KTM 690 SMC R (2015) Manual

KTM Motor 690 SMC R (2015)

Læs nedenfor 📖 manual på dansk for KTM 690 SMC R (2015) (198 sider) i kategorien Motor. Denne guide var nyttig for 10 personer og blev bedømt med 4.5 stjerner i gennemsnit af 2 brugere

Side 1/198
BEDIENINGSHANDLEIDING 20
20
20
202015
15
15
1515
690 SMC R EU
Artikelnr. 3213271nl
BESTE KTM KLANT 1
BESTE
BESTE
BESTE
BESTEBESTE KTM
KTM
KTM
KTMKTM KLANT
KLANT
KLANT
KLANTKLANT
We wensen u veel geluk met uw keuze voor een KTM motorfiets. U bent nu in het bezit van een moderne sportieve motorfiets en we zijn er
zeker van dat u er veel plezier mee zult beleven, mits u de motorfiets goed onderhoudt.
We wensen u veel rijplezier!
Vul hieronder het serienummer van uw voertuig in.
Framenummer ( pag. 20) Stempel van de dealer
Motornummer ( pag. 21)
Sleutelnummer ( pag. 21)
De bedieningshandleiding komt op het tijdstip dat deze ter perse gaat overeen met de nieuwste stand van het model. Kleine afwijkingen
die het resultaat zijn van een constructieve ontwikkeling kunnen echter niet worden uitgesloten.
Alle hier genoemde gegevens zijn vrijblijvend. KTM Motorrad AG houdt zich het recht voor technische gegevens, prijzen, kleuren, vormen,
materialen, dienst- en serviceverlening, constructies, uitrustingen en dergelijke zonder voorafgaande aankondiging en zonder opgave van
redenen te wijzigen resp. zonder vergoeding te annuleren, deze aan te passen aan de plaatselijke situatie of de productie van een bepaald
model zonder voorafgaande aankondiging te beëindigen. KTM is niet aansprakelijk voor leveringsmogelijkheden, afwijkingen van afbeeldin-
gen en beschrijvingen, drukfouten en vergissingen. De afgebeelde modellen zijn voor een deel voorzien van speciale uitrustingen die niet
standaard bij de leveringsomvang horen.
© 2014 KTM Motorrad AG, Mattighofen Oostenrijk
Alle rechten voorbehouden
Nadruk, ook gedeeltelijk, en vermenigvuldigingen van welke aard dan ook zijn uitsluitend toegestaan met toestemming van de auteur.
BESTE KTM KLANT 2
ISO 9001(12 100 6061)
KTM past processen voor kwaliteitsbewaking toe, zoals bedoeld in de internationale norm voor kwaliteitsmanagement ISO
9001, die tot een zo hoog mogelijke productkwaliteit leiden.
Afgegeven door: TÜV Management Service
KTM Motorrad AG
5230 Mattighofen, Oostenrijk
INHOUDSOPGAVE 3
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVEINHOUDSOPGAVE
1 SYMBOLEN EN FORMATERINGEN................................... 7
1.1 Gebruikte pictogrammen....................................... 7
1.2 Gebruikte formatering........................................... 7
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN .......................................... 8
2.1 Gebruiksdefinitie - beoogd gebruik......................... 8
2.2 Veiligheidsaanwijzingen ........................................ 8
2.3 Gevarenniveau en pictogrammen ........................... 9
2.4 Waarschuwing voor manipulaties ........................... 9
2.5 Veilig gebruik .................................................... 10
2.6 Beschermende kleding ....................................... 11
2.7 Werkinstructies.................................................. 11
2.8 Milieu ............................................................... 11
2.9 Bedieningshandleiding ....................................... 12
3 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN ..................................... 13
3.1 Garantie............................................................ 13
3.2 Verbruiksstoffen, hulpstoffen .............................. 13
3.3 Reserveonderdelen, toebehoren ........................... 13
3.4 Service ............................................................. 13
3.5 Afbeeldingen ..................................................... 14
3.6 Klantenservice................................................... 14
4 AFBEELDING VOERTUIG ............................................... 16
4.1 Afbeelding voertuig linksvoor (symbolische
weergave).......................................................... 16
4.2 Afbeelding voertuig rechtsachter (symbolische
weergave).......................................................... 18
5 SERIENUMMERS.......................................................... 20
5.1 Framenummer ................................................... 20
5.2 Typeplaatje ....................................................... 20
5.3 Sleutelnummer .................................................. 21
5.4 Motornummer.................................................... 21
5.5 Artikelnummer voorvork ...................................... 22
5.6 Artikelnummer schokdemper............................... 22
6 BEDIENINGSELEMENTEN............................................. 23
6.1 Koppelingshendel .............................................. 23
6.2 Remhendel........................................................ 23
6.3 Gashendel ......................................................... 24
6.4 Claxonknop ....................................................... 24
6.5 Lichtschakelaar ................................................. 25
6.6 Richtingaanwijzerschakelaar ............................... 25
6.7 Noodstopschakelaar ........................................... 26
6.8 E-starterknop..................................................... 26
6.9 Contact-/stuurslot............................................... 27
6.10 Gecombineerd instrument................................... 27
6.10.1 Gecombineerd instrument - overzicht............... 27
6.10.2 Functietoetsen............................................... 28
6.10.3 Toerenteller................................................... 28
6.10.4 Controlelampjes............................................. 29
6.10.5 Display ......................................................... 30
6.10.6 Snelheidsindicatie ......................................... 31
6.10.7 Kilometer of mijl instellen .............................. 31
6.10.8 Tijd .............................................................. 32
6.10.9 Tijd instellen ................................................. 32
6.10.10 Weergave ODO............................................... 33
6.10.11 Weergave TRIP 1 instellen/terugzetten ............. 33
6.10.12 Weergave TRIP 2 instellen/terugzetten ............. 34
6.10.13 Weergave TRIP F ........................................... 35
6.10.14 Indicatie GEAr............................................... 35
6.10.15 Temperatuurindicatie koelmiddel .................... 36
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 8
2.1 Gebruiksdefinitie - beoogd gebruik
KTM-sportmotorfietsen zijn zodanig ontworpen en gebouwd, dat ze bestand zijn tegen de gangbare belastingen in het normale wegverkeer.
