alleen Windows)............ 86
Meerdere documenten afdrukken (Layout
Manager (Lay-outbeheer)) (uitsluitend
Windows)............................... 91
Instellingen opgeven voor het afdrukken. . . . . . 91
Instellingen opslaan en hergebruiken......... 92
Afdrukken in de modus HP-GL/2 of HP
RTL vanaf een computer
Printerinstellingen........................ 94
Standaard afdrukinstellingen............... 94
HP-GL/2-specifieke afdrukinstellingen....... 94
Instellingen voor CAD-toepassingen........... 95
De netwerkverbindingsmethoden
wijzigen
Schakelen naar een bekabeld netwerk........... 96
Schakelen naar een draadloos netwerk. . . . . . . . . . 96
Rechtstreeks draadloos verbinden (Wi-Fi Direct)
...................................... 97
Afdrukken via AirPrint
Vergrote kopieën maken met een A3-
of A4-scanner
De scanner aansluiten..................... 100
Vergrote kopieën maken................... 101
Documenten in de scanner plaatsen........... 102
Het menu gebruiken
Menulijst.............................. 103
Menu Papierinstelling..................... 113
Menu Papierrol........................ 113
Menu Automatische doc.invoer............ 116
Menu Los vel (1 vel).................... 117
Menu Printerstatus....................... 118
Menu Instel............................. 119
Algemene instellingen................... 119
Onderhoud........................... 135
Printerstatus/afdrukken.................. 136
Vergrote kopie menu...................... 137
Onderhoud
Verstoppingen uit de printkop verwijderen. . . . . . 138
Printkop controleren op verstopping, en
reiniging............................. 138
Krachtige reiniging..................... 138
Verbruiksartikelen vervangen............... 140
Omgaan met gebruikte verbruiksartikelen. . . . 140
Cartridges vervangen.................... 140
Vervanging van de Onderhoudsset.......... 142
Het mes van het snijmechanisme vervangen. . . 143
Problemen oplossen
Wat moet u doen als een bericht wordt
weergegeven?........................... 146
Wanneer Onderhoudsbeurt vereist/Printerfout
wordt weergegeven....................... 147
Probleemoplossing....................... 148
U kunt niet afdrukken (omdat de printer niet
werkt)............................... 148
Het klinkt of de printer afdrukken maakt, maar
er wordt niets afgedrukt.................. 150
De afdrukken zien er anders uit dan verwacht
................................... 151
Problemen met in- of uitvoeren van papier. . . . 156
Andere.............................. 159
Appendix
Opties en verbruiksartikelen................ 160
Speciaal afdrukmateriaal van Epson......... 160
Cartridges............................ 160
Andere.............................. 161
Ondersteunde media...................... 162
Tabel speciaal afdrukmateriaal van Epson. . . . . 162
In de handel verkrijgbaar papier............ 165
Afdrukgebied........................... 168
Papierrol............................. 168
Los vel (automatische papiertoevoer)........ 170
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
3
Los vel (1 vel)......................... 170
De printer verplaatsen of vervoeren........... 171
Verplaatsing naar een andere locatie in
hetzelfde gebouw....................... 171
Tijdens het transport.................... 172
Omgang tijdens transport/plaatsing van de
printer in een omgeving van -10 °C of kouder
................................... 172
Systeemvereisten......................... 174
Printerdriver.......................... 174
Web Config.......................... 175
Specificaties............................ 176
Voor Europese gebruikers................ 178
Hulp en ondersteuning
Website voor technische ondersteuning........ 179
Contact opnemen met Epson................ 179
Voordat u contact opneemt met Epson. . . . . . . 179
Hulp voor gebruikers in Noord-Amerika..... 180
Hulp voor gebruikers in Europa............ 180
Hulp voor gebruikers in Australië.......... 180
Hulp voor gebruikers in Singapore.......... 181
Hulp voor gebruikers in Thailand.......... 181
Hulp voor gebruikers in Vietnam........... 181
Hulp voor gebruikers in Indonesië.......... 181
Help voor gebruikers in Hongkong......... 182
Hulp voor gebruikers in Maleisië........... 182
Hulp voor gebruikers in India............. 183
Help voor gebruikers in de Filippijnen....... 183
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
4
Inleiding
Opmerkingen over
handleidingen
Betekenis van symbolen
Waarschuwing: Waarschuwingen
moeten nauwkeurig
worden gevolgd om
ernstig lichamelijk
letsel te voorkomen.
Let op: Voorzorgsmaatregelen
worden aangegeven
met “Let op” en
moeten nauwkeurig
worden gevolgd om
lichamelijk letsel te
voorkomen.
c
Belangrijk: Belangrijk wil zeggen
dat de instructie moet
worden gevolgd om
schade aan dit
apparaat te
voorkomen.
Opmerking: Bevat nuttige of
aanvullende
informatie voor de
bediening van dit
apparaat.
U Verwijst naar
gerelateerde
referentie-inhoud.
Illustraties
De afbeeldingen kunnen licht afwijken van het model
dat u gebruikt. Houd dit bij het gebruik van de
handleidingen in gedachten.
Omschrijvingen productmodel
Sommige modellen die in deze handleiding worden
omschreven worden mogelijk niet verkocht in uw
land of regio.
Overzicht van de handleidingen
De handleidingen voor het product zijn als volgt
opgebouwd.
U kunt de PDF-handleidingen bekijken met Adobe
Acrobat Reader of met Voorvertoning (Mac).
Installatiehandleiding
(boekje)
Bevat informatie over het instal-
leren van de printer nadat de
verpakking is verwijderd. Lees
deze handleiding zodat u veilig
kunt werken.
Bedieningshandlei-
ding (boekje of PDF)
Biedt geselecteerde informatie
over het gebruik van de printer
en veelgebruikte functies van
de printer.
Algemene informatie
(PDF)
Biedt belangrijke veiligheids-
voorschriften, printerspecifica-
ties en contactgegevens.
Online-handleiding
Gebruikershand-
leiding
(deze handleiding)
Biedt algemene informatie en
instructies over het gebruik
van de printer en het oplossen
van problemen.
Beheerdershand-
leiding (PDF)
Biedt netwerkbeheerders infor-
matie over het beheer en de
printerinstellingen.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Inleiding
5
Onderdelen van de printer
Voorzijde
In de afbeelding wordt de SC-T3100 Series afgebeeld (24-inch model met voet).
ABedieningspaneel
U “Bedieningspaneel” op pagina 13
BMesafdekking
Open deze wanneer u het mes vervangt.
U “Het mes van het snijmechanisme vervangen” op pagina 143
CPapieropvang
Uitvoer van de printer verzamelt zich in deze korf, waardoor de media schoon en kreukvrij blijven.
Voor de SC-T3100N Series en SC-T5100N Series is een optionele voet met papieropvang verkrijgbaar.
U “Opties en verbruiksartikelen” op pagina 160
DRolwielen
Elke poot heeft twee rolwielen. Gewoonlijk worden de rolwielen vergrendeld als de printer op zijn plaats staat.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Inleiding
7
EStapeleenheid (voor gewoon papier)
Bevestig deze stapeleenheid op deze manier aan de voorzijde van de printer wanneer u doorlopend op meerde-
re vellen gewoon papier uit de automatische papiertoevoer afdrukt. Het bedrukte papier wordt na het uitwer-
pen in deze lade opgestapeld. Verwijder de stapeleenheid wanneer u rolpapier of losse vellen (1 vel) gebruikt.
U “De stapeleenheid (voor gewoon papier) plaatsen en verwijderen” op pagina 34
FPapiersteun voor papier met B1-breedte (alleen SC-T5100 Series/SC-T5100N Series)
Alleen voor rolpapier of losse vellen (1 vel) met dezelfde breedte als B1 (718 tot 738 mm) zet u de papiersteun
voor papier met B1-breedte omhoog om te vegen op en vervuiling van het bedrukte oppervlak te voorkomen.
U “Rolpapier laden” op pagina 28
U “Laden van Los vel (1 vel)” op pagina 37
GZijgeleiders
Schuif de zijgeleiders tegen de linker- en rechterrand van het papier dat in de automatische papiertoevoer is
geladen. Hiermee voorkomt u dat het papier scheef wordt ingevoerd.
HAutomatische papiertoevoer
Hiermee kunt u meerdere losse vellen van A3- tot A4-formaat laden. Het papier wordt automatisch geladen en
er wordt doorlopend afgedrukt.
U “Papier in de automatische papiertoevoer laden” op pagina 34
IAfdekking voor losse vellen
Open deze afdekking wanneer u de automatische papiertoevoer gebruikt of wanneer u losse vellen papier laadt.
U “Laden van Los vel (1 vel)” op pagina 37
Wanneer u rolpapier laadt, opent u deze afdekking en opent u vervolgens de afdekking voor rolpapier.
Sluit deze afdekking als u op de printer niet de automatische papiertoevoer gebruikt en geen losse vellen laadt,
om te voorkomen dat zich in de printer stof ophoopt.
JVoorpaneel
Open deze afdekking wanneer u cartridges vervangt of vastgelopen papier verwijdert.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Inleiding
8
Binnenkant
ARolpapierkap
Deze afdekking beschermt geladen rolpapier en voorkomt dat stof in de printer kan komen. Gesloten tijdens
het gebruik van de printer, tenzij rolpapier wordt geladen of verwijderd.
U “Rolpapier laden” op pagina 28
BPapiersleuf
Dit is de sleuf waardoor rolpapier en afzonderlijke losse vellen worden ingevoerd tijdens het afdrukken. Voer
losse vellen één voor één in.
CCartridges
Installeer cartridges in alle sleuven.
U “Cartridges vervangen” op pagina 140
DCartridgekap
Openen wanneer u cartridges wilt vervangen.
ESpoel
Steek deze door het rolpapier wanneer u rolpapier in de printer laadt.
FBeweegbare flens (transparant)
Hiermee zet u het rolpapier vast die op de spoel is geplaatst. Bevestig of verwijder deze wanneer u rolpapier op
de spoel plaatst of hiervan verwijdert.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Inleiding
9
GSpoelhouder
Plaats de spoel in deze houder nadat deze aan het rolpapier is bevestigd. Aan zowel de linker- als rechterzijde
bevindt zich een houder.
U “Rolpapier laden” op pagina 28
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Inleiding
10
Achterkant
AAfdekking maintenance box
Open deze kappen bij het vervangen van de Maintenance box.
BMaintanance box
Deze houder dient om de afvalinkt te verzamelen.
U “Vervanging van de Onderhoudsset” op pagina 142
CNetsnoeraansluiting
Sluit hier het meegeleverde netsnoer aan.
DLAN-poort
Voor aansluiting van een netwerkkabel.
EStatuslampje (groen, oranje)
De kleur geeft de snelheid van het netwerk aan.
Uit:
Oranje:
Groen:
10BASE-T
100BASE-T
1000BASE-T
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Inleiding
11
Bedieningspaneel
AKnop Start
Raak deze knop aan als een menu is weergegeven
om naar het Startscherm terug te keren. De knop
Start is niet beschikbaar wanneer deze niet kan wor-
den gebruikt tijdens bewerkingen, bijvoorbeeld pa-
pier laden.
BLampje P (aan-uitlampje)
Aan : De printer is ingeschakeld.
Knippert : De printer voert een proces uit, bij-
voorbeeld opstarten, afsluiten, ge-
gevens ontvangen of printkop rei-
nigen. Wacht een ogenblik en voer
geen bewerkingen uit totdat dit
lampje stopt met knipperen. Kop-
pel het netsnoer niet los.
Uit : De printer is uitgeschakeld.
CKnop P (aan-uitknop)
Hiermee schakelt u de printer in en uit.
DDisplay
Dit is een aanraakpaneel waarop de printerstatus,
menu's, foutmeldingen en dergelijke worden weer-
gegeven. U kunt de menu-items en -opties op dit
scherm selecteren door ze zacht aan te raken (erop
te tikken) en het scherm verschuiven door uw vin-
ger over het scherm te bewegen.
Bewerkingen op het startscherm
Overzicht van Bewerkingen op het startscherm
U Bedieningshandleiding (boekje of PDF)
AInformatieweergavegebied
Geeft de printerstatus, foutmeldingen en dergelijke
weer.
BInformatiegebied van rolpapier
Wanneer rolpapier geladen is
Geeft informatie weer over het geladen rolpapier.
Wanneer Resterend papier is ingesteld op Aan,
wordt de geschatte resterende hoeveelheid
(resterende lengte) weergegeven.
Als u dit gebied aanraakt, wordt een menu
weergegeven voor het uitvoeren van bewerkingen,
zoals het instellen en aanpassen van het rolpapier.
U “Menu Papierrol” op pagina 113
Wanneer geen rolpapier geladen is
“---” wordt weergegeven. Als u dit gebied aanraakt,
wordt de procedure voor het laden van rolpapier
weergegeven.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Inleiding
13
CMenuknop Papierinstelling
Raak deze knop aan wanneer u papier laadt, verwij-
dert, instelt of aanpast.
Zie de onderstaande informatie voor meer details
over Papierrol.
U “Rolpapier laden en verwijderen” op pagina 28
Menubeschrijvingen
U “Menu Papierrol” op pagina 113
Zie de onderstaande informatie voor meer details
over Automatische doc.invoer.
U “Papier laden in/verwijderen uit de
automatische papiertoevoer” op pagina 34
Menubeschrijvingen
U “Menu Automatische doc.invoer” op pagina 116
Zie de onderstaande informatie voor meer details
over Los vel (1 vel).
U “Laden en verwijderen van Los vel (1 vel)” op
pagina 37
Menubeschrijvingen
U “Menu Los vel (1 vel)” op pagina 117
DMenuknop Printerstatus
Raak deze knop aan als u de status van verbruiksar-
tikelen of details van weergegeven meldingen wilt
controleren.
U “Menu Printerstatus” op pagina 118
EMenuknop Instel.
Raak deze knop aan wanneer u onderhoud wilt uit-
voeren of printerbewerkingsinstellingen, netwerk-
instellingen of andere instellingen wilt configure-
ren. Zie het volgende gedeelte voor meer informa-
tie.
