Miele H 2161 B Manual

Miele Ovn H 2161 B

Læs nedenfor 📖 manual på dansk for Miele H 2161 B (100 sider) i kategorien Ovn. Denne guide var nyttig for 38 personer og blev bedømt med 4.5 stjerner i gennemsnit af 2 brugere

Side 1/100
Gebruiks- en montagehandleiding
Bakoven
Lees de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaatbeslist
plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 10 102 520nl - NL
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................5
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu.......................16
Overzicht oven ...................................................17
Bedieningselementen .............................................18
Functieschakelaar.................................................18
Ovenfuncties...................................................18
Klok ............................................................19
Display .......................................................19
Toetsen.......................................................19
Temperatuurschakelaar.............................................19
Controlelampje temperatuur 6.....................................19
Uitvoering .......................................................20
Type-aanduiding..................................................20
Typeplaatje ......................................................20
Bijgeleverd.......................................................20
Bijgeleverde en bij te bestellen accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Geleiderails....................................................21
Bakplaat, universele bakplaat en rooster met uittrekbeveiliging . . . . . . . . . . . 21
FlexiClip-geleiders HFC50 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
FlexiClip-geleiders inbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
FlexiClip-geleiders verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Ovenelektronica...................................................28
Beveiligingen.....................................................28
Vergrendeling van het apparaat0 ..................................28
Koelventilator ..................................................28
Luchtgekoelde deur .............................................28
PerfectClean-veredelde oppervlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Katalytisch geëmailleerde oppervlakken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Eerste ingebruikneming ...........................................30
Vóór het eerste gebruik .............................................30
Het voor het eerst instellen van de dagtijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Oven voor het eerst opwarmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Overzicht ovenfuncties ............................................32
Tips om energie te besparen .......................................34
Bediening .......................................................36
Eenvoudig gebruik.................................................36
Koelventilator.....................................................36
Inhoud
2
Voorverwarmen ...................................................37
Klok ............................................................38
Display..........................................................38
Symbolen in het display ..........................................38
Toetsen .........................................................38
Principe.........................................................39
Weergave van de tijden..........................................39
Na afloop van de tijden...........................................39
Kookwekker gebruikenN ...........................................40
Kookwekkertijd instellen..........................................40
Kookwekkertijd wijzigen ..........................................41
Kookwekkertijd wissen ...........................................41
Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Bereidingstijd instellen ...........................................42
Na afloop van de bereidingstijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Bereidingstijd en einde bereidingstijd instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Bereidingstijd wijzigen...........................................45
Bereidingstijd wissen............................................46
Einde bereidingstijd wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Dagtijd wijzigen ...................................................47
Instellingen wijzigen................................................48
Bakken .........................................................50
Opmerkingen bij de "Tabel bakken" . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Tabel bakken.....................................................52
Braden..........................................................56
Opmerkingen bij de "Tabel braden" . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Tabel braden .....................................................58
Lage temperatuur (koken op lage temperatuur) ........................60
Grilleren ........................................................62
Opmerkingen bij de "Tabel grilleren" . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Tabel grilleren ....................................................65
Ontdooien .......................................................66
Inmaken ........................................................67
Drogen .........................................................68
Diepvriesproducten/kant-en-klaargerechten...........................69
Gratineren .......................................................70
Inhoud
3
Reiniging en onderhoud ...........................................71
Ongeschikte reinigingsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Tips ............................................................72
Normale verontreinigingen ..........................................72
Dichting reinigen................................................72
Hardnekkige verontreinigingen (behalve bij de FlexiClip-geleiders) . . . . . . . . . . 73
Hardnekkige verontreinigingen op de FlexiClip-geleiders . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Verontreinigingen op de katalytisch geëmailleerde achterwand . . . . . . . . . . . . . 74
Verontreinigingen verwijderen van kruiden, suiker en dergelijke. . . . . . . . . . . 74
Olie- en vetspatten verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
Deur verwijderen..................................................76
Deur uit elkaar halen.............................................77
Deur terugplaatsen ................................................80
Geleiderails met FlexiClip-geleiders demonteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Achterwand verwijderen ............................................82
Bovenwarmte-/grillelement omlaagklappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Nuttige tips ......................................................84
Service en garantie ...............................................88
Elektrische aansluiting ............................................89
Maatschetsen voor de inbouw ......................................90
Afmetingen apparaat en kast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
Inbouw oven .....................................................92
Aanwijzingen voor keuringsinstituten ................................93
Testgerechten volgens EN 60350 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
Energie-efficiëntieklasse............................................94
Productinformatiebladen .........................................94
Adressen........................................................99
Inhoud
4
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadigingen
tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig
door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding
vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de
veiligheid, het gebruik en het onderhoud.
Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die daarvan het gevolg is
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
5
Kinderen
~Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu-
rend toezicht houdt.
~Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be-
dienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van
een foutieve bediening.
~Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
~Houd kinderen in de gaten, wanneer zij zich in de buurt van het
apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
~Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal
over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij
kinderen vandaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
~Verbrandingsgevaar!
De huid van kinderen is gevoeliger voor hoge temperaturen dan de
huid van volwassenen. Het apparaat wordt heet bij het deurglas, het
bedieningspaneel en bij de openingen waar de ovenlucht vrijkomt.
Zorg dat kinderen uit de buurt van het apparaat blijven als het in ge-
bruik is.
~Verwondingsgevaar!
De deur mag met maximaal 15 kg worden belast. Kinderen kunnen
zich aan de geopende deur verwonden.
Voorkom dat kinderen op de geopende deur gaan staan of zitten of
eraan gaan hangen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
Technische veiligheid
~Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kunnen grote risico’s voor de gebruiker ont-
staan. Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
uitsluitend door vakmensen uitvoeren die door Miele zijn
geautoriseerd.
~Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer het voor de inbouw op zichtbare schade. Neem een be-
schadigd apparaat nooit in gebruik.
~De oven kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als hij op
het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
~De elektrische veiligheid van de oven is uitsluitend gegaran-
deerd, als hij wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda-
mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek-
trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
~De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de oven moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet
overeenkomen, om beschadiging van het apparaat te voorkomen.
Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel
een elektricien.
~Met een stekkerdoos of verlengsnoer kan een veilig gebruik van
het apparaat niet worden gewaarborgd (brandgevaar). Sluit de oven
hiermee niet op het elektriciteitsnet aan.
~Gebruik de oven alleen als hij is ingebouwd, zodat de veiligheid
is gewaarborgd.
~Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
boot) worden gebruikt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
~Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning
staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden
veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe
leiden dat de oven niet meer goed functioneert.
Open nooit de ommanteling van het apparaat.