Ze zijn echter niet geschikt voor het rijden op circuits en niet geasfalteerde wegen.
Info
De motorfiets is alleen in de gehomologeerde versie toegelaten voor het rijden op de openbare weg.
2.2 Veiligheidsaanwijzingen
Voor een veilige omgang met het voertuig dient u zich te houden aan enkele veiligheidsaanwijzingen. Lees deze handleiding daarom zorg-
vuldig door. De veiligheidsaanwijzingen zijn geaccentueerd en met links gekoppeld aan de relevante plaatsen in de tekst.
Info
Op het voertuig zijn op goed zichtbare plaatsen verschillende stickers met aanwijzingen en waarschuwingen aangebracht. Deze stic-
kers met aanwijzingen en waarschuwingen nooit verwijderen. Als deze ontbreken kunt u of andere personen de gevaren niet herken-
nen en daardoor letsel oplopen.
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 9
2.3 Gevarenniveau en pictogrammen
Gevaar
Waarschuwing voor een gevaar dat direct en met zekerheid overlijden of zwaar blijvend letsel tot gevolg heeft als u niet de juiste
voorzorgsmaatregelen neemt.
Waarschuwing
Waarschuwing voor een gevaar dat waarschijnlijk overlijden of zwaar letsel tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgsmaatregelen
neemt.
Voorzichtig
Waarschuwing voor een gevaar dat mogelijk licht letsel tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgsmaatregelen neemt.
Aanwijzing
Waarschuwing voor een gevaar dat aanmerkelijke schade aan machine of materiaal tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgsmaatrege-
len neemt.
Waarschuwing
Waarschuwing voor een gevaar dat schade aan het milieu tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgsmaatregelen neemt.
2.4 Waarschuwing voor manipulaties
Het is niet toegestaan wijzigingen aan te brengen aan de componenten van de geluidsdemping. De volgende maatregelen of de realisatie
van de betreffende toestanden zijn wettelijk verboden:
1 Verwijderen of buiten werking zetten van systemen of componenten die de geluidsdemping dienen bij een nieuw voertuig, voordat het
wordt verkocht of geleverd aan de eindklant of tijdens de gebruikdsduur van het voertuig voor andere doeleinden dan voor onderhoud,
reparatie of vervanging, evenals
2 het gebruik van het voertuig nadat een dergelijk systeem of een dergelijke component verwijderd of buiten werking is gezet.
Voorbeelden van wettelijk verboden manipulaties:
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 10
1 Verwijderen of doorboren van einddempers, geluidsdempers, bochtstukken of andere componenten, die uitlaatgassen geleiden.
2 Verwijderen of doorboren van onderdelen van het inlaatluchtsysteem.
3 Gebruik in niet correcte onderhoudstoestand.
4 Vervangen van bewegende onderdelen van het voertuig, onderdelen van het uitlaatsysteem of onderdelen van het inlaatluchtsysteem
door onderdelen die niet door de fabrikant zijn toegelaten.
2.5 Veilig gebruik
Gevaar
Gevaar voor ongevallen Gevaar door onvoldoende rijvaardigheid.
Het voertuig niet gebruiken, wanneer u door consumptie van alcohol, medicijnen of drugs of door lichamelijke of psychische
beperkingen niet in staat bent veilig aan het verkeer deel te nemen.
Gevaar
Gevaar voor vergiftiging Uitlaatgassen zijn giftig en kunnen bewusteloosheid en/of de dood tot gevolg hebben.
Als u de motor laat draaien moet u altijd voor voldoende ventilatie zorgen, de motor niet in een gesloten ruimte starten of laten
draaien zonder een geschikte afzuiginstallatie.