U “Menu Instel.” op pagina 119
FInformatiepictogram
Als er meldingen zijn, bijvoorbeeld waarschuwin-
gen dat verbruiksartikelen bijna op zijn, wordt het
aantal meldingen weergegeven via een badge bo-
venaan dit pictogram. Als u dit pictogram aanraakt
terwijl de badge wordt weergegeven, wordt de lijst
met meldingen weergegeven waarvoor uw aan-
dacht vereist is. Als u een item aanraakt, worden
instructies voor dit item weergegeven. Als u de ac-
ties niet uitvoert, verdwijnt de badge niet.
GNetwerkpictogram
De netwerkverbindingsstatus wordt weergegeven
via een pictogram zoals hieronder weergegeven.
Als u het pictogram aanraakt, kunt u schakelen tus-
sen de netwerkverbindingsstatus.
U “De netwerkverbindingsmethoden wijzigen”
op pagina 96
Niet verbonden met een bekabeld net-
werk, of het bekabelde of draadloze net-
werk is niet ingesteld.
Verbonden met een bekabeld netwerk.
Draadloos netwerk (Wi-Fi) is uitgescha-
keld.
Zoeken naar SSID, IP-adres niet inge-
steld of signaalsterkte is 0 of zwak.
Verbonden met draadloos netwerk
(Wi-Fi).
Het aantal lijntjes geeft de signaalsterk-
te weer. Hoe meer lijntjes, hoe beter de
signaalsterkte.
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toe-
gangspunt) is uitgeschakeld.
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toe-
gangspunt) is ingeschakeld.
HStatuspictogram verbruiksartikelen
Een schatting van de resterende hoeveelheid inkt
in de cartridges en de beschikbare ruimte in de
maintenance box wordt weergegeven via de lengte
van de balkjes. Hoe korter de balk, hoe kleiner de
hoeveelheid inkt of beschikbare ruimte.
Wanneer wordt weergegeven, is de inkt in de
betreffende inktcartridge bijna op of is er nog maar
weinig ruimte beschikbaar in de maintenance box.
Als u het pictogram aanraakt, wordt het status-
scherm voor verbruiksartikelen weergegeven. Hier-
op kunt u de productnummers voor de cartridges
en de maintenance box controleren. Dit is een snel-
toets voor Voorraadstatus in het menu Printersta-
tus.
U “Menu Printerstatus” op pagina 118
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Inleiding
14
Opmerking:
Wanneer u een Epson A3- of A4-scanner aansluit op
de printer, wordt Vergrote kopie weergegeven.
Hiermee kunt u eenvoudig vergrote kopieën maken.
U “Vergrote kopieën maken met een A3- of A4-
scanner” op pagina 100
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Inleiding
15
Functies van de printer
Hoge resolutie
CAD-tekeningen die duidelijk en
leesbaar zijn en zelfs buiten veilig
kunnen worden gebruikt
Met de nieuw ontwikkelde Epson UltraChrome
XD2-inkt kan de printer uitermate gedetailleerde
tekeningen afdrukken in zowel zwart-wit als in kleur.
De meegeleverde printerdriver biedt een modus voor
lijntekeningen, waardoor het optimaliseren van
afdrukken voor lijntekeningen gemakkelijker wordt,
en de beste resultaten mogelijk zijn als de printer voor
tekeningen wordt gebruikt dankzij de onovertroffen
reproductie van lijntekeningen en dunne lijnen in de
vorm van verbonden lijnen, diagonalen en bogen.
Bovendien kunt u de tekeningen veilig mee naar
buiten nemen, omdat ze zijn afgedrukt met inkt die
uitermate waterbestendig is.
U “CAD-tekeningen afdrukken” op pagina 58
Levendige posters en drukwerk die
gedurende enige tijd buiten kunnen
worden geplaatst
Posters met levendige tinten kunnen eenvoudig
worden afgedrukt door bijvoorbeeld Poster (Photo)/
Perspective (Poster (foto)/Perspectief) te selecteren
in Select Target (Doel select.) in de meegeleverde
printerdriver.
Zelfs kortdurende plaatsing buiten wordt
ondersteund, omdat de gebruikte inkt tevens
uitstekend bestand is tegen lichtinvloeden.
En uw posters gaan nog langer mee als u deze lamineert.
Het effect varieert afhankelijk van het papiertype.
Nadruk op gebruiksgemak
Ruimtebesparende grootformaat
printer
Deze printer is compact en lichtgewicht, vergeleken
met eerder grootformaat printers van Epson. Er is
altijd wel een plek te vinden waar deze past. Het
model zonder voet kan bijvoorbeeld zelfs op een
ladekast worden geplaatst. Lees verder voor
informatie over de afmetingen.
U “Specificaties” op pagina 176
Automatisch schakelen tussen de
automatische papiertoevoer (los vel)
en rolpapier
In deze printer kan niet alleen rolpapier, maar kunnen
tegelijkertijd ook meerdere vellen van A3-formaat of
kleiner in de automatische papiertoevoer worden
geplaatst. Als u in de printerdriver een van deze twee
instellingen selecteert voor de Source (Bron), wordt
automatisch van papierbron gewisseld, zodat u
moeiteloos kunt afdrukken.
Vloeiende bediening terwijl u de
bedieningsinstructies op het scherm
leest
Naast het schermontwerp dat intuïtieve bediening
mogelijk maakt, biedt deze printer tevens
bedieningsinstructies, voorzien van illustraties,
bijvoorbeeld over hoe u papier laadt.
U Bedieningshandleiding (boekje of PDF)
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Inleiding
16
Een eenvoudige,
gebruiksvriendelijke printerdriver
Afdrukinstellingen kunnen eenvoudig worden
geoptimaliseerd door het gewenste gebruik of doel te
kiezen. Dit voorkomt dat u afdrukinstellingen
individueel moet instellen. Als u een instelling voor de
Source (Bron) selecteert, wordt het aantal storingen
vanwege onjuiste papierinvoer verminderd, omdat het
formaat en type van het geladen papier automatisch
wordt toegepast. U kunt niet alleen de ingestelde
voorwaarden controleren in een illustratie in de
printerdriver, maar u kunt ook voor het afdrukken
een gedetailleerde weergave bekijken in het
voorbeeldscherm.
Ondersteuning voor verbinding via
draadloos netwerk
Deze printer kan op elke gewenste plek worden
geplaatst, zonder dat u kabels hoeft te trekken. Hij kan
voor het afdrukken namelijk via een draadloos
toegangspunt met een computer worden verbonden.
Natuurlijk wordt ook een vaste netwerkverbinding
ondersteund.
Daarnaast kunt u ook afdrukken als de printer niet is
verbonden met een netwerk. Hiervoor maakt u
verbinding via Wi-Fi Direct. Vanaf een iOS-kunt u
tevens eenvoudig afdrukken via AirPrint.
U “Schakelen naar een draadloos netwerk” op
pagina 96
U “Rechtstreeks draadloos verbinden (Wi-Fi
Direct)” op pagina 97
U “Afdrukken via AirPrint” op pagina 99
Gebruik en opslag
Installatieruimte
Maak de hieronder aangegeven ruimte helemaal vrij.
Er moet voldoende ruimte zijn voor het papier dat uit
de printer komt en er moet voldoende ruimte zijn om
de cartridges te kunnen vervangen.
Zie de “Tabel met specificaties “ voor de buitenmaten
van de printer.
U “Specificaties” op pagina 176
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series
B D H
SC-T5100 Se-
ries
1318 mm 1270 mm 1063 mm
SC-T3100 Se-
ries
1020 mm 1270 mm 1063 mm
SC-T5100N Series/SC-T3100N Series
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Inleiding
17
B D H
SC-T5100N
Series
1318 mm 915 mm 380 mm
SC-T3100N
Series
1020 mm 915 mm 380 mm
* Aan de achterzijde dient ten minste 130 mm ruimte
vrij te worden gehouden om de maintenance box te
kunnen vervangen.
Tijdens het gebruik van de
printer
Houd tijdens het gebruik van deze printer rekening
met de volgende punten om storingen, defecten en
een mindere afdrukkwaliteit te voorkomen.
Houd u tijdens het gebruik van de printer aan de
gebruikstemperatuur en luchtvochtigheid die in
de tabel met specificaties staan.
U “Specificaties” op pagina 176
Zelfs wanneer aan de vermelde voorwaarden is
voldaan, kunnen er problemen met afdrukken
optreden als de bedrijfsomstandigheden niet
geschikt zijn voor het gebruikte papier. Zorg
ervoor dat u de printer gebruikt in een omgeving
die voldoet aan de vereisten voor het papier. Zie
de documentatie die bij het papier zit voor meer
informatie.
Zorg ook voor de correcte luchtvochtigheid
wanneer u de printer gebruikt in een erg droge
omgeving, een omgeving met airconditioning of
in de volle zon.
Plaats de printer niet naast warmtebronnen of in
een luchtstroom afkomstig van een ventilator of
airconditioner. Het niet voldoen aan deze
voorzorgsmaatregel kan voor droge en verstopte
spuitkanaaltjes van de printkop zorgen.
De printkop wordt mogelijk niet goed afgedekt
(d.w.z. gaat niet naar de rechterkant) als een fout
optreedt en de printer wordt uitgeschakeld
zonder dat de fout eerst is opgelost. Printkoppen
afdekken is een functie voor het automatisch
afdekken van de printkoppen met een kap
(deksel) om te voorkomen dat de printkop
uitdroogt. Zet het apparaat in dit geval aan en
wacht tot de printkoppen automatisch worden
afgedekt.
Trek de stekker van de printer niet los wanneer de
printer is ingeschakeld en schakel de groep niet
uit waar de printer op is aangesloten. De printkop
wordt dan mogelijk niet goed afgedekt. Zet het
apparaat in dit geval aan en wacht tot de
printkoppen automatisch worden afgedekt.
Ook als er niet wordt afgedrukt, wordt er van elke
kleur een beetje inkt gebruikt tijdens het
vervangen van de inktcartridge, het reinigen van
de printkop en andere
onderhoudswerkzaamheden die nodig zijn om de
printkop in goede conditie te houden.
Mogelijk voert de printer automatisch printkop
reiniging uit om de afdrukkwaliteit te
waarborgen. Wacht totdat de reiniging is
voltooid. Open gedurende deze tijd geen kappen
en schakel de stroom niet uit.
Wanneer de printer niet in
gebruik is
Als u de printer niet gebruikt, houd dan rekening met
het volgende. Als u de printer niet goed opbergt, kunt
u de volgende keer problemen ondervinden bij het
afdrukken.
Als u de printer opslaat, zet deze dan op zijn kant
neer met geïnstalleerde inktcartridges. Sla de
printer niet gekanteld, rechtop of ondersteboven
op.
Als u de printer lange tijd niet gebruikt, kunnen
de spuitkanaaltjes verstopt raken. We raden u aan
om eenmaal per week af te drukken om
verstopping te voorkomen.
De roller kan een indruk achterlaten op papier dat
in de printer is achtergebleven. Dit kan ook leiden
tot een krul in het papier met mogelijke
papiertoevoerproblemen of krassen op de
printkop tot gevolg. Verwijder het papier tijdens
opslag.
Berg de printer pas op wanneer u zeker weet dat
de printkop goed is afgedekt (printkop staat
uiterst rechts). Als de printkop lange tijd niet is
afgedekt, kan de afdrukkwaliteit achteruit gaan.
Opmerking:
Zet de printer aan en weer uit als de printkop niet
is afgedekt.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Inleiding
18
Om de ophoping van stof en andere vreemde
materialen in de printer te voorkomen, moet u
alle kappen sluiten voordat hij wordt opgeborgen.
Als de printer gedurende langere tijd niet gebruikt
wordt, moet hij met een antistatische doek of
andere afdekking worden beschermd.
De spuitkanaaltjes van de printkop zijn zeer klein
en kunnen daarom makkelijk verstopt raken als er
stof op de printkop komt. Mogelijk kunt u dan
niet meer goed afdrukken.
De printkop kan in storing gaan als de
omgevingstemperatuur -10 °C of lager is. Als de
omgevingstemperatuur in de ruimte of tijdens het
transport mogelijk -10 °C of lager wordt, zorg er
dan voor dat u eerst de inkt aflaat.
U “Omgang tijdens transport/plaatsing van de
printer in een omgeving van -10 °C of kouder” op
pagina 172
Behandeling van cartridges
Houd voor een goede afdrukkwaliteit rekening met de
volgende punten bij het omgaan met cartridges.
De inktcartridges die bij de printer worden
geleverd, worden deels verbruikt bij de installatie
van de printer. De printkop in de printer wordt
volledig geladen met inkt om afdrukken van hoge
kwaliteit te kunnen produceren. Bij dit eenmalige
proces wordt een bepaalde hoeveelheid inkt
verbruikt. Met de gebruikte inktcartridges
kunnen daarom wellicht minder pagina's worden
afgedrukt dan met volgende inktcartridges.
De startcartridges die bij de printer worden
geleverd, zijn ontwikkeld voor de installatie van
de printer en zijn niet bestemd voor
wederverkoop of gebruik op een later tijdstip.
Nadat er een kleine hoeveelheid inkt is gebruikt
voor het laden, kan de rest worden gebruikt voor
afdrukken. Gebruik voor de eerste installatie de
startcartridge.
We adviseren om cartridges op te slaan bij
kamertemperatuur buiten direct zonlicht en om
ze te gebruiken voor de verloopdatum die op de
verpakking is afgedrukt.
Gebruik alle inkt in de cartridges binnen zes
maanden na het openen van de verpakking, om
goede resultaten te garanderen.
Open de verpakking van de cartridge pas wanneer
u klaar bent om de cartridge in de printer te
installeren. De cartridge is vacuümverpakt om de
kwaliteit te behouden.
Cartridges die gedurende langere tijd bij lage
temperaturen zijn bewaard, moeten ten minste
drie uur de tijd krijgen om op kamertemperatuur
te komen.