~De garantie vervalt als het apparaat niet wordt gerepareerd door
een technicus die door Miele is geautoriseerd.
~Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderde-
len worden vervangen. Alleen van Miele-onderdelen kunnen wij ga-
randeren dat zij volledig aan de veiligheidseisen voldoen.
~Als het apparaat zonder aansluitkabel wordt uitgeleverd of als
een beschadigde kabel moet worden vervangen, moet voor de aan-
sluiting een speciale kabel worden gebruikt. Alleen een vakman die
door Miele is geautoriseerd, mag de kabel aansluiten (zie "Elek-
trische aansluiting").
~Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dient het
apparaat spanningsvrij te worden gemaakt, bijvoorbeeld als de ver-
lichting defect is (zie ook het hoofdstuk "Nuttige tips ").
Ga hiervoor als volgt te werk:
schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
draai de zekeringen in uw zekeringkast er helemaal uit of
trek de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos.
Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
~Voor een correcte werking van het apparaat moet voldoende
koellucht worden aangevoerd. De aanvoer van koellucht mag niet
worden belemmerd (bijvoorbeeld door inbouw van warmtewerende
lijsten in de keukenkast). Andere warmtebronnen (zoals een open
haard) mogen de benodigde koellucht niet te veel verwarmen.
~Als het apparaat achter een meubeldeur is ingebouwd, mag de
deur niet worden gesloten als u het apparaat gebruikt. Achter een
gesloten deur worden warmte en vocht opgehoopt. Hierdoor kunnen
het apparaat, de kast en de vloer beschadigd raken. Sluit de deur
pas als het apparaat volledig is afgekoeld.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
Veilig gebruik
,Verbrandingsgevaar!
Het apparaat wordt bij gebruik heet.
U kunt zich branden aan de verwarmingselementen, de oven-
wanden, het voedingsmiddel en de accessoires.
Draag altijd ovenwanten als u hete gerechten in het apparaat zet
of eruit haalt of als u in het apparaat bezig bent.
~Voorwerpen in de buurt van het ingeschakelde apparaat kunnen
door de hoge temperaturen vlam vatten. Gebruik het apparaat nooit
om er een ruimte mee te verwarmen.
~Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het appa-
raat goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt.
Blus een brand met olie of vet nooit met water. U dooft vlammen in
het apparaat door de deur gesloten te houden.
~Bij te lange bereidingstijden drogen de voedingsmiddelen uit en
kunnen zelfs ontbranden.
Houdt u zich aan de aanbevolen bereidingstijden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
12
~Sommige voedingsmiddelen drogen snel uit en kunnen door
hoge grilleertemperaturen vlam vatten. Gebruik ovenfuncties met
grill daarom niet voor het afbakken van broodjes of brood en voor
het drogen van bloemen of kruiden. Gebruik hiervoor de ovenfunctie
"Hetelucht plus " of "Boven-Onderwarmte ".U V
~Als u bij de bereiding van voedingsmiddelen alcoholhoudende
dranken gebruikt, moet u er rekening mee houden dat alcohol bij
hoge temperaturen verdampt en op hete oppervlakken kan ontste-
ken.
~Als u de restwarmte voor het warmhouden van gerechten wilt ge-
bruiken, kan door hoge luchtvochtigheid en condenswater corrosie
in het apparaat ontstaan. Ook het bedieningspaneel, het werkblad
en de keukenkast kunnen beschadigd raken.
Schakel het apparaat in geen geval uit, maar stel de laagste tempe-
ratuur van de gekozen ovenfunctie in. De ventilator blijft dan inge-
schakeld.
~Gerechten die in de ovenruimte worden warmgehouden of be-
waard, kunnen uitdrogen. Het vrijkomende vocht kan in het apparaat
corrosie veroorzaken. Dek gerechten daarom af.
~Door warmteophoping kan email barsten of loslaten.
Leg dan ook nooit aluminiumfolie of een andere beschermfolie op
de bodem van het apparaat. Zet ook geen pannen, schalen of bak-
platen op de bodem.
~Het email van de bodem kan door het verschuiven van voor-
werpen beschadigd raken.
Als u pannen in de ovenruimte bewaart, schuif deze dan niet over
de bodem heen en weer.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
13
~Wanneer een koude vloeistof op een heet oppervlak wordt gego-
ten, ontstaat damp die verbrandingen kan veroorzaken. Daarnaast
kunnen hete geëmailleerde oppervlakken door het plotselinge tem-
peratuurverschil beschadigd raken.
Giet nooit koude vloeistoffen rechtstreeks op de hete geëmailleerde
oppervlakken.
~Het is belangrijk dat de temperatuur in het gerecht gelijkmatig
wordt verdeeld en hoog genoeg is. Roer het gerecht daarom regel-
matig door of keer het.
~Kunststof serviesgoed dat niet ovenbestendig is, smelt bij hoge
temperaturen, kan het apparaat beschadigen en vlam vatten.
Gebruik alleen kunststof serviesgoed dat ovenbestendig is. Neem
de aanwijzingen van de betreffende fabrikant in acht.
~In afgesloten blikken en dergelijke ontstaat tijdens het inmaken of
verwarmen overdruk. Hierdoor kunnen deze voorwerpen
openbarsten.
Gebruik het apparaat niet om voedingsmiddelen in afgesloten blik-
ken en dergelijke in te maken of te verwarmen.
~U kunt zich aan de open ovendeur verwonden of erover
struikelen.
Laat de deur daarom niet onnodig open staan.
~De deur mag met maximaal 15 kg worden belast.
Ga nooit op de geopende deur staan of zitten. Plaats er ook geen
zware voorwerpen op. Er mag ook niets tussen de deur en de oven-
ruimte vastgeklemd raken. De oven kan anders beschadigd raken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
14
Reiniging en onderhoud
~De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met de-
len die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger.
~Door krassen kunnen de glasplaten van de deur beschadigd ra-
ken.
Gebruik voor de reiniging van de glasplaten dan ook geen schuur-
middelen, geen harde sponzen of borstels en geen metalen
schrapers.
~De geleiderails kunnen voor reinigingsdoeleinden worden verwij-
derd (zie "Reiniging en onderhoud").
Plaats de geleiderails na afloop correct terug en gebruik het appa-
raat nooit zonder ingebouwde geleiderails.
~De katalytisch gmailleerde achterwand kan voor reinigings-
doeleinden worden verwijderd (zie "Reiniging en onderhoud").
Plaats de achterwand na afloop correct terug en gebruik het appa-
raat nooit zonder ingebouwde wand.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
15
Accessoires
~Gebruik uitsluitend originele Miele-onderdelen. Als andere onder-
delen worden aan- of ingebouwd, kan geen beroep worden gedaan
op bepalingen met betrekking tot de garantie en de productaan-
sprakelijkheid.