Waarschuwing
Gevaar voor verbranding Sommige onderdelen van het voertuig worden tijdens het rijden zeer heet.
Hete onderdelen zoals uitlaatsysteem, radiateur, motor, schokdempers en remsysteem niet aanraken. De onderdelen eerst laten
afkoelen voordat u met werkzaamheden aan deze onderdelen begint.
Het voertuig uitsluitend in technisch goede staat, op de boogde wijze, en veiligheids- en milieubewust gebruiken.
Voor het wegverkeer is het juiste rijbewijs vereist.
Storingen, die de veiligheid beperken, onmiddellijk in een geautoriseerde KTM-garage laten verhelpen.
De op het voertuig aangebrachte stickers met aanwijzingen en waarschuwingen in acht nemen.
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 11
2.6 Beschermende kleding
Waarschuwing
Gevaar voor letsel Geen of slechte beschermende kleding vormt een verhoogd risico.
Tijdens het rijden altijd beschermende kleding (helm, laarzen, handschoenen, broek en jack met bescherming) dragen. Draag
altijd beschermende kleding die zich in een goede staat bevindt en voldoet aan de wettelijke voorschriften.
Voor uw eigen veiligheid adviseert KTM om het voertuig uitsluitend te gebruiken met geschikte, beschermende kleding.
2.7 Werkinstructies
Voor enkele werkzaamheden zijn hulpgereedschappen vereist. Deze maken geen deel uit van het voertuig, maar kunnen worden besteld
onder vermelding van de aangegeven nummers tussen haakjes. Voorbeeld: lagertrekker (15112017000)
Bij de montage moeten onderdelen die niet meer kunnen worden gebruikt (bijvoorbeeld zelfborgende schroeven en moeren, afdichtingen,
pakkingen, keerringen, splitpennen of borgplaten) door nieuwe onderdelen worden vervangen.
Voor enkele schroefverbindingen is een schroevenlijm (bijvoorbeeld Loctite ®) vereist. Bij het gebruik moeten de specifieke aanwijzingen van
de fabrikant worden gevolgd.
Onderdelen die na de demontage weer worden gebruikt, moeten worden gereinigd en gecontroleerd op beschadiging en slijtage. Bescha-
digde of versleten onderdelen vervangen.
Na een reparatie of servicebeurt moet worden gecontroleerd of er veilig kan worden gereden met het voertuig.
2.8 Milieu
Door op een verantwoorde manier met uw motorfiets om te gaan kunt u ervoor zorgen dat er geen problemen en conflicten ontstaan. Om de
toekomst van de motorsport veilig te stellen mag u de motorfiets alleen legaal gebruiken, dient u milieubewust te handelen en de rechten
van anderen te respecteren.
Houdt u zich bij het afvoeren van oude olie, andere verbruiks- en hulpstoffen en oude onderdelen aan de geldende wet- en regelgeving in
het betreffende land.
Omdat motorfietsen niet onder de EU-richtlijn voor de afdanking van oude voertuigen vallen bestaat er geen wettelijke regeling voor het
afdanken van een oude motorfiets. Uw geautoriseerde KTM-dealer is u graag van dienst.
3 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN 13
3.1 Garantie
De in het serviceschema voorgeschreven werkzaamheden mogen uitsluitend in een geautoriseerde KTM-garage worden uitgevoerd en
moeten in het service- en garantieboekje en op worden bevestigd, aangezien anders de aanspraak op garantie vervalt. BijKTM Dealer.net
schade of gevolgschade, die door manipulaties en/of wijzigingen aan het voertuig zijn veroorzaakt bestaat er geen aanspraak op garantie.
Meer informatie over de garantie en de afwikkeling ervan vindt u in het service- en garantieboekje.
3.2 Verbruiksstoffen, hulpstoffen
Waarschuwing
Gevaar voor het milieuOndeskundige omgang met brandstof is gevaarlijk voor het milieu.
Er mag geen brandstof in het grondwater, de bodem of riolering terechtkomen.
U moet de in de bedieningshandleiding gespecificeerde verbruiks- en hulpstoffen (bijvoorbeeld brand- en smeerstoffen) gebruiken.
3.3 Reserveonderdelen, toebehoren
Gebruik voor uw eigen veiligheid alleen reserveonderdelen en toebehoren die door KTM zijn vrijgegeven en/of aanbevolen en laat deze
alleen in een geautoriseerde KTM-garage monteren. Voor andere producten en daardoor veroorzaakte schade is KTM niet aansprakelijk.
Enkele reserveonderdelen en toebehoren zijn bij de betreffende beschrijvingen tussen haakjes aangegeven. Uw geautoriseerde KTM-dealer
adviseert u graag.
De actuele voor uw voertuig vindt u op de KTM website.KTM PowerParts
Internationale KTM website: http://www.ktm.com
3.4 Service
Voorwaarde voor storingsvrij gebruik en het voorkomen van voortijdige slijtage is dat u zich houdt aan de in de bedieningshandleiding
genoemde service, onderhouds- en afstelwerkzaamheden aan de motor en het chassis. Door een onjuist afgesteld chassis kunnen
chassiscomponenten beschadigen of afbreken.