Zorg ervoor dat u de tape (geel) verwijdert
voordat u een inktcartridge plaatst. Als u probeert
met kracht een inktcartridge te plaatsen zonder de
tape te verwijderen, werkt de printer mogelijk niet
meer correct. Verwijder nooit andere zaken, zoals
folie of labels. Er kan inkt lekken.
Raak de IC-chip op de cartridges niet aan. Anders
kunt u mogelijk niet meer normaal afdrukken.
U “Cartridges vervangen” op pagina 140
Installeer de inktcartridges voor alle kleuren.
Afdrukken is niet mogelijk als niet alle cartridges
zijn geïnstalleerd.
Zorg ervoor dat er altijd cartridges in de printer
zijn geïnstalleerd. De spuitkanaaltjes van de
printkop kunnen uitdrogen, waardoor afdrukken
niet meer mogelijk is.
Het inktniveau en andere gegevens worden
opgeslagen in de IC-chip zodat cartridges kunnen
worden gebruikt na te zijn verwijderd en
vervangen. Als een inktcartridge die bijna leeg is,
wordt verwijderd en opnieuw wordt geïnstalleerd,
is deze mogelijk niet meer bruikbaar omdat wat
inkt wordt gebruikt om de betrouwbaarheid van
de printer te waarborgen.
Om te voorkomen dat zich vuil afzet op de
inkttoevoerpoort, slaat u een gedeeltelijk
gebruikte inktcartridge op met de
inkttoevoerpoort naar beneden, of horizontaal in
dezelfde omgeving als dit product. De poort voor
de inktuitvoer is weliswaar voorzien van een
klepje waardoor een dop niet nodig is.
Bij een verwijderde cartridge kan er inkt rond de
poort voor de inktuitvoer zitten. Let erop dat u
verder geen vlekken maakt bij het verwijderen
van cartridges.
Om de kwaliteit van de printkop te handhaven
houdt deze printer op met afdrukken voordat
cartridges helemaal zijn opgebruikt.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Inleiding
19
Vermijd het verkleuren van afdrukken tijdens het
weergeven of opslaan van de afdrukken door de
aanwijzigingen in de documentatie van het papier
te volgen.
Opmerking:
Meestal vervagen afdrukken en foto's (veranderen van
kleur) in de loop der tijd als gevolg van de inwerking
van licht en verschillende stoffen in de lucht. Dat geldt
ook voor speciaal afdrukmateriaal van Epson. Maar
met de juiste opslagmethode kan de mate van
kleurverandering tot het minimum beperkt blijven.
Raadpleeg de documentatie bij het speciale
afdrukmateriaal van Epson voor gedetailleerde
informatie over het behandelen van het papier
nadat het is bedrukt.
De kleuren van foto's, posters en andere afdrukken
lijken verschillend onder verschillende
lichtomstandigheden (lichtbronnen
*
). Ook de
kleuren van afdrukken uit deze printer kunnen
verschillend lijken onder verschillende
lichtbronnen.
* Lichtbronnen zijn onder meer de zon, tl-lampen,
gloeilampen enzovoort.
Stroom besparen
De printer wordt automatisch in de slaapstand gezet
of uitgeschakeld als er gedurende een ingestelde
periode geen bewerkingen worden uitgevoerd. U kunt
het energiebeheer zelf instellen. Elke verhoging is van
invloed op de energiezuinigheid van het product.
Houd rekening met het milieu voordat u iets
verandert aan deze instelling.
Slaapstand
De printer gaat in de slaapstand wanneer er geen
fouten zijn, geen afdruktaken worden ontvangen en
niets gebeurt op het bedieningspaneel of elders. Zodra
de printer in de slaapstand gaat, worden het display en
de interne motoren en andere onderdelen
uitgeschakeld, waardoor er minder stroom wordt
verbruikt.
De slaapstand wordt uitgeschakeld als een afdruktaak
wordt ontvangen of als het bedieningspaneel wordt
aangeraakt.
De vertraging voordat de printer naar de slaapstand
gaat, is instelbaar van 1 tot 210 minuten. De
standaardinstelling is dat de printer in de slaapstand
gaat als er 15 minuten lang niets is gebeurd. De
vertraging kan worden gewijzigd in het menu
Basisinstellingen.
U “Algemene instellingen — Basisinstellingen” op
pagina 119
Opmerking:
Zodra de printer in de slaapstand gaat, gaat het display
uit alsof de stroom is uitgeschakeld. Het lampje P blijft
wel branden.
Uitschakelingstimer
Met deze functie wordt de printer automatisch
uitgeschakeld wanneer er gedurende de ingestelde
periode geen fouten optreden, geen afdruktaken
worden ontvangen, en geen handelingen worden
uitgevoerd op het bedieningspaneel of elders.
De standaardinstelling varieert als volgt, afhankelijk
van het model.
SC-T5100/SC-T5100N/SC-T5180/SC-T5180N/
SC-T3100/SC-T3100N/SC-T3180N
Stel in op 8h.
SC-T5130/SC-T5160/SC-T5160N/SC-T3130/
SC-T3130N/SC-T3160/SC-T3160N
Stel in op Uit.
De instellingen voor Energiebeheer kunnen worden
gewijzigd in het menu Basisinstellingen.
U “Algemene instellingen — Basisinstellingen” op
pagina 119
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Inleiding
21
Introductie van de software
Meegeleverde software
In de volgende tabel is de meegeleverde software vermeld.
De meegeleverde softwareschijf bevat de software voor Windows. Als u een Mac of een computer zonder
schijfstation gebruikt, downloadt u de software van http://epson.sn en installeert u deze.
Raadpleeg de online Help van elke softwaretoepassing of de Beheerdershandleiding (online-handleiding) voor
meer informatie over de softwaretoepassingen.
Opmerking:
Handige software die compatibel is met deze printer, wordt gepubliceerd op de Epson-website. Klik op de volgende
koppeling voor meer informatie.
http://www.epson.com
Naam van de software Functie
Printerdriver Installeer de printerdriver om tijdens het afdrukken de functionaliteit van de printer
volledig te benutten.
U “Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver” op pagina 46
EPSON Software Updater Software die controleert of software-updates beschikbaar zijn, u hiervan vervolgens op
de hoogte brengt en de software installeert als een update beschikbaar is. Hiermee
kunt u de firmware en de reeds geïnstalleerde software van de printer bijwerken.
U “Software bijwerken of aanvullende software installeren” op pagina 25
LFP Print Plug-In for Office
(uitsluitend Windows)
Invoegtoepassing voor Microsoft Office-toepassingen (Word, Excel, en PowerPoint).
Deze invoegtoepassing voegt lintopties toe aan Office-toepassingen, die snelle
toegang bieden tot het afdrukken van horizontale en verticale banieren en vergroot
afdrukken.
De invoegtoepassing kan worden geïnstalleerd door deze te selecteren in het scherm
Additional Installation (Aanvullende installatie) wanneer u de software installeert.
U kunt het echter ook later installeren via EPSON Software Updater.
De ondersteunde Microsoft-versies worden hieronder weergegeven.
Office 2003/Office 2007/Office 2010/Office 2013/Office 2016
EpsonNet Config Software voor het configureren van de startinstellingen van het netwerk of het
bulksgewijs wijzigen van de netwerkinstellingen tijdens het installeren of verplaatsen
van Epson-printers en -scanners.
EpsonNet Config wordt niet automatisch geïnstalleerd. Download dit van de
Epson-website en installeer wanneer u hier behoefte aan hebt.
http://www.epson.com
Voor Windows kunt u de software installeren vanuit de volgende map op de
meegeleverde softwareschijf.
\\Network\EpsonNetConfig
U Beheerdershandleiding
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Introductie van de software
22
In de printer geïntegreerde software
De volgende software is vooraf op de printer geïnstalleerd. U kunt deze software opstarten en gebruiken vanuit
een webbrowser via het netwerk.
Naam van de software Functie
Web Config De beveiligingsinstellingen voor het netwerk kunnen vanuit Web Config worden
geconfigureerd. Deze software biedt tevens een functie voor e-mailmeldingen, om u op
de hoogte te brengen van printerstoringen of andere problemen.
U “Web Config gebruiken” op pagina 24
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Introductie van de software
23
Web Config gebruiken
Dit gedeelte bevat instructies over het starten van de
software en een samenvatting van de functies.
Starten
Start de software vanuit een webbrowser op een
computer die of een smart apparaat dat is aangesloten
op hetzelfde netwerk met de printer.
A
Controleer het IP-adres van de printer.
Raak op het startscherm aan, selecteer
het verbonden netwerk en controleer het
IP-adres.
Opmerking:
U kunt het IP-adres ook controleren door een
netwerkverbindingsrapport af te drukken. Raak
vanuit het startscherm in de aangegeven volgorde
de volgende opties aan.
Instel.Algemene instellingen
NetwerkinstellingenVerbinding controleren
B
Open een webbrowser op een computer die of
smart apparaat dat via het netwerk met de
printer is verbonden.
C
Voer het IP-adres van de printer in de
adresbalk van de webbrowser in en druk op de
toets Enter of Return.
Indeling:
IPv4: http://IP-adres van de printer/
IPv6: http://[IP-adres van de printer]/
Voorbeeld:
IPv4: http://192.168.100.201/
IPv6: http://[2001:db8::1000:1]/
Sluiten
Sluit de webbrowser.
Overzicht van de funties
In deze sectie worden de belangrijkste functies van
Web Config behandeld. Raadpleeg de
Beheerdershandleiding voor meer informatie.
Belangrijkste functies
Controleer de status van de printer, bijvoorbeeld
de hoeveelheid resterende inkt.
Controleer de firmwareversie van de printer en
werk de firmware bij.
Configureer de netwerkinstellingen en de
geavanceerde beveiligingsinstellingen van de
printer, zoals SSL/TLS-communicatie, IPsec/
IP-filtering en IEEE 802.1X, die niet op de printer
zelf kunnen worden geconfigureerd.
Bewerk de aangepaste papierinstellingen en
exporteer en importeer deze instellingen.
De aangepaste papierinstellingen die zijn
geregistreerd in Instel.Algemene
instellingenPrinterinstellingenInstelling
aangepast papier van de printer, kunnen worden
gewijzigd en worden geëxporteerd naar een
bestand en vervolgens worden geïmporteerd
(geregistreerd) op een andere printer. Dit is nuttig
als u meerdere printers installeert en voor
allemaal dezelfde aangepaste papierinstellingen
wilt gebruiken.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Introductie van de software
24
Software bijwerken of
aanvullende software
installeren
Als u tijdens de installatie software installeert zoals
beschreven in de Installatiehandleiding, wordt Epson
Software Updater geïnstalleerd. Met Epson Software
Updater kunt u de firmware en al op de computer
geïnstalleerde software bijwerken en aanvullende
software installeren die compatibel is met de printer.
Opmerking:
De software zal indien nodig worden bijgewerkt voor
groter gebruiksgemak en een robuustere werking. Het
wordt aanbevolen het ontvangen van updatemeldingen
met Epson Software Updater in te stellen en de
software zo snel mogelijk bij te werken als er een
melding is.
Controleren of updates
beschikbaar zijn en software
bijwerken
A
Controleer of de computer en de printer de
volgende status hebben.
De computer heeft verbinding met internet.
De printer en de computer kunnen
communiceren.
B
Start Epson Software Updater.
Windows
Geef de lijst met alle programma's weer en
klik vervolgens op Epson Software Updater in
de map Epson Software.
Opmerking:
Als u op de Windows-toets (de toets met het
Windows-logo) op het toetsenbord drukt en
vervolgens de softwarenaam in het zoekveld
van het weergegeven venster typt, wordt de
software meteen weergegeven.
De software kan tevens worden gestart door
op het printerpictogram op de taakbalk van
het bureaublad te klikken en vervolgens
Software Update (Software-update) te
selecteren.
Mac
Selecteer Go (Ga)Applications
(Programma's)Epson Software
EPSON Software Updater.
C
Selecteer de software of handleidingen die
moeten worden bijgewerkt en werk deze bij.
Volg de instructies op het scherm.
c
Belangrijk:
Schakel de computer en de printer tijdens het
bijwerken niet uit.
Opmerking:
Software die niet in de lijst wordt weergegeven,
kan niet worden bijgewerkt met Epson Software
Updater. Controleer of de nieuwste versies van de
software beschikbaar zijn op de Epson-website.
Houd er rekening mee dat u software niet kunt
bijwerken of installeren met Epson Software
Updater als u het besturingssysteem Windows
Server gebruikt. Download de software van de
Epson-website.
http://www.epson.com
Meldingen over updates
ontvangen
Windows
A
Start Epson Software Updater.
B
Klik op Auto update settings (Instellingen
automatische update).
C
Selecteer het interval waarmee op updates moet
worden gecontroleerd in het veld Interval to
Check (Controle-interval) (Interval voor
controle) van de printer en klik vervolgens
op OK.
Mac
In de software is standaard ingesteld dat er elke 30
dagen op updates wordt gecontroleerd en een melding
wordt gegenereerd.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Introductie van de software
25
Papier laden en
instellen
Opmerkingen over het
laden van papier
Let op:
Veeg niet met uw handen langs de randen van het
papier. De randen van het papier zijn dun en
scherp en kunnen letsel veroorzaken.
Verwijder geladen papier uit de printer
De roller kan een indruk achterlaten op papier dat in
de printer is achtergebleven. Bovendien kan het papier
gaan golven of opkrullen vanwege vocht. Hierdoor
kunnen problemen ontstaan tijdens het invoeren van
het papier, kan papier vastlopen of kunnen vlekken op
de afdrukken komen.
Het wordt aanbevolen het papier altijd terug te doen
in de oorspronkelijke verpakking en het horizontaal
op te slaan. Haal het papier pas uit de verpakking als u
het gaat gebruiken.