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak-
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas-
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri-
aal remt de afvalproductie en het ge-
bruik van grondstoffen.
Vaak neemt de leverancier de verpak-
king terug. Als u de verpakking zelf
wegdoet, informeer dan bij de reini-
gingsdienst van uw gemeente waar u
die kunt afgeven.
Het afdanken van een apparaat
Oude elektrische en elektronische ap-
paraten bevatten meestal nog waarde-
volle materialen. Ze bevatten echter
ook schadelijke stoffen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en vei-
lig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone afval
doet of er op een andere manier niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elek-
tronische apparatuur. Vraag uw hande-
laar indien nodig om inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet buiten
het bereik van kinderen worden opge-
slagen.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
16
aBedieningselementen oven*
bVerwarmingselement voor "Bovenwarmte"/"Grilleren"
cKatalytisch geëmailleerde achterwand
dAanzuigopening voor de ventilator met erachter het ringvormige verwarmings-
element
eGeleiderails met 4 niveaus
fBodem ovenruimte met eronder het verwarmingselement voor "Onderwarmte"
gFrontgedeelte met typeplaatje
hDeur
* Afhankelijk van het model
Overzicht oven
17
aFunctieschakelaar
bKlok
cTemperatuurschakelaar
dControlelampje temperatuur
Functieschakelaar
Met de functieschakelaar kiest u de
ovenfuncties en schakelt u de ovenver-
lichting apart in.
U kunt de schakelaar links- en rechts-
om draaien.
In de stand kunt u de schakelaar0
verzinken door erop te drukken.
Ovenfuncties
TVerlichting
VBoven-Onderwarmte
XOnderwarmte
YGrill
POntdooien
SSnelopwarmen
UHetelucht plus
OIntensief bakken
\Circulatiegrill
KGratineren
Bedieningselementen
18
Klok
(afhankelijk van het model)
Voor de bediening van de klok gebruikt
u het en de display toetsen V, OK en
W.
Display
In het display verschijnt de dagtijd of
worden uw instellingen weergegeven.
De lichtsterkte neemt iets af als u geen
instellingen uitvoert.
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk
"Klok".
Toetsen
De apparaten zijn voorzien van druk-
toetsen.
Temperatuurschakelaar
Met de temperatuurschakelaar stelt u
de temperaturen voor de bereidingen
in.
U kunt de schakelaar tot de aanslag
naar rechts draaien en weer terug.
In de stand kunt u de schakelaarß
verzinken door erop te drukken.
Het temperatuurbereik vindt u bij de
temperatuurschakelaar en op het dis-
play.
Controlelampje temperatuur 6
Het controlelampje brandt als de6
ovenverwarming ingeschakeld is.
Zodra de gekozen temperatuur is be-
reikt,
wordt de ovenverwarming uitgescha-
keld.
dooft het controlelampje voor de
temperatuur.
De temperatuurregeling van het appa-
raat zorgt ervoor dat de ovenverwar-
ming en het controlelampje weer wor-
den ingeschakeld, zodra de tempera-
tuur onder de ingestelde waarde daalt.
Bedieningselementen
19
Type-aanduiding
Een overzicht van de ovens H2x6xB die
in deze handleiding worden beschre-
ven, vindt u op de achterkant van het
boekje.
Typeplaatje
Het typeplaatje bevindt zich achter de
deur, op het frontgedeelte.
Hier vindt u de type-aanduiding van uw
oven, het fabricagenummer en de aan-
sluitgegevens (spanning/frequen-
tie/maximale aansluitwaarde).
Zorg dat u deze informatie bij de hand
heeft, als u vragen of problemen heeft.
Miele kan u dan gericht verder helpen.
Bijgeleverd
Het volgende wordt bijgeleverd:
De gebruiks- en montagehandleiding
van de oven.
Schroeven voor de bevestiging van
de oven in de keukenkast.
Diverse accessoires.
Bijgeleverde en bij te bestellen
accessoires
De uitvoering is afhankelijk van het
model!
Een oven beschikt altijd over geleide-
rails, een universele bakplaat en een
rooster.
Afhankelijk van het model kan de
oven ook van de hierna genoemde
accessoires zijn voorzien.
Alle genoemde accessoires, reinigings-
en onderhoudsmiddelen zijn op het
Miele-apparaat afgestemd.
U kunt deze producten via internet
(www. miele-shop.com), bij Miele of bij
uw Miele-vakhandelaar bestellen.
Vermeld bij uw bestelling altijd de type-
aanduiding van uw apparaat en de
aanduiding van de gewenste accessoi-
res.
Uitvoering
20
FlexiClip-geleiders HFC50
U kunt de FlexiClip-geleiders op de drie
onderste niveaus aanbrengen. U kunt
de geleiders helemaal uit de ovenruim-
te trekken, waardoor u optimaal zicht
heeft op de gerechten.
Schuif de geleiders helemaal naar
binnen, voordat u de accessoires
erop plaatst.
Om te voorkomen dat de accessoires
onbedoeld wegglijden,
moeten de accessoires zich altijd
tussen de opstaande lipjes aan de
voor- en achterkant bevinden (zie af-
beelding).
moet u het rooster altijd met het
opzetgedeelte naar beneden op de
geleiders plaatsen (zie afbeelding).
De geleiders mogen met maximaal
15 kg worden belast.
Uitvoering
22
Omdat u de geleiders op de boven-
ste spijl van een niveau plaatst,
neemt de afstand tot het niveau er-
boven af. Een te kleine afstand kan
het bereidingsresultaat beïnvloeden.
Als u meerdere (universele) bakplaten
of roosters tegelijk wilt gebruiken, gaat
u als volgt te werk:
^Plaats een (universele) bakplaat of
een rooster op de FlexiClip-geleiders.
^Laat boven de FlexiClip-geleiders mi-
nimaal een niveau vrij.
Als u de universele bakplaat met het
rooster erop gebruikt, gaat u als volgt
te werk:
^Plaats de universele bakplaat met het
rooster erop op de
FlexiClip-geleiders. Het rooster glijdt
bij het inschuiven automatisch tussen
de spijlen van het niveau boven de
FlexiClip-geleiders.
^Laat boven de FlexiClip-geleiders mi-
nimaal een niveau vrij.
Uitvoering
23
FlexiClip-geleiders inbouwen
,Verbrandingsgevaar!
De verwarmingselementen moeten
zijn uitgeschakeld. De ovenruimte
moet zijn afgekoeld.
Een niveau bestaat links en rechts uit
twee spijlen.