15
4 AFBEELDING VOERTUIG 16
4.1 Afbeelding voertuig linksvoor (symbolische weergave)
101971-10
4 AFBEELDING VOERTUIG 17
1 Remhendel ( pag. 23)
2 Koppelingshendel ( pag. 23)
3 Handgrepen ( pag. 38)
4 Tankdop
5 Motornummer ( pag. 21)
6 Versnellingshendel ( pag. 39)
7 Zijstandaard ( pag. 41)
8 Zadelontgrendeling ( pag. 38)
9 Ingaande demping schokdemper ( pag. 64)
10 Voetsteunen bijrijder ( pag. 39)
4 AFBEELDING VOERTUIG 18
4.2 Afbeelding voertuig rechtsachter (symbolische weergave)
101972-10
4 AFBEELDING VOERTUIG 19
1 Contact-/stuurslot ( pag. 27)
2 Voorvork instelling ingaande demping
3 Lichtschakelaar ( pag. 25)
3 Richtingaanwijzerschakelaar ( pag. 25)
3 Claxonknop ( pag. 24)
4 Functietoetsen ( pag. 28)
4 Controlelampjes ( pag. 29)
5 Noodstopschakelaar ( pag. 26)
5 E-starterknop ( pag. 26)
6 Gashendel ( pag. 24)
7 Voorvork instelling uitgaande demping
8 Framenummer ( pag. 20)
9 Schokdemper instelling uitgaande demping
10 Rempedaal ( pag. 40)
11 Kijkglas motorolie
12 Typeplaatje ( pag. 20)
5 SERIENUMMERS 20
5.1 Framenummer
401945-10
Het framenummer is in de rechterzijde van het balhoofd gegraveerd.
5.2 Typeplaatje
101973-10
Het typeplaatje bevindt zich rechts aan het frame.
5 SERIENUMMERS 21
5.3 Sleutelnummer
402241-10
Sleutelnummer staat op de .KEYCODECARD
Info
U hebt het sleutelnummer nodig voor het bestellen van een reservesleutel. Bewaar
de op een veilige plaats.KEYCODECARD
5.4 Motornummer
401949-10
Het motornummer is in de linkerzijde van de motor onder het ketting-aandrijfwiel gegra-
veerd.
5 SERIENUMMERS 22
5.5 Artikelnummer voorvork
401947-10
Het artikelnummer van de voorvork is aan de binnenzijde van de asopname gegraveerd.
5.6 Artikelnummer schokdemper
402025-10
Het artikelnummer van de schokdemper is op de linkerzijde van de stootdemper aange-
bracht.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 23
6.1 Koppelingshendel
B01943-10
De koppelingshendel is aan de linkerzijde van het stuur aangebracht.
De koppeling wordt hydraulisch bediend en automatisch bijgesteld.
6.2 Remhendel
B01944-10
De remhendel is aan de rechterzijde van het stuur aangebracht.
De voorwielrem wordt geschakeld met de remhendel.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 25
6.5 Lichtschakelaar
B01946-11
De lichtschakelaar is aan de linkerzijde van het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
Dimlicht aan Lichtschakelaar is omlaag gezwenkt. In deze stand zijn het
dimlicht en het achterlicht ingeschakeld.
Groot licht aan Lichtschakelaar is omhoog gezwenkt. In deze stand zijn
het groot licht en het achterlicht ingeschakeld.
6.6 Richtingaanwijzerschakelaar
B01946-12
De richtingaanwijzerschakelaar is aan de linkerzijde van het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
Richtingaanwijzer uit
Richtingaanwijzer links aan Richtingaanwijzerschakelaar naar links
geschakeld. De richtingaanwijzerschakelaar springt na het schakelen terug
in de middelste stand.
Richtingaanwijzer rechts aan Richtingaanwijzerschakelaar naar rechts
geschakeld. De richtingaanwijzerschakelaar springt na het schakelen terug
in de middelste stand.
Voor het uitschakelen van de richtingaanwijzer moet u de richtingaanwijzerschakelaar naar
de schakelaarbehuizing duwen.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 26
6.7 Noodstopschakelaar
B01947-10
De noodstopschakelaar is aan de rechterzijde van het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
Noodstopschakelaar uit In deze stand is het ontstekingscircuit onderbro-
ken. Een draaiende motor schakelt uit en een stilstaande motor kan niet
worden gestart.
Noodstopschakelaar aan Deze stand is noodzakelijk bij het rijden, het
ontstekingscircuit is gesloten.
6.8 E-starterknop
B01947-11
De e-starterknop is aan de rechterzijde van het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
E-starterknop in de uitgangspositie
E-starterknop ingedrukt In deze stand wordt de e-starter gebruikt.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 27
6.9 Contact-/stuurslot
600825-01
Het contact-/stuurslot bevindt zich voor het zadel.