Laad geen rolpapier waarvan de rechter- en
linkerrand ongelijk zijn
Als u rolpapier laadt waarvan de rechter- en
linkerrand ongelijk zijn, kunnen problemen met de
papierinvoer ontstaan of kan papier gaan ‘wandelen’
tijdens het afdrukken. Rol het papier op om de randen
gelijk te maken of gebruik rolpapier dat geen
problemen vertoont.
Laad geen opgekruld papier
Als u opgekruld papier laadt, kan papier vastlopen of
kunnen vlekken op de afdrukken ontstaan. Maak het
papier voor gebruik vlak door het in tegenovergestelde
richting te buigen of gebruik papier dat geen
problemen vertoont.
Niet-ondersteund papier
Gebruik geen papier dat gegolfd, gescheurd,
afgesneden, gevouwen, te dik of te dun is, waarop
stickers zijn geplakt, enz. Hierdoor kan paper
vastgelopen of kunnen vlekken op de afdrukken
ontstaan. Lees in het gedeelte hieronder welk papier
door de printer wordt ondersteund.
U “Tabel speciaal afdrukmateriaal van Epson” op
pagina 162
U “In de handel verkrijgbaar papier” op pagina 165
Papierlaadpositie
De positie voor het laden van papier varieert,
afhankelijk van de vorm en het formaat van het papier
dat wordt geladen. Raadpleeg het onderstaande voor
gegevens over papier dat in de printer kan worden
gebruikt.
U “Ondersteunde media” op pagina 162
Papierrol
Rolpapier van 329 mm tot de maximaal afdrukbare
breedte kan worden geladen.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Papier laden en instellen
27
Automatische doc.invoer
Meerdere vellen van A3- tot A4-formaat kunnen
worden geladen. Het aantal vellen dat tegelijkertijd
kan worden geladen, varieert afhankelijk van het
papier. Zie het volgende gedeelte voor meer
informatie.
U “Los vel” op pagina 163
Los vel (1 vel)
Een los vel van A4-formaat tot de maximaal
afdrukbare breedte kan worden geladen.
Opmerking:
Voor Papierrol en Los vel (1 vel) wordt dezelfde
papiersleuf gebruikt. Voer een van beide soorten in
de papiersleuf in.
U kunt papier laden in de automatische
papiertoevoer terwijl er rolpapier is geladen. In de
printerdriver kunt u van de ene naar de andere
papierbron schakelen.
Rolpapier laden en
verwijderen
Plaats het rolpapier op de meegeleverde spoel en laad
het rolpapier vervolgens in de printer.
Als u papier vervangt, verwijdert u eerst het geladen
papier.
U “Rolpapier verwijderen” op pagina 32
U “Los vel (1 vel) verwijderen” op pagina 38
Als in de automatische papiertoevoer papier is
geladen, verwijdert u dit en laadt u het opnieuw nadat
u het rolpapier hebt geladen of verwijderd. Verwijder
de stapeleenheid voordat u op rolpapier afdrukt.
U “Papier uit de automatische papiertoevoer
verwijderen” op pagina 36
U “De stapeleenheid (voor gewoon papier) plaatsen
en verwijderen” op pagina 34
Rolpapier laden
Let op:
Zorg dat u de flenzen van de spoel goed vasthoudt
wanneer u een rol papier plaatst. Als u andere
onderdelen vasthoudt wanneer u een rol papier
plaatst, kan uw hand of vinger gewond raken.
Opmerking:
U kunt het papier laden terwijl u de laadprocedure op
het scherm bekijkt. Als u de procedure op het scherm
wilt bekijken, raakt u het informatiegebied van
rolpapier op het startscherm aan.
A
Controleer of Laad papier. op het startscherm
wordt weergegeven en open de kap voor losse
vellen.
B
Ontgrendel de centrale vergrendeling en open
de kap van het rolpapier.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Papier laden en instellen
28
C
Verwijder de geplaatste spoel.
D
Verwijder de transparante flens van de spoel.
E
Plaats het rolpapier op een vlakke ondergrond
en voer vervolgens de spoel in.
Houd de zwarte flens aan de rechterzijde en
plaats het rolpapier zodanig dat de voorrand
zich bevindt zoals in de onderstaande afbeelding.
F
Duw de flens naar het rolpapier totdat er geen
ruimte meer is tussen de flens en het rolpapier.
G
Bevestig de transparante flens en duw deze in
het rolpapier totdat er geen ruimte meer is
tussen de flens en het rolpapier.
Als zich aan beide zijden tussen de flens en het
rolpapier ruimte bevindt, kan het scheef
worden ingevoerd en kan dit leiden tot storingen.
H
Plaats de papierrol zodanig dat de zwarte flens
van de spoel zich aan de rechterzijde bevindt en
plaats vervolgens de spoelschachten in de
inkepingen in de linker- en rechterzijde van de
spoelhouder.
I
Controleer of de voorrand van het rolpapier
niet gevouwen is en plaats dit in de papiersleuf
totdat u een pieptoon hoort.
c
Belangrijk:
Pak het papier bij de randen beet en plaats
het recht in de papiersleuf. Als u het papier
scheef invoert, leidt dit tot een storing of kan
het paper vastgelopen.
Opmerking:
Als de voorrand van het rolpapier niet
horizontaal is, of als het niet recht is afgesneden,
wordt het na het laden automatisch recht
afgesneden. Het papier wordt echter niet
afgesneden als Automatisch snijden is ingesteld
op Uit.
J
Sluit de kap van de papierrol en de afdekking
voor losse vellen.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Papier laden en instellen
29
K
Stel op het weergegeven scherm het papiertype
in dat overeenkomt met het geladen papier, en
stel indien nodig het beheer voor de resterende
hoeveelheid papier in.
Als u niet het juiste papiertype instelt, leidt dit
problemen met de afdrukkwaliteit. Raadpleeg
het volgende gedeelte voor meer informatie
over papiertypen en instellingen voor de
resterende hoeveelheid.
U “Voor rolpapier” op pagina 39
c
Belangrijk:
Als papier met een met B1 overeenkomende
breedte is geladen in SC-T5100 Series/
SC-T5100N Series
Til de papiersteun voor papier van
B1-breedte, zoals getoond in de afbeelding,
alleen op als u papier met B1-breedte (718
tot 738 mm) hebt geladen. Als u de
papiersteun voor papier met B1-breedte niet
optilt, kan het afdrukoppervlak vlekken of
vegen vertonen.
Laat de steun omlaag als u op een ander
formaat dan B1-breedte afdrukt.
L
Controleer voor SC-T5100 Series en SC-T3100
Series of de bevestigde papieropvang geopend is.
Opmerking:
Sluit de papieropvang voordat u banieren of
andere documenten afdrukt met een formaat dat
niet in de papieropvang past. Voordat het uit de
printer geworpen papier op de grond komt, raden
we aan om het met twee handen vast te pakken
vlakbij de uitwerpsleuf en dat u het lichtjes blijft
ondersteunen tot het afdrukken voltooid is.
Het rolpapier afsnijden
Automatisch snijden
Automatisch snijden is op de printer standaard
ingesteld op Aan. Als Aan is ingesteld wordt het
rolpapier op de volgende momenten automatisch
afgesneden.
Als wordt gedetecteerd dat de voorrand niet
horizontaal is
Nadat het rolpapier is geladen, wordt de voorrand
recht afgesneden.
Wanneer het afdrukken van een pagina is
voltooid
Het rolpapier wordt afgesneden voordat het
afdrukken van de volgende pagina begint.
Als u niet elke pagina wilt afsnijden, of als u op een
specifieke gewenste positie wilt afsnijden, raadpleegt u
de volgende procedure.
Afsnijden op laatst afgedrukte
pagina of op een gewenste positie
Schakel automatisch afsnijden in de printerdriver uit,
druk af en snijd vervolgens na het afdrukken via het
menu Papier toevoeren/snijden van de printer.
A
Selecteer in de printerdriver Off (Uit) in
Advanced (Geavanceerd)Roll Paper
Option (Rolpapieroptie)Auto Cut
(Automatisch afsnijden) en start het afdrukken.
Laat de instelling voor automatisch afsnijden
op de printer ingeschakeld.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Papier laden en instellen
30
Opmerking:
De instelling voor automatisch afsnijden in
de printerdriver heeft voorrang boven de
instelling van de printer. De instelling voor
automatisch afsnijden in de printerdriver
wordt hersteld naar de standaardinstelling
Normal Cut (Normaal afsnijden) als de
toepassing wordt gesloten.
Als u automatisch afsnijden wilt
uitschakelen wanneer u afdrukt in de modus
HP-GL/2 of vergroot kopiëren, schakelt u de
instelling voor automatisch afsnijden in de
printer uit. Raak op het startscherm het
informatiegebied van rolpapier —
Geavanceerde media-instelling
Automatisch snijdenUit aan. De
wijziging naar de instelling wordt opgeslagen
als instelling voor het momenteel
geselecteerde papiertype.
B
Raak nadat het afdrukken is voltooid op het
startscherm van de printer het
informatiegebied van rolpapier — Papier
toevoeren/snijden aan.
Gebruik de knoppen die op het scherm worden
weergegeven om het papier te snijden en toe te
voeren.
Afsnijden op de standaard snijdpositie van de
printer (direct na de ondermarge)
Raak de knop (Knippen) aan. Het papier
wordt afgesneden en de voorrand van het
papier keert terug naar de afdrukpositie.
Afsnijden op een gewenste positie
Houd de knop (Vooruit (Vooruit)) of
(Achteruit (Achteruit)) vast totdat de gewen-
ste snijdpositie zich op de positie van de stip-
pellijn in de afbeelding bevindt.
Een snijdpositie kan niet verder naar binnen
dan de ondermarge worden ingesteld.
Raak de knop (Knippen) aan.
Het papier wordt afgesneden.
Opmerking:
Als de lengte van in de afbeelding korter is
dan de volgende lengte, wordt het papier
automatisch ingevoerd tot op het moment van
snijden de gewenste lengte is verkregen.
Gewoon papier of calqueerpapier: 100
mm
Fotopapier of gecoat papier: 80 mm
Synthetisch papier of ander dik papier:
60 mm
In de handel verkrijgbaar
synthetisch of canvaspapier knippen
met een schaar
Als u in de handel verkrijgbaar papier gebruikt dat
niet netjes kan worden afgesneden met het mes van de
printer, drukt u snijlijnen af en knipt u het papier met
een schaar.
c
Belangrijk:
Als in de handel verkrijgbaar synthetisch of
canvaspapier met het geïntegreerde mes
wordt gesneden, kan het mes beschadigd
raken of kan de levensduur hiervan worden
verkort. Als u dergelijk papier gebruikt, knipt
u het papier met een schaar, zoals beschreven
in de volgende procedure.
Gebruik geen mes. De printer kan beschadigd
raken.
A
Schakel de instelling voor automatisch
afsnijden uit en start het afdrukken.
Als u snijlijnen wilt afdrukken, schakelt u de
instelling voor automatisch afsnijden in de
printer uit. Als u afdrukt via de printerdriver,
schakelt u deze instelling ook in de
printerdriver uit.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Papier laden en instellen
31
Printerinstellingen
Informatiegebied van rolpapier —
Geavanceerde media-instelling
Automatisch snijdenUit op het
startscherm.
Printerdriver instellen
Advanced (Geavanceerd)Roll Paper
Option (Rolpapieroptie)Auto Cut
(Automatisch afsnijden)Off (Uit)
B
Raak nadat het afdrukken is voltooid op het
startscherm van de printer het
informatiegebied van rolpapier — Papier
toevoeren/snijden aan.
C
Bedien de knoppen die op het scherm worden
weergegeven.
Afdruklijnen afdrukken op de
standaardpositie van de printer (direct na de
ondermarge)
Raak de knop (Knippen) aan. Het
selectiescherm voor snij- of afdruklijnen wordt
weergegeven.
Snijlijnen op een gewenste positie afdrukken
Houd de knop (Vooruit (Vooruit)) of
(Achteruit (Achteruit)) vast totdat de gewenste
voor het afdrukken van snijlijnen zich op de
positie van de stippellijn in de afbeelding bevindt.
Snijlijnen kunnen niet verder naar binnen dan
de ondermarge worden afgedrukt. Als u klaar
bent met het verplaatsen van het papier, raakt u
(Knippen) aan. Het selectiescherm voor
snij- of afdruklijnen wordt weergegeven.
D
Raak Hulplijn afdruk snijden aan.
Er worden snijlijnen afgedrukt en het papier
wordt automatisch uitgeworpen tot een positie
waar het eenvoudig met een schaar kan worden
geknipt.
E
Knip het papier met een schaar langs de snijlijn
af en raak vervolgens Gereed aan.
Het papier wordt weer opgerold tot de
voorrand van het papier zich in de
afdrukpositie bevindt.
Rolpapier verwijderen
Hieronder wordt het verwijderen en opslaan van
rolpapier na het afdrukken beschreven. De
aandrukrollen kunnen een afdruk achterlaten op
rolpapier dat in de printer is geladen.
Opmerking:
U kunt het papier verwijderen terwijl u de procedure
op het scherm bekijkt. Als u de procedure op het scherm
wilt bekijken, raakt u op het startscherm het
informatiegebied van rolpapier — Verwijderen aan.
A
Wanneer de achterste rand van het afgedrukte
papier in de printer wordt vastgehouden, pakt
u beide randen van het papier met uw handen
beet en trekt u het papier naar u toe.
Het afgedrukte papier valt automatisch uit de
printer als de volgende afdruktaak wordt gestart.
B
Open de afdekking voor losse vellen.
C
Ontgrendel de centrale vergrendeling en open
de kap van het rolpapier.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Papier laden en instellen
32
D
Raak Verwijderen aan.
Het papier wordt opgerold en uitgevoerd.
Opmerking:
Als afgedrukt papier niet wordt afgesneden en
in de printer blijf, wordt een bevestigingsscherm
weergegeven.
Raak Knippen aan om het papier op de
standaardpositie af te snijden, of raak Hulplijn
afdruk snijden aan om op de standaardpositie
snijlijnen af te drukken.