De FlexiClip-geleiders worden aan de
bovenste spijlen van een niveau beves-
tigd.
Bevestig de geleider met de merknaam
"Miele" aan de rechter kant.
Trek de FlexiClip-geleiders bij het in-
en uitbouwen uit.niet
Als de FlexiClip-geleiders na de
plaatsing blokkeren, moet u ze een
keer krachtig uittrekken.
^Haak de FlexiClip-geleider aan de
voorkant van de bovenste spijl van
een niveau in (1.) en zwenk de gelei-
der naar het midden van de oven-
ruimte (2.).
^Schuif de geleider langs de bovenste
spijl schuin naar achteren, tot aan de
aanslag.
^Zwenk de FlexiClip-geleider terug en
klik deze op de bovenste spijl vast. U
moet daarbij een duidelijke klik ho-
ren.
Uitvoering
24
FlexiClip-geleiders verwijderen
^Schuif de FlexiClip-geleider helemaal
naar binnen.
^Druk het lipje van de geleider naar
beneden (1.).
^Zwenk de FlexiClip-geleider naar het
midden van de ovenruimte (2.) en
trek de geleider langs de bovenste
spijl naar voren (3.).
^Haal de FlexiClip-geleider van de
spijl en verwijder de geleider.
Grill- en braadplaat HGBB51
Deze plaat wordt tussen het rooster en
de universele bakplaat gelegd.
Tijdens grilleren en braden beschermt
de plaat het vleessap in de bakplaat te-
gen verbranden. U kunt het vleessap
dan nog voor andere doeleinden ge-
bruiken.
Het geëmailleerde oppervlak is
PerfectClean-veredeld.
Ronde bakvorm HBF27-1
Deze ronde vorm is ideaal voor pizza's,
plat gebak van gist- of roerdeeg, zoete
en hartige taarten, gegratineerde des-
serts, plat brood en dergelijke, alsmede
voor het afbakken van diepvriesgebak
en -pizza's.
Het geëmailleerde oppervlak is
PerfectClean-veredeld.
Uitvoering
25
Gourmetsteen HBS60
Met de gourmetsteen bereikt u een op-
timaal bakresultaat bij gerechten die
een krokante bodem moeten hebben,
zoals pizza, quiche, brood, broodjes en
hartig gebak.
De gourmetsteen is van vuurvaste kera-
miek en heeft een glazuurlaag.
De steen wordt op het rooster gelegd.
Bij de gourmetsteen hoort een spatel
van onbehandeld hout, waarmee u de
gerechten op de steen legt en na af-
loop weer verwijdert.
Koudhandgreep HEG
Voor het uitnemen en plaatsen van de
universele bakplaat, de bakplaat en het
rooster.
Braadpan HUB en deksel HBD
Miele-braadpannen kunt u in tegenstel-
ling tot andere braadpannen zo in de
geleiderails van de oven schuiven. De
pannen hebben (net als het rooster)
een uittrekbeveiliging.
Het oppervlak van de braadpannen
heeft een anti-aanbaklaag.
De pannen zijn verkrijgbaar in de
dieptematen 22 cm en 35 cm. De
breedte en de hoogte zijn gelijk.
Voor de braadpannen zijn deksels ver-
krijgbaar.
Vermeld bij aanschaf de type-aan-
duiding.
Diepte: 22 cm Diepte: 35 cm
HUB61-22
HUB62-22*
HUB61-35
HBD 60-22 HBD 60-35
* Geschikt voor inductiekookplaten
Uitvoering
26
Katalytisch geëmailleerde accessoi-
res
– Zijwanden
Deze wanden worden achter de ge -
leiderails aangebracht en voorkomen
dat de zijwanden van de oven ver -
ontreinigd raken.
– Bovenwand
Deze plaat wordt boven het verwar -
mingselement voor de bovenwarm -
te/grill aangebracht en houdt de bo -
venkant van de ovenruimte schoon.
– Achterwand
Bestel dit onderdeel als het kataly-
tische email door onjuist gebruik of
ernstige verontreiniging niet meer
goed werkt.
Vermeld bij uw bestelling altijd de type-
-aanduiding van uw apparaat.
Miele-microvezeldoek
Met een microvezeldoekje kunt u lichte
verontreinigingen en vingerafdrukken
eenvoudig verwijderen.
Miele-ovenreiniger
Met de ovenreiniger kunt u ook hard -
nekkige verontreinigingen verwijderen.
De ovenruimte hoeft hiervoor niet te
worden verwarmd.
Uitvoering
27
PerfectClean-veredelde
oppervlakken
PerfectClean-veredelde oppervlakken
hebben zeer goede
anti-aanbakeigenschappen en zijn heel
eenvoudig te reinigen.
Na het bakken of braden laat het ge -
recht gemakkelijk los en verontreini -
gingen kunt u eenvoudig verwijderen.
Op PerfectClean kunt u uw gerechten
in stukken snijden en verdelen.
Gebruik geen keramische messen
op PerfectClean-veredelde opper-
vlakken, omdat deze krassen kun-
nen veroorzaken.
PerfectClean-veredelde oppervlakken
zijn, wat de reiniging betreft, vergelijk-
baar met glas.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk
"Reiniging en onderhoud", zodat de
voordelen van de anti-aanbaklaag en
de eenvoudige reiniging behouden blij -
ven.
PerfectClean-veredeld zijn:
de ovenruimte,
de universele bakplaat,
de bakplaat,
de grill- en braadplaat,
de ronde bakvorm.
Katalytisch geëmailleerde
oppervlakken
De achterwand van de ovenruimte is
voorzien van katalytisch email. Dankzij
dit speciale email worden olie- en vet -
spatten bij hoge temperaturen vanzelf
verwijderd.
Neem de aanwijzingen in acht uit het
hoofdstuk "Reiniging en onderhoud".
Uitvoering
29
Oven voor het eerst opwarmen
Als u de oven voor het eerst opwarmt,
kunnen er onaangename geurtjes ont-
staan. Als u de lege oven gedurende
minimaal één uur verhit, verdwijnen
deze geurtjes snel.
Zorg daarbij voor een goede ventila-
tie van de keuken. U voorkomt zo
dat de geurtjes in andere vertrekken
te ruiken zijn.
^Verwijder eventueel aanwezige stic-
kers en beschermfolie uit de oven en
van de accessoires.
^Haal de accessoires uit het apparaat
en reinig deze grondig (zie "Reiniging
en onderhoud").
^Reinig de ovenruimte voor het opwar-
men met een vochtige doek. U ver-
wijdert zo stof en eventuele
verpakkingsresten.
^Kies de ovenfunctie "Hetelucht
plus ".U
De ovenverwarming, de verlichting en
de ventilator worden ingeschakeld.