Mogelijke toestanden
Ontsteking uit In deze stand is het ontstekingscircuit onderbroken.OFF
Een draaiende motor schakelt uit en een stilstaande motor schakelt niet in.
De contactsleutel kan worden uitgetrokken.
Contact ingeschakeld In deze stand is het ontstekingscircuit geslotenON
en kan de motor worden gestart.
Stuur geblokkeerd In deze stand is het ontstekingscircuit onderbroken en
het stuur geblokkeerd. De contactsleutel kan worden uitgetrokken.
6.10 Gecombineerd instrument
6.10.1 Gecombineerd instrument - overzicht
401420-10
Het gecombineerde instrument is voor het stuur aangebracht.
Het gecombineerde instrument is onderverdeeld in 4 functiebereiken.
Functietoetsen ( pag. 28)
Toerenteller ( pag. 28)
Controlelampjes ( pag. 29)
Display ( pag. 30)
6 BEDIENINGSELEMENTEN 28
6.10.2 Functietoetsen
401426-10
Met de knop MODE wisselt u tussen de weergavemodi.
Mogelijke weergavemodi zijn de afgelegde afstand ( ), Tripmaster 1 (ODO TRIP 1) en Tripmas-
ter 2 ( ).TRIP 2
Met de -knopSET wordt de functie Tripmaster 1 ( ) en Tripmaster 2 ( ) opTRIP 1 TRIP 2 0.0
teruggezet.
Knop heeft geen functie.
6.10.3 Toerenteller
401427-10
De toerenteller geeft het motortoerental aan in omwentelingen per minuut.
De rode markering markeert een te hoog toerental van de motor.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 29
6.10.4 Controlelampjes
401428-01
De controlelampjes geven extra informatie over de toestand van de motorfiets.
Mogelijke toestanden
Controlelampje richtingaanwijzer knippert groen in knipperritme Richting-
aanwijzer is ingeschakeld.
Controlelampje stationair brandt groen Versnelling in vrij geschakeld.
Controlelampje groot licht brandt blauw Groot licht is ingeschakeld.
Waarschuwingslampje temperatuur brandt rood Koelmiddeltemperatuur
heeft een kritische waarde bereikt.
Waarschuwingslampje brandstofpeil brandt geel Brandstofpeil
heeft de reservemarkering bereikt. Display wordt overgeschakeld naar
weergave .TRIP F
Waarschuwingslampje oliedruk brandt rood Oliedruk is te laag.
FI waarschuwingslampje ( ) brandt/knippert geel De OBD (On BoardMIL
Diagnose) heeft een fout herkend die kritiek is voor de emissie of de veilig-
heid.
Waarschuwingslampje accu brandt rood Spanning in boordnet te laag.
ABS-waarschuwingslampje brandt/knippert geel Status- of foutmelding
bij het ABS (Anti Blokkeer Systeem).
6 BEDIENINGSELEMENTEN 30
6.10.5 Display
400836-01
Bij het inschakelen van de ontsteking lichten alle displaysegmenten één seconde op om de
functies te testen.
400881-01
LEnGth
Na deze functietest wordt kort de wielomtrek op de display weergegeven.LEnGth
Info
Het getal 1870 mm komt overeen met de afmeting van het 17" voorwiel met stan-
daardbanden.
Vervolgens gaat de weergave naar de laatste geselecteerde modus.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 31
6.10.6 Snelheidsindicatie
401443-10
Snelheid wordt aangegeven in kilometer per uur of in mijl per uur .km/h mph
6.10.7 Kilometer of mijl instellen
Info
Als de eenheid wordt gewisseld blijft de waarde bewaard en wordt omgerekend naar de geselecteerde eenheid.ODO
Landspecifieke instellingen instellen.
Voorwaarden
De motorfiets staat stil.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 33
401444-01
Contact inschakelen, daarvoor de contactsleutel in de stand draaien.ON
De knop zo vaak indrukken tot de weergavemodus is geactiveerd.MODE ODO
De knop en de knop tegelijkertijd ingedrukt houden.MODE SET
De klok begint te knipperen.
Met de knop de uren instellen.MODE
Met de knop de minuten instellen.SET
De knop en de knop tegelijkertijd ingedrukt houden.MODE SET
De tijd is ingesteld.
6.10.10 Weergave ODO
401444-01
In de weergavemodus wordt de totale afgelegde afstand weergegeven in kilometer ofODO
mijl.
Info
Deze waarde blijft ook opgeslagen als de accu is afgesloten en/of de zekering is
gesmolten.
6.10.11 Weergave TRIP 1 instellen/terugzetten
Info
De teller voor de dagafstand loopt altijd mee en telt tot .TRIP 1 999.9
Met deze teller kan de lengte van het traject tijdens ritten of de afstand tussen twee tankstops worden gemeten. Als de waarde
999.9 0.0wordt overschreden begint de teller voor de dagafstand weer bij .