Als u de snijpositie of de afdrukpositie voor
snijlijnen wilt wijzigen naar een gewenste
positie, raakt u Sluiten aan en wijzigt u de
positie in het menu Papier toevoeren/snijden.
Zie het volgende gedeelte voor meer informatie.
U “Het rolpapier afsnijden” op pagina 30
E
Houd de flensen aan beide uiteinden van de
spoel vast en verwijder de spoel uit de
spoelhouder.
F
Maak de transparante flens los van de spoel.
G
Verwijder de spoel uit het rolpapier.
c
Belangrijk:
Rol het papier goed op en bewaar het in de
oorspronkelijke verpakking.
H
Bevestig de transparante flens aan de spoel en
plaats de spoel terug in de printer.
I
Sluit de kap van de papierrol en de afdekking
voor losse vellen.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Papier laden en instellen
33
B
Kantel de automatische papiertoevoer naar
achteren en trek hem er vervolgens naar boven
toe uit.
C
Laat vellen papier met de afdrukzijde naar
boven in de automatische papiertoevoer.
Lijn de randen van het papier uit en laad het
papier.
c
Belangrijk:
Plaats alle papier in staande richting. Door
het papier in liggende richting te plaatsen,
kan de afdrukkwaliteit teruglopen.
D
Schuif de zijgeleiders tegen de randen van het
papier aan.
Als de zijgeleiders niet tegen het papier worden
geplaatst, kan het papier scheef worden
ingevoerd, waardoor storingen kunnen
ontstaan of papier kan vastlopen.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Papier laden en instellen
35
Laden en verwijderen
van Los vel (1 vel)
Laden van Los vel (1 vel)
Wanneer rolpapier is geladen, verwijdert u dit.
U “Rolpapier verwijderen” op pagina 32
Wanneer papier is geladen in de automatische
papiertoevoer, verwijdert u dit en vouwt u de
automatische papiertoevoer naar beneden. Als de
stapeleenheid is bevestigd, verwijdert u deze.
U “Papier uit de automatische papiertoevoer
verwijderen” op pagina 36
U “De stapeleenheid (voor gewoon papier) plaatsen
en verwijderen” op pagina 34
A
Controleer of Laad papier. op het startscherm
wordt weergegeven en raak vervolgens
PapierinstellingLos vel (1 vel) aan.
B
Open de afdekking voor losse vellen.
C
Laad een vel papier met de afdrukzijde naar
boven en lijn de rechterrand uit met de
markering voor het papierformaat aan de
rechterzijde.
c
Belangrijk:
Plaats alle papier in staande richting. Door
het papier in liggende richting te plaatsen,
kan de afdrukkwaliteit teruglopen.
D
Plaats de voorrand van het papier recht in de
papiersleuf totdat u een pieptoon hoort.
c
Belangrijk:
Pak het papier bij de randen beet en plaats
het recht in de papiersleuf. Als u het papier
scheef invoert, leidt dit tot een storing of kan
het paper vastgelopen.
E
Stel op het weergegeven scherm het papiertype
en -formaat in dat overeenkomt met het
geladen papier.
Als u niet het juiste papiertype instelt, leidt dit
problemen met de afdrukkwaliteit. Raadpleeg
het volgende gedeelte voor meer informatie
over papiertypen en -formaten.
U “Voor Automatische doc.invoer/Los vel (1
vel)” op pagina 41
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Papier laden en instellen
37
c
Belangrijk:
Wanneer papier van B1-formaat is geladen
in SC-T5100 Series/SC-T5100N Series
Til de papiersteun voor papier van
B1-breedte, zoals getoond in de afbeelding,
alleen op als u papier met B1-breedte (718
tot 738 mm) hebt geladen. Als u de
papiersteun voor papier met B1-breedte niet
optilt, kan het afdrukoppervlak vlekken of
vegen vertonen.
Laat de steun omlaag als u op een ander
formaat dan B1-breedte afdrukt.
F
Controleer voor SC-T5100 Series en SC-T3100
Series of de bevestigde papieropvang geopend is.
Los vel (1 vel) verwijderen
Niet-bedrukte losse vellen
verwijderen
Raak op het startscherm PapierinstellingLos vel
(1 vel)Verwijderen aan.
Het papier wordt uitgevoerd.
Bedrukte losse vellen verwijderen
Neem het papier met uw handen aan beide zijden vast
en trek het uit de printer.
De voorrand van het papier stopt na het afdrukken op
de positie waarin het zich in de printer bevindt. Het
papier valt automatisch uit de printer als de volgende
afdruktaak wordt gestart voordat het papier
handmatig uit de printer wordt genomen.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Papier laden en instellen
38
Instelling geladen papier
Voor rolpapier
Configureer de volgende instellingen na het laden van
het rolpapier.
Instellingen voor Papiertype
Dit is de belangrijkste instelling voor het verkrijgen
van optimale afdrukresultaten. Als u geen papiertype
instelt dat overeenkomt met het geladen papier, kan
dit leiden tot kreuken, vegen, ongelijke kleuren en
andere problemen.
Instellingen voor Resterende hoeveelheid beheren
Als u de instelling Resterende hoeveelheid beheren
inschakelt en vervolgens de totale lengte van het
geladen rolpapier instelt, wordt een schatting van de
resterende hoeveelheid rolpapier weergegeven op het
startscherm van de printer en in het scherm van de
printerdriver. Er kan tevens een melding worden
weergegeven wanneer het papier bijna op is.
De waarden voor de resterende hoeveelheid worden
opgeslagen bij het bijbehorende papiertype. Zo kan de
resterende hoeveelheid afzonderlijk worden beheerd
voor bijvoorbeeld gewoon papier en calqueerpapier.
Opmerking:
Als u de resterende hoeveelheid wilt beheren voor twee
rollen papier van hetzelfde type maar met een andere
breedte, registreert u de breedte van een van deze beide
rollen in Instelling aangepast papier. Met Instelling
aangepast papier voegt u een nieuw instelling voor het
papiertype toe. Voer de registratie uit in Instel.
Algemene instellingenPrinterinstellingen
Instelling aangepast papier. Raadpleeg voor
informatie over Instelling aangepast papier het
volgende menu Instelling aangepast papier.
U “Algemene instellingen — Printerinstellingen” op
pagina 121
Instellen
A
Het momenteel ingestelde papiertype wordt na
het laden van het rolpapier op het scherm
weergegeven.
Papiertype wijzigen
Ga verder bij stap 2.
Wanneer u Resterend papier instelt zonder
Papiertype te wijzigen
Ga verder bij stap 5.
Wanneer u geen van beide wijzigt
Raak OK aan. U kunt het afdrukken starten als
Gereed op het scherm wordt weergegeven.
Opmerking:
De instellingen worden bevestigd als er gedurende
90 seconden op het bovenstaande scherm geen
bewerkingen worden uitgevoerd. Als u de
instellingen later wilt wijzigen, raakt u op het
startscherm in het informatiegebied van
rolpapier — Papiertype wijzigen aan en
configureert u de instellingen.
B
Raak Papiertype aan.
Het volgende scherm voor de selectie van het
papiertype wordt weergegeven.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Papier laden en instellen
39
Opmerking:
De drie meest recent geselecteerde papiertypen
worden weergegeven, naast Overige.
C
Selecteer het papiertype dat overeenkomt met
het geladen rolpapier.
Speciaal afdrukmateriaal van Epson
Selecteer dezelfde productnaam als vermeld op
de verpakking van het papier.
In de handel verkrijgbaar niet-Epson-papier
Selecteer de volgende in de handel verkrijgbare
papiertypen.
Gewoon papier
Coated Paper(Generic)
Photo Paper(Generic)
Tracing Paper
Tracing Paper <LowDuty>
Matte Film
Als u een papiertype wilt selecteren dat niet op
het scherm wordt weergegeven, raakt u
Overige aan.
Selecteer een categorie en selecteer het
gewenste papiertype.
Opmerking:
Als u in het scherm voor de categorieselectie naar
beneden schuift, wordt Aangepast papier
weergegeven. Als u aangepast papier wilt
selecteren dat al is geregistreerd, raakt u
Aangepast papier aan.
D
Zodra het papiertype is geselecteerd, wordt het
bij stap 1 beschreven scherm weergegeven.
Als u de instelling voor het beheren van de
resterende hoeveelheid niet wilt instellen, raakt
u OK aan.
E
Raak Resterend papier aan.
F
Raak Instelling aan.
De instelling wijzigt in Aan en Resterende
hoeveelheid en Waarschuwing voor resterend
worden ingeschakeld. Raak elke instelling aan
en voer als volgt waarden in.
Resterende hoeveelheid: totale lengte van het
rolpapier (zie de bij het rolpapier geleverde
handleiding)
Waarschuwing voor resterend: waarde voor
de resterende hoeveelheid voor het moment
waarop een waarschuwingen voor de
resterend hoeveelheid moet worden
weergegeven.
Opmerking:
Voer op het numeriek toetsenblok een waarde in.
Deze waarde moet in ieder geval een decimaal
bevatten. Als u bijvoorbeeld 5 m wilt invoeren,
raakt u [5] en [0] aan.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Papier laden en instellen
40
G
Raak bovenaan het scherm aan om terug te
keren naar het scherm dat wordt weergegeven
bij stap 5 en raak vervolgens OK aan.
U kunt het afdrukken starten als Gereed op het
scherm wordt weergegeven.
Opmerking:
Als u het papier vervangt nadat de indicatie voor de
resterende hoeveelheid 0 m aangeeft, of als het papier
daadwerkelijk op is, wordt de waarde voor Resterende
hoeveelheid weer ingesteld op de standaardinstelling
van 30 m.
Voor Automatische doc.invoer/
Los vel (1 vel)
Configureer de volgende instellingen nadat u papier
hebt geladen in de Automatische doc.invoer of nadat
u Los vel (1 vel) hebt geladen.
Instellingen voor Papiertype
Dit is de belangrijkste instelling voor het verkrijgen
van optimale afdrukresultaten. Als u geen papiertype
instelt dat overeenkomt met het geladen papier, kan
dit leiden tot kreuken, vegen, ongelijke kleuren en
andere problemen.
Instelling voor Papierformaat
Het papierformaat van het papier dat in de
automatische papiertoevoer is geladen, of Los vel
(1 vel) dat is geladen, wordt niet automatisch
gedetecteerd. Stel het formaat van het geladen papier in.
Instellen
A
Het momenteel ingestelde papiertype wordt na
het laden van het losse vel op het scherm
weergegeven.
Papiertype wijzigen
Ga verder bij stap 2.
Wanneer u Papierformaat wijzigt zonder
Papiertype te wijzigen
Ga verder bij stap 4.
Wanneer u geen van beide wijzigt
Raak OK aan. U kunt het afdrukken starten als
Gereed op het scherm wordt weergegeven.
Opmerking:
De instellingen worden bevestigd als er gedurende
90 seconden op het bovenstaande scherm geen
bewerkingen worden uitgevoerd. Als u de
instellingen later wilt wijzigen, raakt u vanaf het
startscherm de volgende opties achtereenvolgens
aan en configureert u deze instellingen.
Automatische doc.invoer
PapierinstellingAutomatische
doc.invoerType/formaat papier wijzigen
Los vel (1 vel)
PapierinstellingLos vel (1 vel)Type/
formaat papier wijzigen
B
Raak Papiertype aan.
Het volgende scherm voor de selectie van het
papiertype wordt weergegeven.
Opmerking:
De drie meest recent geselecteerde papiertypen
worden weergegeven, naast Overige.
C
Selecteer het papiertype dat overeenkomt met
het geladen papier.
Speciaal afdrukmateriaal van Epson
Selecteer dezelfde productnaam als vermeld op
de verpakking van het papier.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Papier laden en instellen
41
In de handel verkrijgbaar niet-Epson-papier
Selecteer de volgende in de handel verkrijgbare
papiertypen.
Gewoon papier
Coated Paper(Generic)
Photo Paper(Generic)
Tracing Paper
Tracing Paper <LowDuty>
Matte Film
Als u een papiertype wilt selecteren dat niet op
het scherm wordt weergegeven, raakt u
Overige aan.
Selecteer een categorie en selecteer het
gewenste papiertype. Zodra het papiertype is
bevestigd, wordt het bij stap 1 beschreven
scherm weergegeven.
Opmerking:
Als u in het scherm voor de categorieselectie naar
beneden schuift, wordt Aangepast papier
weergegeven. Als u aangepast papier wilt
selecteren dat al is geregistreerd, raakt u
Aangepast papier aan.
D
Raak Papierformaat aan.
Als u het papierformaat niet wilt wijzigen, raakt
u OK aan.
Automatische doc.invoer
Los vel (1 vel)
Selecteer een categorie en selecteer het
gewenste papierformaat.
Opmerking:
Afwijkende formaten instellen
Als u een afwijkend formaat wilt instellen, raakt
u Gebruikergedef. onderaan de lijst aan en voert
u de breedte en lengte van het papier in.
Voer op het numeriek toetsenblok een waarde in.
Deze waarde moet in ieder geval een decimaal
bevatten. Als u bijvoorbeeld 5 m wilt invoeren,
raakt u [5] en [0] aan.
E
Wanneer het scherm voor stap 1 opnieuw
wordt weergegeven, raakt u OK aan.
U kunt het afdrukken starten als Gereed op het
scherm wordt weergegeven.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Papier laden en instellen
42
Papierinstellingen
optimaliseren (Media
aanpassen)
Voer in de volgende gevallen Media aanpassen uit.
Hiermee kunt u de instellingen aanpassen zodat u
correct kunt afdrukken op het te gebruiken papier in
een wizardinstelling.
Wanneer zich op het afdrukresultaat strepen of
lijnen bevinden, of als de tekst onscherp is
Bij registratie met instellingen voor aangepast
papier
De aanpassingsresultaten worden opgeslagen totdat
de aanpassing opnieuw wordt uitgevoerd. Nadat de
aanpassing is voltooid, kunt u correct afdrukken door
eenvoudigweg het betreffende papiertype te selecteren.