^Stel de maximale temperatuur in
(250 °C).
^Verhit de ovenruimte gedurende mi-
nimaal een uur.
^Zet na het opwarmen de functiescha-
kelaar op en de temperatuurscha0 -
kelaar op .ß
,Verbrandingsgevaar!
Laat de ovenruimte voor de hand-
matige reiniging eerst afkoelen.
^Reinig de ovenruimte met warm wa-
ter, afwasmiddel en een schoon
sponsdoekje of met een schoon,
vochtig microvezeldoekje.
^Wrijf alles daarna met een zachte
doek droog.
Sluit de deur pas als de ovenruimte
droog is.
Eerste ingebruikneming
31
Voor de bereiding van gerechten kunt u
uit diverse functies kiezen.
Afhankelijk van de ovenfunctie worden
de verwarmingselementen en de venti-
lator op een bepaalde manier gecombi-
neerd (zie de gegevens tussen haak-
jes).
Boven-Onderwarmte V
(verwarmingselement "Bovenwarm-
te"/"Grilleren" + "Onderwarmte")
Voor het bakken en braden van traditio-
nele recepten, voor het bereiden van
soufflés en voor koken op lage tempe-
raturen.
Kies voor het bereiden van recepten uit
oude kookboeken een temperatuur die
10 °C lager is dan in het recept staat
aangegeven. De bereidingstijd veran-
dert niet.
Onderwarmte X
(verwarmingselement "Onderwarmte")
Kies deze functie tegen het einde van
de bereidingstijd, als het voedingsmid-
del aan de onderkant bruiner moet wor-
den.
Grill Y
(verwarmingselement "Bovenwarm-
te"/"Grilleren")
Voor het grilleren van plat vlees (bij-
voorbeeld steaks) en voor bruineren.
Ontdooien P
(ventilator)
Voor het behoedzaam ontdooien van
diepvriesproducten.
Overzicht ovenfuncties
32
Snelopwarmen S
(verwarmingselement "Bovenwarm-
te"/"Grilleren" + ringvormig verwar-
mingselement + ventilator)
Voor het snel opwarmen van de oven-
ruimte.
Wissel vervolgens naar de ovenfunctie
die u voor de bereiding wilt gebruiken.
Hetelucht plus U
(ringvormig verwarmingselement + ven-
tilator)
Voor bakken en braden. U kunt meer-
dere niveaus tegelijk gebruiken.
U kunt met lagere temperaturen werken
dan bij "Boven-Onderwarmte ", om-V
dat de ventilator de warmte meteen
over het voedingsmiddel verdeelt.
Intensief bakken O
(ringvormig verwarmingselement + ven-
tilator + verwarmingselement "Onder-
warmte")
Voor het bakken van taarten met een
vochtige bovenlaag.
Gebruik deze ovenfunctie niet voor het
bakken van plat gebak en niet voor bra-
den (de fond wordt anders te donker).
Circulatiegrill \
(verwarmingselement "Bovenwarm-
te"/"Grilleren" + ventilator)
Voor het grilleren van gerechten met
een grote diameter, zoals een rollade of
een kip. U kunt met lagere temperatu-
ren werken dan bij "Grill ", omdat deY
ventilator de warmte meteen over het
voedingsmiddel verdeelt.
Gratineren K
(verwarmingselement "Bovenwarm-
te"/"Grilleren" + ringvormig verwar-
mingselement + ventilator)
Voor het bereiden van ovenschotels en
gratins die een krokant laagje moeten
krijgen.
Overzicht ovenfuncties
33
Bereidingsprocessen
^Haal alle accessoires uit de oven die
niet voor een bereiding nodig zijn.
^Verwarm de oven alleen voor als dat
in het recept of de bereidingstabel
staat.
^Open de deur niet onnodig tijdens
een bereiding.
^Kies in het algemeen de laagste tem-
peratuur uit het recept of de
bereidingstabel en controleer het
product na de kortste tijd.
^Gebruik bij voorkeur matte, donkere
bakvormen en ovenschalen van niet-
reflecterende materialen (geëmail-
leerd staal, hittebestendig glas, ge-
goten aluminium).). Blanke materia-
len zoals roestvrij staal of aluminium
reflecteren de warmte, zodat deze
het gerecht slechter bereikt. Bedek
de bodem van de ovenruimte of het
rooster ook nooit met warmtereflecte-
rende aluminiumfolie.
^Controleer de bereidingstijd om
energieverspilling bij het bereiden
van voedingsmiddelen te voorkomen.
Stel indien mogelijk een bereidings-
tijd in of gebruik een kerntempera-
tuurvoeler.
^Voor veel gerechten kunt u de oven-
functie "Hetelucht plus U" ge-
bruiken. U kunt daarmee met lagere
temperaturen werken dan bij
"Boven-Onderwarmte ", omdat deV
ventilator de warmte meteen over het
voedingsmiddel verdeelt. Daarnaast
kunt u meerdere niveaus gelijktijdig
gebruiken.
^Gebruik voor grillgerechten zoveel
mogelijk de ovenfunctie
"Circulatiegrill ". U grilleert dan\
met lagere temperaturen dan bij an-
dere grilleerfuncties op maximale
temperatuur.
^Bereid zo mogelijk altijd meerdere
gerechten gelijktijdig. Plaats deze
naast elkaar of op meerdere niveaus.
^Kook gerechten, die u niet gelijktijdig
kunt bereiden, zo mogelijk direct na
elkaar, zodat u de al aanwezige
warmte gebruikt.
Tips om energie te besparen
34
Benutting restwarmte
^Bij bereiding met temperaturen bo-
ven 140 °C en bereidingstijden van
meer dan 30 minuten kunt u de tem-
peratuur ca. 5 minuten voor het einde
van de bereiding tot de minimaal in-
stelbare temperatuur verlagen. De
aanwezige restwarmte is voldoende
om de bereiding te voltooien. De
koelventilator en, afhankelijk van de
ovenfunctie, de heteluchtventilator
blijven ingeschakeld. Schakel de
bakoven echter in geen geval uit (zie
het hoofdstuk "Veiligheidsinstruc-
ties").
^Wilt u de katalytisch geëmailleerde
delen reinigen? Start het reinigen dan
bij voorkeur direct na een bereiding.
De aanwezige restwarmte vermindert
het energieverbruik.
Tips om energie te besparen
35
Eenvoudig gebruik
^Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
^Kies met de functieschakelaar de ge-
wenste ovenfunctie.
De ovenverlichting en de ventilator wor-
den ingeschakeld.
^Stel met de temperatuurschakelaar
de temperatuur in.
De ovenverwarming wordt ingescha-
keld.