6 BEDIENINGSELEMENTEN 34
401445-01
Contact inschakelen, daarvoor de contactsleutel in de stand draaien.ON
De knop zo vaak indrukken tot de weergavemodus is geactiveerd.MODE TRIP 1
De knop ingedrukt houden.SET
De weergave staat op .TRIP 1 0.0
6.10.12 Weergave TRIP 2 instellen/terugzetten
Info
De teller voor de dagafstand loopt altijd mee en telt tot .TRIP 2 999.9
Met deze teller kan de lengte van het traject tijdens ritten of de afstand tussen twee tankstops worden gemeten. Als de waarde
999.9 0.0wordt overschreden begint de teller voor de dagafstand weer bij .
401446-01
Contact inschakelen, daarvoor de contactsleutel in de stand draaien.ON
De -knop zo vaak indrukken tot de weergavemodus is geactiveerd.MODE TRIP 2
De -knop ingedrukt houden.SET
De weergave staat op .TRIP 2 0.0
6 BEDIENINGSELEMENTEN 35
6.10.13 Weergave TRIP F
401447-01
Wanneer het brandstofpeil de reservemarkering bereikt, wisselt de weergave automatisch
op en begint te tellen bij , onafhankelijk van de weergavemodus die voorheen wasTRIP F 0.0
geactiveerd.
Info
Wanneer wordt weergegeven begint tegelijkertijd het waarschuwingslampjeTRIP F
voor het brandstofpeil te branden.
6.10.14 Indicatie GEAr
401418-01
In de weergavemodus wordt de met de versnellingsbak geschakelde versnelling weer-GEAr
gegeven.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 36
6.10.15 Temperatuurindicatie koelmiddel
700124-01
De temperatuur op de display wordt weergegeven met twaalf balkjes. Hoe hoger het aantal
brandende balkjes, hoe heter het koelmiddel. Als het bovenste balkje brandt beginnen tege-
lijkertijd alle balkjes te knipperen en het waarschuwingslampje voor de temperatuur gaat
branden.
Mogelijke toestanden
Motor koud Tot vier balkjes branden.
Warme motor Vijf tot elf balkjes branden.
Hete motor Alle twaalf balkjes knipperen.
6.11 Tankdop openen
Gevaar
Gevaar voor brandBrandstof is licht ontvlambaar.
Tank het voertuig nooit in de buurt van open vuur of brandende sigaretten en schakel de motor bij het tanken altijd uit. Let er
vooral op dat er geen brandstof wordt gemorst op de hete onderdelen van het voertuig. Gemorste brandstof meteen afvegen.
Als de brandstof wordt verwarmd zet deze in de brandstoftank uit en kan uitstromen als de tank te vol zit. Aanwijzingen voor het
tanken van brandstof in acht nemen.
Waarschuwing
Gevaar voor vergiftigingBrandstof is giftig en schadelijk voor de gezondheid.
Erop letten dat brandstof niet in aanraking komt met de huid, ogen en kleding. Adem brandstofdampen niet in. Bij contact met
de ogen meteen met water spoelen en een arts raadplegen. Verontreinigde huid meteen reinigen met water en zeep. Als brand-
stof is ingeslikt meteen een arts raadplegen. Met brandstof verontreinigde kleding wisselen. Brandstof volgens de voorschriften
bewaren in een jerrycan en uit de buurt van kinderen houden.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 37
Waarschuwing
Gevaar voor het milieuOndeskundige omgang met brandstof is gevaarlijk voor het milieu.
Er mag geen brandstof in het grondwater, de bodem of riolering terechtkomen.
101975-10
Klep op de tankdop openklappen en contactsleutel insteken.
Contactsleutel 90° tegen de klok in draaien en tankdop verwijderen.
Info
De tankdop is voorzien van een brandstoftankontluchting.
6.12 Tankdop sluiten
101976-01
Tankdop opzetten en contactsleutel 90° met de klok mee draaien.
Contactsleutel uittrekken en klep dichtklappen.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 38
6.13 Zadelontgrendeling
101977-10
Het zadel kan met de lus worden ontgrendeld.
6.14 Handgrepen
101978-10
Met de handgrepen kan de motorfiets worden gerangeerd.
Als u een bijrijder meeneemt kan deze zich tijdens het rijden hieraan vasthouden.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 39
6.15 Voetsteunen bijrijder
101979-01
De voetsteunen voor de bijrijder kunnen worden ingeklapt.
Mogelijke toestanden
Voetsteunen bijrijder ingeklapt Voor het rijden zonder bijrijder.
Voetsteunen bijrijder uitgeklapt Voor het rijden met bijrijder.
6.16 Versnellingshendel
401950-10
De versnellingshendel is aan de linkerzijde van de motor gemonteerd.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 41
6.18 Zijstandaard
401943-10
De zijstandaard bevindt zich aan de linkerzijde van het voertuig.
De zijstandaard is bestemd voor het parkeren van de motorfiets.
Info
Tijdens het rijden moet de zijstandaard omhooggeklapt zijn.