Opmerking:
Aanpassing voor papier dat is geregistreerd met
aangepaste papierinstellingen
Met rolpapier en losse vellen, zijn de instellingen voor
optimale afdrukresultaten verschillend, zelfs als het
papiertype exact hetzelfde is. Wanneer u zowel
rolpapier als losse vellen van hetzelfde papiertype
gebruikt, registreert u afzonderlijk aangepast papier en
voert u de aanpassingen los van elkaar uit.
Met Instelling aangepast papier voegt u een nieuw
instelling voor het papiertype toe. Voer de registratie
uit in Instel.Algemene instellingen
PrinterinstellingenInstelling aangepast papier.
Raadpleeg voor informatie over Instelling aangepast
papier het volgende menu Instelling aangepast papier.
U “Algemene instellingen — Printerinstellingen” op
pagina 121
Opmerkingen bij het uitvoeren
van aanpassingen
Laat het papier waarvoor de aanpassing is vereist
op de juiste wijze en selecteer het papiertype dat
overeenkomt met het geladen papier.
Als papier met zichtbare krullen, kreuken, golven
vouwen of andere oneffenheden wordt gebruikt,
is een correcte aanpassing wellicht niet mogelijk.
Verwijderd gekruld, gegolfde of gevouwen delen
door deze af te snijden.
Aanpassingsprocedure
De aanpassingsprocedure wordt uitgevoerd via een
wizard. Als u de bewerkingen uitvoert conform de
instructies die op het scherm worden weergegeven,
wordt twee keer een set aanpassingspatronen
afgedrukt.
Aanpassing wordt uitgevoerd middels het visueel
controleren van de eerste set patronen ten opzichte
van de tweede set en het specificeren van de optimale
patronen.
De volgende informatie toont de lengte van en het
aantal vellen dat wordt gebruikt voor het afdrukken
van het aanpassingspatroon.
Rolpapier: circa 420 mm
Automatische papiertoevoer: 2 vellen va A4- of
A3-formaat
Los vel: 1 vel voor A2-formaat of groter, 2 vellen voor
formaten kleiner dan A2-formaat
A
Raak vanuit het startscherm de volgende opties
aan.
Papierrol
Informatiegebied van rolpapier — Media
aanpassen
Automatische doc.invoer
PapierinstellingAutomatische
doc.invoerMedia aanpassen
Los vel (1 vel)
PapierinstellingLos vel (1 vel)Media
aanpassen
B
Raak Start aan.
Het afdrukken van de eerste set
aanpassingspatronen wordt gestart.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Papier laden en instellen
43
c
Belangrijk:
Wanneer u losse vellen van A2-formaat of
groter gebruikt, of wanneer u rolpapier
gebruikt terwijl automatisch afsnijden is
uitgeschakeld kan het papier niet worden
verwijderd om de tweede set
aanpassingspatronen af te drukken, ook niet
als het afdrukken van de eerste set is
voltooid. Trek niet aan het bedrukte papier.
Opmerking:
Voordat het aanpassingspatroon wordt
afgedrukt, wordt eerst automatisch een controle
van de spuitkanaaltjes uitgevoerd. Als wordt
vastgesteld dat spuitkanaaltjes verstopt zijn,
wordt het schoonmaken gestart en wordt het
aanpassingspatroon afgedrukt nadat het
schoonmaken is voltooid.
C
Voer de numerieke waarde in voor het patroon
met de minste strepen in het afgedrukte
aanpassingspatroon voor #1 en raak volgens
Aanpassing #2 aan.
In het volgende voorbeeld heeft patroon 0 de
minste strepen. Hiervoor zou u dus 0 invoeren.
Als er geen verschil is tussen de twee naast
elkaar gelegen patronen en u niet zeker weet
welke het beste is, voert u de tussenliggende
numerieke waarde in. Als u bijvoorbeeld niet
zeker weet of u patroon 0 of 2 moet invoeren,
voert u 1 in.
D
Voer op dezelfde wijze als voor #1 de
numerieke waarde in voor het patroon met de
minste strepen in het afgedrukte
aanpassingspatroon voor #2 en raak volgens
Aanpassing #3 aan.
E
Voer de numerieke waarde in voor het patroon
met de best zichtbare rechte lijn in het
afgedrukte aanpassingspatroon voor #3 en raak
volgens Aanpassing #4 aan.
In het volgende voorbeeld heeft patroon 0 de
best zichtbare rechte lijn. Hiervoor zou u dus 0
invoeren.
Als er geen verschil is tussen de twee naast
elkaar gelegen patronen en u niet zeker weet
welke het beste is, voert u de tussenliggende
numerieke waarde in. Als u bijvoorbeeld niet
zeker weet of u patroon 0 of 2 moet invoeren,
voert u 1 in.
F
Voer op dezelfde wijze als voor #3 de
numerieke waarde in voor het patroon met de
best zichtbare rechte lijn in het afgedrukte
aanpassingspatroon voor #4.
G
Raak OK aan.
Het afdrukken van de tweede set
aanpassingspatronen wordt gestart. Voor losse
vellen kleiner dan A2-formaat laadt u het
tweede vel papier.
c
Belangrijk:
Wanneer u losse vellen van A2-formaat of
groter gebruikt, of wanneer u rolpapier
gebruikt terwijl automatisch afsnijden is
uitgeschakeld, wordt het deel waarop de
eerste set patronen is afgedrukt weer in de
printer ingevoerd voor het afdrukken van de
tweede set patronen. Raak het papier niet
met uw handen aan.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Papier laden en instellen
44
H
Voer de numerieke waarde in voor het patroon
met de minste strepen in het afgedrukte
aanpassingspatroon voor #1 en raak volgens
Aanpassing #2 aan.
In het volgende voorbeeld heeft patroon 0 de
minste strepen. Hiervoor zou u dus 0 invoeren.
I
Voer op dezelfde wijze als voor #1 de
numerieke waarde in voor het patroon met de
minste strepen in het afgedrukte
aanpassingspatroon voor #2 en raak volgens
Aanpassing #3 aan.
J
Voer de numerieke waarde in voor het patroon
met de minste strepen in het
aanpassingspatroon voor #3 en raak volgens
OK aan.
In het volgende voorbeeld heeft patroon 0 de
minste strepen. Hiervoor zou u dus 0 invoeren.
Als er geen verschil is tussen de twee naast
elkaar gelegen patronen en u niet zeker weet
welke het beste is, voert u de tussenliggende
numerieke waarde in. Als u bijvoorbeeld niet
zeker weet of u patroon 0 of 2 moet invoeren,
voert u 1 in.
De resultaten van de aanpassing worden opgeslagen
als instellingen voor het momenteel geselecteerde
papiertype. De optimale afdrukresultaten kunnen
worden vanaf de volgende keer worden verkregen
door dat papiertype te selecteren.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Papier laden en instellen
45
Afdrukken vanaf de
computer via de
printerdriver
Procedures voor
standaardbewerkingen
(Windows)
Afdrukprocedure
In dit gedeelte wordt de standaardprocedure
beschreven voor het afdrukken van verschillende
soorten gegevens, waaronder gegevens uit Word,
Excel en PowerPoint van Microsoft Office en pdf’s
van Adobe Acrobat, via de printerdriver vanaf een
computer.
A
Zet de printer aan en laad het papier.
U “Rolpapier laden” op pagina 28
U “Papier in de automatische papiertoevoer
laden” op pagina 34
U “Laden van Los vel (1 vel)” op pagina 37
B
Wanneer u de gegevens in een toepassing hebt
gemaakt, klikt u op Print (Afdrukken) in het
menu File (Bestand).
C
Selecteer de printer in Printer en klik
vervolgens op Printer Properties
(Printereigenschappen).
Het dialoogvenster van de printerdriver
verschijnt.
Opmerking:
Afdrukken van een pdf-bestand
Selecteer in het dialoogvenster Afdrukken van
Adobe Acrobat het selectierondje Actual size
(Ware grootte) (of Page Scaling: None
(Paginaschaling: geen)) en schakel het
selectievakje Choose paper source by PDF page
size (Papierbron selecteren op basis van
formaat pdf-pagina) in. Als u het formaat wilt
vergroten of verkleinen, configureert u de
instelling in het dialoogvenster voor instellingen
van de printerdriver.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
46
D
Controleer Document Size
(Documentformaat) op het tabblad Printer
Settings (Printerinstellingen) van de
printerdriver.
Het papierformaat dat in de toepassing is
ingesteld, wordt automatisch weergegeven. Het
papierformaat (paginaformaat) van sommige
toepassingen, zoals PowerPoint, wordt
mogelijk niet correct weergegeven. Klik in dat
geval op Settings... (Instellingen...) en geef het
formaat op in het weergegeven dialoogvenster
Change Paper Size (Papierformaat wijzigen).
Als het gewenste formaat niet beschikbaar is in
de vervolgkeuzelijst van het dialoogvenster
Change Paper Size (Papierformaat wijzigen)
klikt u op Custom Paper Size... (Aangepast
papierformaat...), stelt u het aangepaste
formaat in en slaat u de instellingen op.
U “Afdrukken op afwijkende maten” op
pagina 66
E
Stel Output Size (Uitvoerformaat) in.
Als u het formaat wilt vergroten of verkleinen,
selecteert u het Document Size
(Documentformaat) in de onderstaande
vervolgkeuzelijst.
Zie de onderstaande informatie voor meer
details over instellingen voor vergroten.
U “Vergrotingen en horizontale en verticale
banners” op pagina 60
F
Selecteer Source (Bron) en controleer de
rolpapierbreedte (papierformaat in het geval
van losse vellen) en het papiertype.
Kies uit Roll Paper (Rolpapier), Auto Sheet
Feeder (Automatische papiertoevoer) en Sheet
(Vel). Als u een papierbron selecteert waarvoor
in de printer geen papier is geladen, wordt
weergegeven.
Voor Roll Paper Width (Rolpapierbreedte)
(Paper Size (Papierformaat) bij losse vellen) en
Media Type (Afdrukmateriaal), worden de
instellingen automatisch geconfigureerd in het
bedieningspaneel van de printer.
Opmerking:
Als het papier wordt geladen of gewijzigd nadat
het dialoogvenster van de printerdriver wordt
geopend, worden de instellingen voor het
papierformaat en het papiertype die op de printer
worden geconfigureerd, niet toegepast. Klik in dit
geval op de knop Acquire Info (Info opvr.) om de
instellingen toe te passen.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
47
G
Selecteer Select Target (Doel select.) in Print
Quality (Afdrukkwaliteit).
Kies een optie volgens het type document en
hoe dit wordt gebruikt.
Als u de kleurcorrectiemethode of de
kleurbalans nauwkeurig wilt instellen conform
uw voorkeuren, schakelt u het selectievakje
Simple Settings (Eenvoudige instellingen) uit.
Zie het volgende gedeelte voor meer informatie.
U “Kleuren corrigeren en afdrukken” op
pagina 70
H
Controleer of het selectievakje Print Preview
(Afdrukvoorbeeld) is ingeschakeld en klik
vervolgens op OK.
Als u geen voorbeeld hoeft te zien, schakelt u
het selectievakje uit en klikt u vervolgens
op OK.
Opmerking:
In het afdrukvoorbeeld kunt u de
afdrukinstellingen controleren en wijzigen terwijl
wordt weergegeven hoe de afbeelding
daadwerkelijk zal worden afgedrukt. Het wordt
aanbevolen het afdrukvoorbeeld te controleren
wanneer u afdrukt op rolpapier of op papier met
een groot formaat.
I
Klik in het dialoogvenster Afdrukken van de
toepassing op Print (Afdrukken).
Het scherm met het afdrukvoorbeeld wordt
weergegeven.
J
Controleer de afdrukinstellingen in het scherm
met het afdrukvoorbeeld. Als alles naar wens is,
klikt u op Print (Afdrukken) om het
afdrukken te starten.
Via de pictogrammen en menu's bovenaan het
scherm met het afdrukvoorbeeld kunt u de
weergave-instellingen van de afbeelding
wijzigen. De afdrukinstellingen kunt u wijzigen
via de menu's aan de rechterzijde. Raadpleeg de
Help voor meer informatie.
Opmerking:
Zie de Help van de printerdriver voor meer informatie
over Instellingen. U kunt de Help op de volgende twee
manieren weergeven:
Klik rechtsonder in het scherm op Help.
Klik met de rechtermuisknop op het onderdeel dat
u wilt nakijken en klik op Help. (Dit is niet
mogelijk in het scherm met het afdrukvoorbeeld.)
Het afdrukken annuleren
Afhankelijk van de situatie, kunt u het afdrukken op
verschillende manieren stoppen. Wanneer de
computer klaar is met het verzenden van gegevens
naar de printer, kunt u de afdruktaak niet meer
annuleren vanaf uw computer. Annuleer de opdracht
op de printer.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
48
Annuleren vanaf een computer
Wanneer de voortgangsbalk wordt weergegeven
Klik op Cancel (Annuleren).
Wanneer de voortgangsbalk niet wordt
weergegeven
A
Klik op het printerpictogram op de taakbalk.
Of een pictogram wordt weergegeven, is
afhankelijk van de voor Windows gekozen
instellingen.
B
Selecteer de afdruktaak die u wilt annuleren en
klik op Cancel (Annuleren) in het menu
Document.
Klik op Cancel All Documents (Annuleer alle
afdruktaken.) in het menu Printer om alle
taken te annuleren.
Als de taak al naar de printer is gestuurd,
worden de afdrukgegevens niet weergegeven in
het bovenstaande venster.
Annuleren op de printer
De knop Annuleren wordt tijdens het afdrukken
weergegeven op het bedieningspaneel. Raak de knop
Annuleren aan. De afdruktaak wordt geannuleerd,
ook al is het midden in de afdruk. Het kan even duren
voordat de printer weer gebruiksklaar is.
Afdruktaken in de wachtrij op een computer kunnen
op deze manier echter niet worden verwijderd.
Gebruik de procedure “Annuleren via een computer”
om afdruktaken te verwijderen die in de
afdrukwachtrij staan.