Na het bereiding:
^Zet de functieschakelaar op en de0
temperatuurschakelaar op .ß
^Haal het voedingsmiddel uit de oven.
Koelventilator
Om te voorkomen dat er vocht in de
ovenruimte, op het bedieningspaneel of
in de keukenkast neerslaat, blijft de
ventilator na een bereiding nog enige
tijd ingeschakeld.
De ventilator wordt automatisch uitge-
schakeld als de ovenruimte onder een
bepaalde temperatuur komt.
Bediening
36
Voorverwarmen
U hoeft de ovenruimte slechts bij weinig
bereidingen voor te verwarmen.
De meeste gerechten kunt u in de kou-
de oven zetten. Zo benut u ook de
warmte van de opwarmfase.
Bij de volgende bereidingen en oven-
functies moet u de oven wel voorver-
warmen:
Hetelucht plus U
Donker brooddeeg.
Rosbief en filet.
Boven-Onderwarmte V
Gebak met een korte baktijd (tot ca.
30 minuten).
Fijne deegsoorten, bijvoorbeeld bis-
cuit.
Donker brooddeeg.
Rosbief en filet.
Snelopwarmen
Gebruik voor pizza en gevoelige
deegsoorten (zoals biscuit en koek-
jes) niet de ovenfunctie
"Snelopwarmen " om de ovenS
voor te verwarmen, anders wordt de
bovenkant van deze producten te
snel bruin.
^Kies de ovenfunctie
"Snelopwarmen ".S
^Stel de temperatuur in.
^Wissel naar de gewenste ovenfunc-
tie, zodra het controlelampje voor de
temperatuur de eerste keer dooft.6
^Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
Bediening
37
(afhankelijk van het model)
De klok kan
de dagtijd aangeven.
als kookwekker worden gebruikt.
de oven automatisch in- of uitscha-
kelen.
voor het wijzigen van diverse instel-
lingen worden gebruikt.P
Voor de bediening van de klok gebruikt
u het en de display toetsen V, OK en
W.
Aan de beschikbare functies zijn sym-
bolen toegewezen.
Display
0:00
N T S + 0
Symbolen in het display
Afhankelijk van de stand van de func-
tieschakelaar en/of het indrukkenV
van een toets verschijnen de volgende
symbolen:
Symbool/functie V
NKookwekker Willekeu-
rig
TBereidingstijd Oven-
functie
SEinde bereidingstijd
+Dagtijd
0
PInstelling
SStatus van een instel-
ling
0Vergrendeling
U kunt een functie alleen instellen of
wijzigen als de functieschakelaar op de
betreffende stand staat.
Toetsen
Toets Functie
V Functies markeren
Tijden verkorten
Instellingen oproepenP
Status van een instelling S P
wijzigen
W Functies markeren
Tijden verlengen
Status van een instelling S P
wijzigen
OK Functies oproepen
Ingestelde tijden en gewij-
zigde instellingen opslaan
Ingestelde tijden oproepen
De uren, minuten en seconden stelt u
met de toets of in (in stappen vanV W
1).
Als u de toetsen ingedrukt houdt, ver-
springt de tijd versneld.
Klok
38
Principe
U stelt de tijden bloksgewijs in:
bij de dagtijd en bij bereidingstijden
eerst de uren en dan de minuten.
bij een kookwekkertijd eerst de minu-
ten en dan de seconden.
^Druk op OK.
De functies verschijnen die bij de stand
van de functieschakelaar horen ( , ,N T
S +en ).
^Markeer met of de gewensteV W
functie.
Het betreffende symbool knippert ge-
durende ca. 15 seconden.
^Druk op OK, terwijl het symbool nog
knippert.
De functie wordt opgeroepen en het lin-
ker cijferblok begint te knipperen.
U kunt een tijd invoeren, zolang het
cijferblok knippert. Als de tijd verstre-
ken is, moet u eerst de functie weer
oproepen.
^Stel met of de gewenste waardeV W
in.
^Druk op OK.
Het rechtse cijferblok begint te knippe-
ren.
^Stel met of de gewenste waardeV W
in.
^Druk op OK.
De ingestelde tijd wordt opgeslagen.
Weergave van de tijden
Als u tijden heeft ingesteld, ziet u dat
aan de symbolen , of .N T S
Als u tegelijk de functies
kookwekker , bereidingstijd enN T
einde bereidingstijd gebruikt, wordtS
de tijd weergegeven die u het laatst
heeft ingesteld.
Als u een bereidingstijd heeft ingesteld,
kan de dagtijd niet worden weergege-
ven.
Na afloop van de tijden
knippert het betreffende symbool.
hoort u een signaal als deze functie
is ingeschakeld (zie "Klok – Instel-
lingen wijzigen").
^Druk op OK.
De akoestische en optische signalen
worden uitgezet.
Klok
39
Kookwekker gebruikenN
De kookwekker kunt u onder meer ge -
bruiken als u iets buiten de oven be -
reidt, bijvoorbeeld als u eieren kookt.
U kunt de kookwekkertijd ook ge -
bruiken als u al tijden voor het automa -
tisch in- of uitschakelen van de oven
heeft ingesteld (bijvoorbeeld om u er -
aan te herinneren dat u na een be -
paalde tijd kruiden wilt toevoegen of
vlees wilt besprenkelen).
U kunt een kookwekkertijd van maxi -
maal 99 minuten en 59 seconden instel -
len.
Kookwekkertijd instellen
Voorbeeld:
U wilt eieren koken en stelt een tijd in
van 6 minuten en 20 seconden.
0:00
N
^Druk zo vaak op de toets totdat hetV
symbool gaat knipperen.N
^Druk op OK.
00:00
N
De waarde verschijnt en het00:00
cijferblok voor de minuten knippert.
Als u eerst één keer op drukt, verV -
schijnen er twee streepjes. Als u op -
nieuw drukt, verschijnt de maximale
waarde voor het cijferblok: .99
06:00
N
^Stel met of de minuten in.V W
^Druk op OK.
De minuten worden opgeslagen en het
cijferblok voor de seconden knippert.
06:20
N
^Stel met of de seconden in.V W
^Druk op OK.
6:20
N
De kookwekkertijd wordt opgeslagen
en loopt in seconden af.
Het symbool geeft aan dat u eenN
kookwekkertijd heeft ingesteld.
Klok
40
Bereidingsproces automatisch
in- en uitschakelen
U kunt het apparaat automatisch laten
uitschakelen of in- en uitschakelen.
Stel hiervoor na het kiezen van de
ovenfunctie en de temperatuur een be-
reidingstijd in of een bereidingstijd en
een eindtijd (einde van de bereiding).