De zijstandaard is gekoppeld aan het veiligheidsstartsysteem. Lees de rij-instructies.
Mogelijke toestanden
Zijstandaard uitgeklapt Het voertuig kan op de zijstandaard worden neergezet. Het
veiligheidsstartsysteem is actief.
Zijstandaard ingeklapt Deze stand is altijd nodig als u gaat rijden. Het veiligheids-
startsysteem is niet actief.
7 INBEDRIJFNAME 42
7.1 Aanwijzingen voor eerste inbedrijfname
Gevaar
Gevaar voor ongevallenGevaar door onvoldoende rijvaardigheid.
Het voertuig niet gebruiken, wanneer u door consumptie van alcohol, medicijnen of drugs of door lichamelijke of psychische
beperkingen niet in staat bent veilig aan het verkeer deel te nemen.
Waarschuwing
Gevaar voor letselGeen of slechte beschermende kleding vormt een verhoogd risico.
Tijdens het rijden altijd beschermende kleding (helm, laarzen, handschoenen, broek en jack met bescherming) dragen. Draag
altijd beschermende kleding die zich in een goede staat bevindt en voldoet aan de wettelijke voorschriften.
Waarschuwing
Gevaar voor vallenBeperking van het rijgedrag door verschillende bandprofielen aan voor- en achterwiel.
Voor- en achterwiel moeten altijd zijn uitgerust met banden met een gelijksoortig profiel, anders kan de motor oncontroleerbaar
worden.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenOngecontroleerd rijgedrag door niet vrijgegeven en/of aanbevolen banden/wielen.
Alleen door KTM vrijgegeven en/of aanbevolen banden en wielen met de juiste snelheidsindex gebruiken.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenVerminderde wegligging bij nieuwe banden.
Nieuwe banden hebben een glad contactvlak, waardoor het wegcontact niet volledig is. Het volledige contactvlak moet de eerste
200 kilometers bij een gematigde rijstijl en in verschillende schuine standen worden geruwd. Pas nadat de banden zijn ingere-
den wordt de volledige wegligging bereikt.
7 INBEDRIJFNAME 43
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenUitvallen van het remsysteem.
Als het rempedaal niet wordt vrijgegeven slijten de remplaketten ononderbroken. De achterwielrem kan door oververhitting uit-
vallen. De voet van het rempedaal nemen, als u niet wilt remmen.
Info
Houd er bij het gebruik van het voertuig rekening mee, dat andere mensen last kunnen hebben van overmatig lawaai.
Verzeker u ervan dat de afleveringsinspectie is uitgevoerd door een geautoriseerde KTM-garage.
U ontvangt het afleveringsdocument en serviceboekje bij de overdracht van het voertuig.
Lees voordat u voor het eerst gaat rijden de volledige bedieningshandleiding goed door.
Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningselementen.
Uitgangspositie van de koppelingshendel instellen. ( pag. 86)
Uitgangspositie van de remhendel instellen. ( pag. 90)
Uitgangspositie rempedaal instellen. ( pag. 96)
Oefen voordat u een lange rit gaat maken eerst op een geschikt terrein, zodat u gewend raakt aan het besturen van het voertuig. Pro-
beer ook eens zo langzaam mogelijk en staand te rijden zodat u meer gevoel voor de motorfiets krijgt.
Houd tijdens het rijden het stuur met beide handen vast en laat uw voeten op de voetsteunen rusten.
Motor inrijden. ( pag. 43)
7.2 Motor inrijden
Tijdens de inrijperiode het aangegeven motortoerental niet overschrijden.
Voorgeschreven waarde
Maximaal motortoerental
Tijdens de eerste: 1.000 km 6.000 1/min
Na de eerste: 1.000 km 7.800 1/min
8 RIJ-INSTRUCTIES 49
8.3 Beginnen met rijden
Koppelingshendel trekken, in de 1e versnelling zetten, koppelingshendel langzaam vrijgeven en gelijktijdig voorzichtig gas geven.
8.4 Schakelen, rijden
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallen Bij een abrupte verandering van de belasting kunt u de controle over de motorfiets verliezen.
Abrupte veranderingen in belasting en hard remmen vermijden en de snelheid aanpassen aan de rijwegsituatie.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallen Terugschakelen bij hoog motortoerental leidt tot blokkeren van het achterwiel.
Niet bij hoog motortoerental terugschakelen naar een lagere versnelling. De motor wordt overbelast en het achterwiel kan blok-
keren.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallen Storingen veroorzaken door een verkeerde stand van de contactsleutel.
De contactsleutel niet in een andere stand zetten tijdens het rijden.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallen Afleiding van het verkeer door het instellen van de motorfiets tijdens het rijden.
Instellingen mogen alleen worden gewijzigd als de motorfiets stilstaat.
Waarschuwing
Gevaar voor letsel Eraf vallen van de bijrijder.