Printerdriver aanpassen
U kunt de instellingen opslaan of de
schermonderdelen naar wens wijzigen.
Veelgebruikte instellingen opslaan
Als u de printerdriver opent vanuit het Control Panel
(Configuratiescherm), configureert u de instellingen
die u veel gebruikt en slaat u de instellingen op. Het
dialoogvenster van de printer wordt weergegeven met
de opgeslagen instellingen in elke toepassing die
wordt weergegeven.
A
Open View devices and printers (Apparaten
en printers weergegeven) of Devices and
Printers (Apparaten en printers).
Windows 10/8.1/8/7
Klik achtereenvolgens op: Hardware and
Sound (Hardware en geluiden) (of Hardware
(Hardware)) > View devices and printers
(Apparaten en printers weergeven) (of
Devices and Printers (Apparaten en printers)).
Windows Vista
Klik achtereenvolgens op: Hardware and
Sound (Hardware en geluiden) en vervolgens
op Printer.
Windows XP
Klik achtereenvolgens op: Printers and Other
Hardware (Printers en andere apparaten) en
vervolgens op Printers and Faxes (Printers en
faxapparaten).
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
49
Opmerking:
Als u het Control Panel (Configuratiescherm) van
Windows XP hebt ingesteld op Classic View
(Klassieke weergave), klikt u op Start, Control
Panel (Configuratiescherm) en vervolgens op
Printers and Faxes (Printers en faxapparaten).
B
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram
van uw printer en klik op Printing preferences
(Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
C
Het venster met instellingen van de
printerdriver wordt weergegeven.
Stel de benodigde instellingen in. De
instellingen die u hier opgeeft worden de
standaardinstellingen voor de printerdriver.
Instellingen opslaan als
Selecteerinstelling
U kunt al uw printerdriverinstellingen opslaan als
Selecteerinstelling. Zo kunt u eenvoudig instellingen
laden die in Selecteerinstelling zijn opgeslagen en
meerdere keren afdrukken met exact dezelfde
instellingen.
A
Stel elke optie op de tabbladen Printer Settings
(Printerinstellingen), Layout (Lay-out) en
Advanced (Geavanceerd) in op de instellingen
die u wilt opslaan als Selecteerinstellingen.
B
Klik op Custom Settings (Aangepaste
instellingen).
C
Voer bij Name (Naam) de gewenste naam in
en klik vervolgens op Save (Opslaan).
U kunt er maximaal 100 opslaan. De
opgeslagen selecteerinstellingen kunnen
worden opgeroepen via Select Setting
(Selecteerinstelling).
Opmerking:
Select Setting (Selecteerinstelling) delen met
meerdere computers
Selecteer de instellingen die u wilt delen, klik op
Export… en exporteer de instellingen naar een
bestand. Open hetzelfde scherm van de
printerdriver op en andere computer, klik op
Import… en importeer de instellingen.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
50
Weergegeven schermonderdelen
wijzigen
De weergave-items van Select Setting
(Selecteerinstelling), Media Type (Afdrukmateriaal)
en Paper Size (Papierformaat) kunnen als volgt
worden gerangschikt, zodat de instellingen die u
normaal gebruikt direct worden weergegeven.
U kunt onderdelen die u niet nodig hebt, verbergen.
U kunt de volgorde aanpassen op basis van gebruik.
U kunt indelen in groepen (mappen).
A
Klik op het tabblad Utility
(Hulpprogramma's)Menu Arrangement
(Menu's indelen).
B
Selecteer Edit Item (Item bewerken).
C
Wijzig de weergavevolgorde en groepen in List
(Lijst).
U kunt onderdelen verplaatsen en van
volgorde wijzigen door ze te verslepen.
Als u een nieuwe groep (map) wilt toevoegen,
klikt u op Add Group... (Groep toevoegen...).
Als u een groep (map) wilt verwijderen, klikt
u op Delete Group (Groep verwijderen).
Sleep onderdelen die u niet nodig hebt naar
Not Display (Niet weergeven).
Opmerking:
Wanneer Delete Group (Groep verwijderen)
wordt uitgevoerd, wordt de groep (map)
verwijderd, maar blijven de instellingen van de
verwijderde groep (map) staan. Verwijder deze
afzonderlijk uit de List (Lijst) in de opslaglocatie.
D
Klik op Save (Opslaan).
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
51
Procedures voor
standaardbewerkingen
(Mac)
Afdrukprocedure
In dit gedeelte wordt de standaardprocedure
beschreven voor het afdrukken vanaf een computer
via de printerdriver.
Standaard afdrukprocedure
A
Zet de printer aan en laad het papier.
U “Rolpapier laden” op pagina 28
U “Papier in de automatische papiertoevoer
laden” op pagina 34
U “Laden van Los vel (1 vel)” op pagina 37
B
Wanneer u de gegevens in een toepassing hebt
gemaakt, klikt u op Print (Afdrukken) in het
menu File (Bestand).
C
Klik op Show Details (Details weergeven) (of
) onderaan het scherm.
Opmerking:
Als in het afdrukvenster geen pagina-instellingen
worden weergegeven, klikt u op de optie
“Pagina-instellingen” (bijvoorbeeld Page Setup
(Pagina-instelling)) in het menu File (Bestand).
D
Controleer of de printer is geselecteerd en stel
het papierformaat in.
Voor elk papierformaat bestaan drie opties. Als
u bijvoorbeeld op het formaat A2 klikt, worden
de volgende drie opties weergegeven.
A2
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
52
A2 (Retain Scale) (A2 (Schaal behouden))
A2 (Roll Paper - Banner) (A2 (Rolpapier -
Banner))
Selecteer onder normale omstandigheden de
optie zonder haakjes (A2 in het bovenstaande
voorbeeld). De andere twee opties selecteert u
in de volgende situaties.
Retain Scale (Schaal behouden)
Pdf- en afbeeldingsgegevens worden in de
volgende procedure mogelijk licht verkleind
afgedrukt, zelfs als het uitvoerformaat is
ingesteld op Same as Paper Size (Gelijk aan
Papierformaat). Dit gebeurt om ervoor te
zorgen dat de voor de printer vereiste marges
(3 mm aan zowel de linker- als de rechterzijde)
worden aangehouden. Selecteer deze optie
wanneer u afdrukken op de ware grootte,
zonder het formaat te verkleinen.
Roll Paper - Banner (Rolpapier - Banner)
Selecteer deze optie wanneer u een banier
afdrukt op rolpapier vanuit een toepassing voor
het afdrukken van banieren.
E
Selecteer Printer Settings
(Printerinstellingen) in de lijst en stel Output
Size (Uitvoerformaat) in.
Als Printer Settings (Printerinstellingen) niet
in de lijst wordt weergegeven, is de speciale
printerdriver voor deze printer niet toegevoegd.
Raadpleeg de onderstaande gegevens en voeg
de printer toe.
U “De specifieke printerdriver voor deze
printer selecteren” op pagina 55
Als u het formaat wilt vergroten of verkleinen,
selecteert u het Paper Size (Papierformaat) in
de onderstaande vervolgkeuzelijst.
Zie de onderstaande informatie voor meer
details over instellingen voor vergroten.
U “Vergrotingen en horizontale en verticale
banners” op pagina 60
F
Selecteer Paper Source (Papierbron) en
controleer de rolpapierbreedte (papierformaat
in het geval van losse vellen) en het papiertype.
Kies uit Roll Paper (Rolpapier), Auto Sheet
Feeder (Automatische papiertoevoer) en Sheet
(Vel). Als u een papierbron selecteert waarvoor
in de printer geen papier is geladen, wordt
weergegeven.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
53
Opmerking:
In het afdrukvoorbeeld kunt u de
afdrukinstellingen controleren en wijzigen terwijl
wordt weergegeven hoe de afbeelding
daadwerkelijk zal worden afgedrukt. Het wordt
aanbevolen het afdrukvoorbeeld te controleren
wanneer u afdrukt op rolpapier of op papier met
een groot formaat.
I
Controleer de afdrukinstellingen in het scherm
met het afdrukvoorbeeld. Als alles naar wens is,
klikt u op Print (Afdrukken) om het
afdrukken te starten.
Via de pictogrammen en menu's bovenaan het
scherm met het afdrukvoorbeeld kunt u de
weergave-instellingen van de afbeelding
wijzigen. De afdrukinstellingen kunt u wijzigen
via de menu's aan de rechterzijde. Raadpleeg de
Help voor meer informatie.
Opmerking:
Zie de Help van de printerdriver voor meer informatie
over Instellingen. Klik op in het dialoogvenster met
instellingen van de printerdriver om de Help weer te
geven.
De specifieke printerdriver voor
deze printer selecteren
Vanaf een Mac kunt u afdrukken via AirPrint. Het is
echter niet mogelijk het document aan te passen aan
de breedte van het rolpapier of een afdrukkwaliteit te
selecteren die geschikt is voor het afdrukdoel. Als de
menu's uit het vorige gedeelte “Standaard
afdrukprocedure” niet worden weergegeven, selecteert
u de specifieke printerdriver voor de printer in
Printer. De specifieke printerdriver voor deze printer
wordt als volgt weergegeven.
Voor een USB-verbinding: EPSON SC-TXXXX
Voor een netwerkverbinding: EPSON TXXXX of
EPSON TXXXX-YYYYYY
*: “XXXX” is het modelnummer van de printer. “YYYYYY” zijn
de laatste zes cijfers van het MAC-adres.
Als de specifieke printerdriver voor deze printer niet
wordt weergegeven, volgt u deze als volgt toe.
A
Selecteer in het Apple-menu System
Preferences (Systeemvoorkeuren)Printers
& Scanners (Printers en scanners) (Print &
Scan (Afdrukken en scannen) of Print & Fax
(Afdrukken en faxen)).
B
Klik op [+] en selecteer Add Printer or
Scanner (Voeg printer of scanner toe).
C
Wanneer de lijst met apparaten wordt
weergegeven, selecteert u de specifieke
printerdriver voor deze printer en klikt u op
Add (Voeg toe).
Het afdrukken annuleren
Afhankelijk van de situatie, kunt u het afdrukken op
verschillende manieren stoppen. Wanneer de
computer klaar is met het verzenden van gegevens
naar de printer, kunt u de afdruktaak niet meer
annuleren vanaf uw computer. Annuleer de opdracht
op de printer.
Annuleren vanaf een computer
A
Klik op het pictogram van deze printer in het
Dock.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
55
B
Klik op de taak die u wilt annuleren en klik
vervolgens op Delete (Verwijder).
Als de taak al naar de printer is gestuurd,
worden de afdrukgegevens niet weergegeven in
het bovenstaande venster.
Annuleren op de printer
De knop Annuleren wordt tijdens het afdrukken
weergegeven op het bedieningspaneel. Raak de knop
Annuleren aan. De afdruktaak wordt geannuleerd,
ook al is het midden in de afdruk. Het kan even duren
voordat de printer weer gebruiksklaar is.
Afdruktaken in de wachtrij op een computer kunnen
op deze manier echter niet worden verwijderd.
Gebruik de procedure “Annuleren via een computer”
om afdruktaken te verwijderen die in de
afdrukwachtrij staan.
Printerdriver aanpassen
U kunt een naam toewijzen aan veelgebruikte
instellingen (papierformaat en elke optie in de
standaardinstellingen) en de informatie opslaan in
Presets (Voorinstellingen). Zo kunt u instellingen
gemakkelijk laden en meerdere keren met dezelfde
instellingen afdrukken.
Veelgebruikte instellingen opslaan
als voorinstelling
A
Stel elke optie op de tabbladen Paper Size
(Papierformaat) en Printer Settings
(Printerinstellingen) in op de instellingen die u
wilt opslaan als Presets (Voorinstellingen).
B
Klik op Save Current Settings as Preset
(Huidige instellingen opslaan als
voorinstelling...) in Presets
(Voorinstellingen).
C
Voer een naam in en klik op OK.
Opmerking:
Wanneer All printers (Alle printers) is
geselecteerd bij Preset Available For
(Voorinstelling beschikbaar voor), kunt u de
opgeslagen Preset (Voorinstelling) in alle
printerdrivers op uw computer selecteren.
De instellingen worden opgeslagen in Presets
(Voorinstellingen). Vervolgens kunt u de
instellingen selecteren die bij Presets
(Voorinstellingen) zijn opgeslagen.
Verwijderen uit Voorinstellingen
A
Klik op Show Presets... (Voorinstellingen
weergeven...) in Presets (Voorinstellingen)
van het dialoogvenster Print (Afdrukken).
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
56
B
Selecteer de instelling die u wilt verwijderen,
klik op Delete (Verwijder) en op OK.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
57
CAD-tekeningen
afdrukken
Er zijn twee methoden voor het afdrukken van
CAD-tekeningen.
Afdrukken vanuit de printerdriver
Deze methode is het meest geschikt voor het
afdrukken van CAD-tekeningen met hoge kwaliteit
van bijvoorbeeld de vormgeving van gebouwen. In dit
gedeelte wordt de procedure beschreven voor het
afdrukken vanuit AutoCAD 2018 via de printerdriver.
c
Belangrijk:
Als lijnen of delen van de tekening niet correct
worden afgedrukt, drukt u af in de modus
HP-GL/2 of HP RTL.
Afdrukken in de modus HP-GL/2 of HP RTL
Deze methode is het meest geschikt voor het
afdrukken van CAD- en GIS-tekeningen van
bijvoorbeeld kaarten en blauwdrukken.
U kunt afdrukken vanuit een toepassing die HP-GL/2
(compatibel met HP Designjet 750C) en HP RTL
ondersteunt. Zie het volgende gedeelte voor meer
informatie.
U “Afdrukken in de modus HP-GL/2 of HP RTL
vanaf een computer” op pagina 94
A
Open de gegevens die u wilt afdrukken en klik
op Plot (Plotten).
B
Selecteer de printer in Printer/plotter en klik
vervolgens op Properties (Eigenschappen).
C
Klik op Custom Properties (Aangepaste
eigenschappen).