De maximale bereidingstijd die u voor
een bereidingsproces kunt instellen,
bedraagt 11 uur en 59 minuten.
Automatisch in- en uitschakelen is ide-
aal voor het braden van vlees.
Als u een taart of brood wilt bakken,
kunt u de bereiding beter niet te lang
van tevoren programmeren. Het deeg
kan uitdrogen en de werking van het
rijsmiddel kan afnemen.
Bereidingstijd instellen
Voorbeeld:
Het bakken van een taart duurt 1 uur en
5 minuten.
^Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
^Kies de ovenfunctie en de tempera-
tuur.
De ovenverwarming, de verlichting en
de ventilator worden ingeschakeld.
^Druk zo vaak op de toets totdat hetW
symbool gaat knipperen.T
0:00
N T S
De waarde verschijnt.0:00
^Druk op OK.
00:00
T
De waarde verschijnt en het00:00
cijferblok voor de uren knippert.
Als u eerst één keer op drukt, verV -
schijnen er twee streepjes. Als u op-
nieuw drukt, verschijnt de maximale
waarde voor het cijferblok: .ii
Klok
42
0i:00
T
^Stel met of de uren in.V W
^Druk op OK.
De uren worden opgeslagen en het
cijferblok voor de minuten knippert.
0i:05
T
^Stel met of de minuten in.V W
^Druk op OK.
i:05
T
De bereidingstijd wordt opgeslagen en
loopt in minuten af, de laatste minuut in
seconden.
Het symbool geeft aan dat u een tijdT
heeft ingesteld.
Na afloop van de bereidingstijd
verschijnt de waarde .0:00
knippert .T
wordt de ovenverwarming automa-
tisch uitgeschakeld.
blijft de ventilator ingeschakeld.
hoort u ca. 7 minuten een signaal als
deze functie is ingeschakeld (zie
"Klok – Instellingen wijzigen").
^Druk op OK.
Als u op OK drukt,
worden de akoestische en optische
signalen uitgezet.
verschijnt de dagtijd.
wordt de ovenverwarming weer inge-
schakeld.
^Zet de functieschakelaar op en de0
temperatuurschakelaar op .ß
^Haal het voedingsmiddel uit de oven.
Klok
43
Bereidingstijd en einde bereidingstijd
instellen
U kunt een bereidingstijd en een eind-
tijd instellen om een bereidingsproces
automatisch te laten in- en uitschake-
len.
Een voorbeeld:
Het is 11:15 uur.
Een stuk vlees kan in 90 minuten wor-
den bereid. Het vlees moet om
13:30 uur klaar zijn.
^Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
^Kies de ovenfunctie en de tempera-
tuur.
De ovenverwarming, de verlichting en
de ventilator worden ingeschakeld.
Stel eerst de bereidingstijd in:
^Druk zo vaak op de toets totdat hetW
symbool gaat knipperen.T
^Druk op OK.
De waarde verschijnt en het00:00
cijferblok voor de uren knippert.
^Stel met of de uren in.V W
^Druk op OK.
De uren worden opgeslagen en het
cijferblok voor de minuten knippert.
^Stel met of de minuten in.V W
^Druk op OK.
De bereidingstijd wordt opgeslagen.
i:30
T
Het symbool geeft aan dat u een tijdT
heeft ingesteld.
Stel vervolgens het einde van de be-
reidingstijd in:
^Druk zo vaak op de toets totdat hetW
symbool gaat knipperen.S
i2:45
S
In het display verschijnt (= actuelei2:45
dagtijd + bereidingstijd = + ).ii:i5 i:30
^Druk op OK.
Het cijferblok voor de uren knippert.
i3:45
S
^Stel met of de uren in.V W
^Druk op OK.
De uren worden opgeslagen en het
cijferblok voor de minuten knippert.
Klok
44
i3:30
S
^Stel met of de minuten in.V W
^Druk op OK.
Het einde van de bereidingstijd S
wordt opgeslagen.
De ovenverwarming, de verlichting en
de ventilator worden uitgeschakeld.
De ingestelde eindtijd verschijnt in het
display.
Als de starttijd ( - =i3:30 i:30 i2:00) is
bereikt, worden de ovenverwarming, de
verlichting en de ventilator ingescha-
keld.
De ingestelde bereidingstijd ver-T
schijnt en loopt in minuten af, de laatste
minuut in seconden.
Bereidingstijd wijzigen
^Druk zo vaak op de toets totdat hetW
symbool gaat knipperen.T
De resterende bereidingstijd verschijnt.
^Druk op OK.
Het cijferblok voor de uren knippert.
^Stel met of de uren in.V W
^Druk op OK.
Het cijferblok voor de minuten knippert.
^Stel met of de minuten in.V W
^Druk op OK.
De gewijzigde bereidingstijd wordt op-
geslagen.
Klok
45
Bereidingstijd wissen
^Druk zo vaak op de toets of totV W -
dat het symbool gaat knipperen.T
^Druk op OK.
Het cijferblok voor de uren knippert.
^Druk zo vaak op de toets of totV W -
dat twee streepjes verschijnen:
-.-:45
T
^Druk op OK.
Er verschijnen vier streepjes:
-.-:-.-
T
^Druk op OK.
De bereidingstijd en de eventueel inge-
stelde eindtijd worden gewist.
Als u geen kookwekkertijd heeft inge-
steld, verschijnt de dagtijd.
De ovenverwarming, de verlichting en
de ventilator worden ingeschakeld.
Als u de bereiding wilt beëindigen, gaat
u als volgt te werk:
^Zet de functieschakelaar op en de0
temperatuurschakelaar op .ß
^Haal het voedingsmiddel uit de oven.
Einde bereidingstijd wissen
^Druk zo vaak op de toets of totV W -
dat het symbool gaat knipperen.S
^Druk op OK.
Het cijferblok voor de uren knippert.
^Druk zo vaak op de toets of totV W -
dat twee streepjes verschijnen.
^Druk op OK.
Er verschijnen vier streepjes.
^Druk op OK.
Het symbool verschijnt en de ingeT -
stelde bereidingstijd loopt in minuten
af, de laatste minuut in seconden.
Als u de bereiding wilt beëindigen, gaat
u als volgt te werk:
^Zet de functieschakelaar op en de0
temperatuurschakelaar op .ß
^Haal het voedingsmiddel uit de oven.
Als u de functieschakelaar op zet,0
worden de instellingen voor de berei-
dingstijd en de eindtijd gewist.
Klok
46
Voor een gezonde voeding dienen
de voedingsmiddelen behoedzaam
te worden bereid.
Bak taarten, pizza's, patat en derge-
lijke dan ook goudgeel en niet don-
kerbruin.