De bijrijder moet goed op het bijrijderzadel gaan zitten en zich vasthouden aan de bestuurder of aan de grepen. De voeten op
de bijrijdervoetsteunen zetten. De voorschriften over de minimumleeftijd voor bijrijders in acht nemen.
8 RIJ-INSTRUCTIES 51
Voertuig nooit zonder luchtfilter gaan rijden, omdat stof en vuil in de motor terecht kunnen komen en tot een hogere slijtage kunnen
veroorzaken.
Aanwijzing
Beschadiging aan de motor Oververhitting van de motor.
Als het waarschuwingslampje voor de koelmiddeltemperatuur gaat branden, moet de motorfiets worden gestopt en de motor uitgezet.
De motor laten afkoelen en het koelmiddelpeil in de radiateur controleren en indien nodig corrigeren. Als u toch doorrijdt terwijl het
waarschuwingslampje voor de koelmiddeltemperatuur brandt beschadigt de motor.
Info
Als u tijdens het rijden ongewone geluiden hoort, moet u meteen stoppen, de motor uitzetten, het voertuig veilig parkeren en con-
tact opnemen met een geautoriseerde KTM-garage.
401950-11
Als de verhoudingen het toestaan (helling, rijsituatie e.d.) kunt u naar hogere versnellin-
gen schakelen.
Gas terugnemen, gelijktijdig koppelingshendel trekken, naar volgende versnelling scha-
kelen, koppelingshendel vrijgeven en gas geven.
Info
De posities van de zes voorwaartse versnellingen zijn weergegeven op de afbeel-
ding. De neutrale of vrije stand bevindt zich tussen de 1e en 2e versnelling. De
1e versnelling is de start- of bergversnelling.
De rijtemperatuur is bereikt als er vijf balkjes op de temperatuurweergave bran-
den.
Nadat met een volledig opengedraaide gashendel de maximale snelheid is bereikt, moet
u deze op ¾ gas terugdraaien. De snelheid verlaagt nauwelijks, maar er wordt aanmer-
kelijk minder brandstof verbruikt.
Pas uw snelheid aan de weggesteldheid en weersituatie aan. Vooral in bochten mag er
niet worden geschakeld en slechts voorzichtig gas worden gegeven.
8 RIJ-INSTRUCTIES 56
8.7 Transport
Aanwijzing
Gevaar voor beschadigingHet geparkeerde voertuig kan wegrollen en/of omvallen.
Het voertuig altijd op een vaste en egale ondergrond plaatsen.
Aanwijzing
Gevaar voor brandSommige onderdelen van de motorfiets worden bij gebruik van de motorfiets zeer heet.
Voertuig niet op plaatsen laten staan met licht brandbare en/of ontvlambare materialen. Geen voorwerpen over het warme voertuig leg-
gen. Het voertuig altijd eerst laten afkoelen.
401448-01
Motor uitzetten en contactsleutel eruit trekken.
Motorfiets met spanriemen of andere geschikte bevestigingsmiddelen beveiligen tegen
omvallen en wegrollen.
8 RIJ-INSTRUCTIES 57
8.8 Brandstof tanken
Gevaar
Gevaar voor brandBrandstof is licht ontvlambaar.
Tank het voertuig nooit in de buurt van open vuur of brandende sigaretten en schakel de motor bij het tanken altijd uit. Let er
vooral op dat er geen brandstof wordt gemorst op de hete onderdelen van het voertuig. Gemorste brandstof meteen afvegen.
Als de brandstof wordt verwarmd zet deze in de brandstoftank uit en kan uitstromen als de tank te vol zit. Aanwijzingen voor het
tanken van brandstof in acht nemen.
Waarschuwing
Gevaar voor vergiftigingBrandstof is giftig en schadelijk voor de gezondheid.
Erop letten dat brandstof niet in aanraking komt met de huid, ogen en kleding. Adem brandstofdampen niet in. Bij contact met
de ogen meteen met water spoelen en een arts raadplegen. Verontreinigde huid meteen reinigen met water en zeep. Als brand-
stof is ingeslikt meteen een arts raadplegen. Met brandstof verontreinigde kleding wisselen.
Aanwijzing
Schade aan materiaalVoortijdige slijtage van het brandstoffilter.
In enkele landen en regio's kan het voorkomen, dat de beschikbare brandstof niet voldoende kwaliteit of zuiverheid heeft. Dit leidt tot
problemen in het brandstofsysteem. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van dienst.)
Alleen zuivere brandstof tanken, die voldoet aan de aangegeven norm.
Waarschuwing
Gevaar voor het milieuOndeskundige omgang met brandstof is gevaarlijk voor het milieu.
Er mag geen brandstof in het grondwater, de bodem of riolering terechtkomen.


Produkt Specifikationer

Mærke: KTM
Kategori: Motor
Model: 690 SMC R (2015)

Har du brug for hjælp?

Hvis du har brug for hjælp til KTM 690 SMC R (2015) stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig




Motor KTM Manualer

Motor Manualer

Nyeste Motor Manualer