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
58
Het dialoogvenster van de printerdriver voor
deze printer wordt weergegeven.
D
Stel in de printerdriver Output Size
(Uitvoerformaat) en Source (Bron) in.
U “Procedures voor standaardbewerkingen
(Windows)” op pagina 46
U “Procedures voor standaardbewerkingen
(Mac)” op pagina 52
E
Selecteer CAD/Line Drawing - Black (CAD/
lijntekening - zwart-wit), CAD/Line
Drawing - Color (CAD/lijntekening - kleur)
of CAD/Line Drawing - Bi-Level (CAD/
lijntekening - bi-level) vanuit de lijst Select
Target (Doel select.).
Windows
Mac
F
Controleer de overige instellingen en start
vervolgens het afdrukken.
Opmerking:
Als het uitvoerformaat staand is en de hoogte
smaller is dan de breedte van het rolpapier, wordt
de afdruk 90° gedraaid om papier te sparen. Deze
functie is ingeschakeld als het selectievakje Auto
Rotate (Automatisch draaien) is ingeschakeld
voor Roll Paper Option (Rolpapieroptie) op het
tabblad Advanced (Geavanceerd).
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
59
Vergrotingen en
horizontale en verticale
banners
De printerdriver kan documenten vergroten of
verkleinen voor verschillende papierformaten.
Hiervoor hebt u drie instelmogelijkheden.
Voordat u op afwijkende maten afdrukt, waaronder
verticale of horizontale banners en documenten met
gelijke zijkanten, geeft u het gewenste papierformaat
op in de printerdriver.
U “Afdrukken op afwijkende maten” op pagina 66
Fit to Roll Paper Width (Aanpassen aan breedte
rolpapier)
Hiermee wordt de afbeelding automatisch groter
of kleiner gemaakt om op de breedte van het
rolpapier te passen.
Fit to Output Size (Aanp. aan uitvoerformaat)
Hiermee wordt de afbeelding automatisch groter
of kleiner gemaakt om op het papier te passen.
Specify Size (Formaat opgeven)
Hiermee geeft u zelf op in welke mate de
afbeelding moet worden vergroot of verkleind.
Gebruik deze optie voor afwijkende
papierformaten.
Opmerking:
Bij het afdrukken vanuit toepassingen die speciaal
zijn ontworpen voor horizontale of verticale
banners, past u de instellingen voor de
printerdriver aan zoals beschreven in de
documentatie van de toepassing.
Als u een Windows-toepassing voor baniers
gebruikt, selecteert u indien nodig Print Banner
(Banner afdrukken) op het tabblad Layout
(Lay-out).
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
60
Documenten aan de breedte
van het rolpapier aanpassen
A
Controleer het documentformaat (of het
papierformaat) op het tabblad Printer Settings
(Printerinstellingen) van de printerdriver.
Windows
Open vanuit de toepassing het tabblad Printer
Settings (Printerinstellingen) van de
printerdriver en controleer of het
documentformaat overeenkomt met de
instelling van de toepassing.
Indien deze niet overeenkomt, klikt u op
Settings... (Instellingen...) en geeft u het juiste
formaat op in het dialoogvenster Change Paper
Size (Papierformaat wijzigen).
U “Procedures voor standaardbewerkingen
(Windows)” op pagina 46
Mac
Open in de toepassing het scherm voor
pagina-instelling, controleer of deze printer is
geselecteerd in Printer en controleer het
papierformaat.
Selecteer een papierformaat zonder (Retain
Scale (Schaal behouden)) of (Roll Paper -
Banner (Rolpapier - Banner)).
Als het formaat niet overeenkomt, selecteert u
het correcte formaat in de vervolgkeuzelijst.
U “Procedures voor standaardbewerkingen
(Mac)” op pagina 52
Opmerking:
Als de toepassing niet over een menuoptie voor
pagina-instelling beschikt, kunt u het
papierformaat instellen vanuit het dialoogvenster
voor afdrukken in de menuoptie Print
(Afdrukken).
B
Klik op Fit to Roll Paper Width (Aanpassen
aan breedte rolpapier) op het tabblad Printer
Settings (Printerinstellingen) van de
printerdriver en selecteer Fit Short Side to Roll
Paper Width (Korte zijde aanp. rolbreedte) of
Fit Long Side to Roll Paper Width (Lange
zijde aanp. rolbreedte).
Windows
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
61
Mac
Fit Short Side to Roll Paper Width (Korte
zijde aanp. rolbreedte)
Selecteer deze optie als u de afbeelding vergroot
wilt afdrukken wilt afdrukken tot het maximale
formaat voor het geladen rolpapier.
Fit Long Side to Roll Paper Width (Lange
zijde aanp. rolbreedte)
Selecteer deze optie als u de afbeelding vergroot
wilt afdrukken wilt afdrukken tot het formaat
waarop geen papier wordt verspild.
C
Controleer de overige instellingen en start
vervolgens het afdrukken.
Documenten aan de
uitvoergrootte aanpassen
A
Controleer het documentformaat (of het
papierformaat) op het tabblad Printer Settings
(Printerinstellingen) van de printerdriver.
Windows
Open vanuit de toepassing het tabblad Printer
Settings (Printerinstellingen) van de
printerdriver en controleer of het
documentformaat overeenkomt met de
instelling van de toepassing.
Indien deze niet overeenkomt, klikt u op
Settings... (Instellingen...) en geeft u het juiste
formaat op in het dialoogvenster Change Paper
Size (Papierformaat wijzigen).
U “Procedures voor standaardbewerkingen
(Windows)” op pagina 46
Mac
Open in de toepassing het scherm voor
pagina-instelling, controleer of deze printer is
geselecteerd in Printer en controleer het
papierformaat.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
62
Selecteer een papierformaat zonder (Retain
Scale (Schaal behouden)) of (Roll Paper -
Banner (Rolpapier - Banner)).
Als het formaat niet overeenkomt, selecteert u
het correcte formaat in de vervolgkeuzelijst.
U “Procedures voor standaardbewerkingen
(Mac)” op pagina 52
B
Selecteer Fit to Output Size (Aanp. aan
uitvoerformaat) op het tabblad Printer
Settings (Printerinstellingen) van de
printerdriver.
Windows
Mac
C
Selecteer het gewenste formaat in de
vervolgkeuzelijst Output Size
(Uitvoerformaat).
Windows
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
63
B
Open het invoerscherm Output Size
(Uitvoerformaat) op het tabblad Printer
Settings (Printerinstellingen) van de
printerdriver.
Windows
Selecteer Others... (Andere...) en selecteer
vervolgens Specify Size (Formaat opgeven) in
het weergegeven dialoogvenster Output Size
(Uitvoerformaat).
Mac
Selecteer Specify Size (Formaat opgeven).
C
Selecteer de specificatiemethode voor het
formaat in Width (Breedte), Length (Lengte) en
Scale to (Vergroten) en voer de
instellingswaarde in.
De afbeelding wordt vergroot of verkleind op
basis van de opgegeven breedte, lengte of
schaal. De beeldverhoudingen van de
afdrukgegevens blijven behouden.
Windows
Mac
D
Controleer de overige instellingen en start
vervolgens het afdrukken.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
65
Instellingen op een Mac
A
Open in de toepassing het scherm voor
pagina-instelling, controleer of deze printer is
geselecteerd in Printer en selecteer vervolgens
Manage Custom Sizes (Aangepast formaat
beheren) in Paper Size (Papierformaat).
U “Procedures voor standaardbewerkingen
(Mac)” op pagina 52
Opmerking:
Als de toepassing niet over een menuoptie voor
pagina-instelling beschikt, kunt u het
papierformaat weergegeven door dialoogvenster
Afdrukken in de menuoptie Print (Afdrukken) te
openen.
B
Klik op + en voer de naam in voor het
papierformaat.
C
Voer waarden in voor Width (Breedte) en
Height (Hoogte) van het Paper Size
(Papierformaat), voer de marges in en klik
vervolgens op OK.
Het bereik van het paginaformaat en de marges
die kunnen worden ingesteld, verschillen
afhankelijk van het printermodel en de
instellingen van de printer.
U “Afdrukgebied” op pagina 168
Opmerking:
Kies in de lijst links de naam van een
opgeslagen aangepast formaat dat u wilt
bewerken.
Als u een opgeslagen papierformaat wilt
dupliceren, selecteert u de naam in de lijst
links op het scherm en klikt u op Duplicate
(Dupliceren).
Als u een opgeslagen papierformaat wilt
verwijderen, selecteert u de naam in de lijst
links op het scherm en klikt u op -.
De manier waarop u een aangepast
papierformaat kunt instellen hangt af van de
versie van het besturingssysteem. Raadpleeg
de documentatie van uw besturingssysteem
voor meer informatie.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
68
Besturingssys-
teem
Instellingen voor kleu-
renbeheer
Windows 10,
Windows 8.1,
Windows 8,
Windows 7,
Windows Vista
Printer Manages Colors
(Printer beheert kleuren)
Windows XP
(Service Pack 2 of
hoger en .NET 3.0
of hoger)
Windows XP (an-
ders dan hierbo-
ven)
No Color Management
(Geen kleurenbeheer)
Stel in andere toepassingen No Color
Management (Geen kleurenbeheer) in.
Opmerking:
Zie voor informatie over ondersteunde platforms
de website voor de betreffende toepassing.
Instellingsvoorbeeld van Adobe Photoshop CC
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
Selecteer Color Management
(Kleurenbeheer), selecteer Printer Manages
Colors (Printer beheert kleuren) bij Color
Handling (Kleurverwerking) en klik
vervolgens op Print (Afdrukken).
B
Open het tabblad Printer Settings
(Printerinstellingen) van de printerdriver en
schakel het selectievakje Simple Settings
(Eenvoudige instellingen) in het gebied Print
Quality (Afdrukkwaliteit) uit.
U “Procedures voor standaardbewerkingen
(Windows)” op pagina 46
C
Selecteer het afdrukdoel. Als u de
correctiemethode zelf wilt selecteren, selecteert
u Custom (Aangepast) onderaan de lijst.
D
Als Custom (Aangepast) is geselecteerd als
afdrukdoel, selecteert u de instellingen voor de
kleur en de kleurcorrectiemethode.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
71
Afdrukinstellingen voor
kleurenbeheer
U kunt op de volgende twee manieren afdrukken op
basis van kleurenbeheer via de printerdriver.
Kies de beste manier voor uw toepassing, uw
besturingssysteem, het doel van de afdruk enzovoort.
Kleurenbeheer instellen in de toepassingen
Kleurenbeheer kan worden ingesteld in toepassingen
die kleurenbeheer ondersteunen. Het volledige
kleurenbeheer wordt verzorgd door het
kleurenbeheersysteem van de toepassing in kwestie.
Deze manier van werken is handig wanneer u met een
bepaalde toepassing hetzelfde afdrukresultaat wilt
bereiken over diverse besturingssystemen heen.
U “Kleurenbeheer instellen in de toepassingen” op
pagina 76
Kleurenbeheer instellen in de printerdriver
De printerdriver gebruikt het kleurenbeheersysteem
van het besturingssysteem en verzorgt alle
kleurenbeheerprocessen. U kunt het kleurenbeheer op
de volgende twee manieren configureren in de
printerdriver.
Host ICM (Host-ICM) (Windows)/ColorSync
(Mac OS X)
Instellen wanneer u wilt afdrukken vanuit
toepassingen die kleurenbeheer ondersteunen. Dit
is een goede oplossing wanneer u een consistent
afdrukresultaat wilt bereiken uit verschillende
toepassingen onder hetzelfde besturingssysteem.
U “Afdrukken op basis van kleurenbeheer via
Host-ICM (Windows)” op pagina 77
U “Afdrukken op basis van kleurenbeheer via
ColorSync (Mac)” op pagina 79
Driver ICM (Driver-ICM) (uitsluitend Windows)
Hiermee kunt u afdrukken met kleurenbeheer
vanuit toepassingen zonder ondersteuning voor
kleurenbeheer.
U “Afdrukken op basis van kleurenbeheer via
Driver ICM (alleen Windows)” op pagina 79
Profielen instellen
De instellingen voor het invoerprofiel, het
printerprofiel en de intentie (manier van
overeenstemming) verschillen volgens drie typen
kleurenbeheer, aangezien de onderliggende engines
anders worden gebruikt. Anders engines hebben een
ander gebruik van het kleurenbeheer. Geef
instellingen op in de printerdriver of in de toepassing
zoals beschreven in de volgende tabel.
Instellin-
gen in-
voerpro-
fiel
Instellin-
gen prin-
terprofiel
Instellin-
gen inten-
tie
Driver ICM
(Driver-ICM)
(Windows)
Printerdri-
ver
Printerdri-
ver
Printerdri-
ver
Host ICM
(Host-ICM)
(Windows)
Toepassing Printerdri-
ver
Printerdri-
ver
ColorSync
(Mac OS X)
Toepassing Printerdri-
ver
Toepassing
Toepassing Toepassing Toepassing Toepassing
Printerprofielen voor kleurenbeheer met elke
papiersoort worden meegeïnstalleerd met de
printerdriver van de printer. U selecteert het profiel in
het venster met instellingen van de printerdriver.
U selecteert het profiel in het venster met instellingen
van de printerdriver.
U “Afdrukken op basis van kleurenbeheer via
Driver ICM (alleen Windows)” op pagina 79
U “Afdrukken op basis van kleurenbeheer via Host-
ICM (Windows)” op pagina 77
U “Afdrukken op basis van kleurenbeheer via
ColorSync (Mac)” op pagina 79
U “Kleurenbeheer instellen in de toepassingen” op
pagina 76
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Afdrukken vanaf de computer via de printerdriver
75


Produkt Specifikationer

Mærke: Epson
Kategori: Printer
Model: SC-T3100 Series

Har du brug for hjælp?

Hvis du har brug for hjælp til Epson SC-T3100 Series stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig




Printer Epson Manualer

Printer Manualer

Nyeste Printer Manualer