Ovenfuncties
Afhankelijk van de bereiding kunt u de
ovenfuncties "Hetelucht plus ", "InU-
tensief bakken O" en
"Boven-Onderwarmte " gebruiken.V
Bakvormen
Welke bakvorm u moet gebruiken, is af-
hankelijk van de ovenfunctie en de be-
reiding.
Hetelucht plus ,U
Intensief bakken :O
Gebruik een bakplaat, de universele
bakplaat en bakvormen van elk ma-
teriaal dat geschikt is voor
ovengebruik.
Boven-Onderwarmte :V
Gebruik matte en donkere bak-
vormen van donker blik, met donker
email, van mat aluminium, hittebe-
stendig glas of vormen met een
anti-aanbaklaag.
Gebruik geen lichte vormen van
blank materiaal. Bij dergelijke materi-
alen wordt het product in de vorm
ongelijkmatig of nauwelijks bruin. On-
der ongunstige omstandigheden
wordt het ook niet gaar.
Zet bakvormen altijd op het rooster.
Plaats langwerpige vormen bij voor-
keur dwars op het rooster. Op die
manier is de warmteverdeling in de
vorm optimaal en bereikt u een ge-
lijkmatig bakresultaat.
Bak vruchtentaart en hoge plaatkoek
op de universele bakplaat.
Bakpapier, invetten
Alle Miele-accessoires, zoals de
bakplaat, de universele bakplaat en
de ronde bakvorm, zijn
PerfectClean-veredeld.
In de meeste gevallen hoeft u
PerfectClean-veredelde oppervlakken
niet in te vetten of met bakpapier te be-
dekken.
Gebruik alleen bakpapier voor
gebak waarbij tijdens de deegberei-
ding natronloog is toegepast (harde
krakelingen en dergelijke). Natron-
loog kan het PerfectClean-veredelde
oppervlak aantasten.
deegsoorten die vanwege hun hoge
eiwitgehalte gemakkelijk vastkleven,
zoals deeg voor biscuit,
schuimgebak of makronen.
de bereiding van diepvriesproducten
op het rooster.
Bakken
50
Opmerkingen bij de "Tabel
bakken"
Temperatuur 6
Houd in principe de laagste tempera-
tuur aan.
Een hoge temperatuur verkort welis-
waar de baktijd, maar het gebak wordt
vaak niet gelijkmatig bruin en onder on-
gunstige omstandigheden ook niet
gaar.
Baktijd +
Controleer na afloop van de kortste be-
reidingstijd of het gebak gaar is.
Prik daartoe met een houten stokje (bij-
voorbeeld een satéstokje) in het deeg.
Als niets aan het stokje blijft kleven, is
het gebak gaar.
Niveau µ
Welk niveau u moet gebruiken, is af-
hankelijk van de ovenfunctie en het
aantal bakplaten.
Bij "Hetelucht plus "U
1 bakplaat: niveau 1
2 bakplaten: niveaus 1+3
3 bakplaten: niveaus 1+2+4
Plaats de universele bakplaat onder
de gewone bakplaten als u tijdens
het bakken zowel de universele bak-
plaat als gewone bakplaten op meer-
dere niveaus gebruikt.
Gebruik maximaal twee niveaus te-
gelijk als u vochtig gebak of taart
bakt.
Bij "Intensief bakken "O
1 bakplaat: niveau 1
Bij "Boven-Onderwarmte "V
1 bakplaat: niveau 1 of 2
Bakken
51
Tabel bakken
Taart / cake / gebak U
6
[°C]
µ+
[min]
Roerdeeg
Zandtaart 140–160 1 60–70
Tulband 140–160 1 65–80
Muffins (1 plaat, [2] platen) 140–160 1 [1+3 4)] 30–50
Small cakes (1 plaat) 1) 2) 150 1 25–40
Small cakes (2 platen) 1) 2) 150 1+3 25–40
Plaatcake 140–160 1 25–40
Marmer-, notencake (vorm) 140–160 1 60–80
Vruchtentaart met schuim-/bovenlaag (bakplaat) 140–160 1 45–50
Vruchtentaart (bakplaat) 140–160 1 35–45
Vruchtentaart (vorm) 140–160 1 55–65
Taartbodem 1) 140–160 1 25–30
Koeken/koekjes 1) (1 plaat, [2] platen) 140–160 1 [1+3 4)] 20–25
Kneeddeeg
Taartbodem 140–160 1 20–25
Kruimelkoek 140–160 1 45–55
Koeken/koekjes 1) (1 plaat, [2] platen) 140–160 1 [1+3 4)] 15–25
Spritsen 1) 2) (1 plaat, [2] platen) 140 1 [1+3 4)] 25–40
Kwarktaart 140–160 1 70–90
Apple pie (vorm 20 cm)C1) 2) 150 1 95–110
Appeltaart, afgedekt 1) 150–170 1 50–70
Abrikozentaart met bovenlaag (vorm) 140–160 1 55–75
Hartige/zoete taart
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn vet gedrukt.
Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorver-
warmd. Bij een voorverwarmde oven zijn de baktijden ca. 10 minuten korter.
Kies in het algemeen de laagste temperatuur en controleer het product na de kort-
ste tijd.
Bakken
52
V O
6
[°C]
µ+
[min]
6
[°C]
µ+
[min]
140–160 1 60–70 – – –
160–180 1 65–80 – – –
150–170 2 25–45 – – –
140 3) 5) 3 25–35 –––
– – – – – –
160–180 2 25–40 – – –
140–160 1 60–80 – – –
160–180 2 45–50 140–160 1 30–35
160–180 2 35–45 – – –
150–170 1 55–65 – – –
160–180 1 20–25 – – –
160–180 3) 2 12–20
160–180 2 15–20 – – –
160–180 2 45–55 – – –
160–180 2 10–20 – – –
160 3) 2 15–30 –––
160–180 1 70–90 140–160 1 65–75
170 1 80–100 –––
160–180 1 45–65 140–160 1 50–60
160–180 1 55–75 140–160 1 50–60
210–230 3) 1 25–35 180–200 3) 1 25–30
U V O Hetelucht plus / Boven-Onderwarmte / Intensief bakken
6 + Temperatuur / Niveau / µ Bereidingstijd
1) Gebruik tijdens de opwarmfase niet de ovenfunctie "Snelopwarmen ".S
2) De instellingen gelden ook voor onderzoek volgens EN 60350.
3) Verwarm de ovenruimte voor.
4) Haal een bakplaat uit de oven, zodra het product voldoende bruin is, ook als de berei-
dingstijd nog niet is verstreken.
5) Zonder ingebouwde FlexiClip-geleiders
Bakken
53
Tabel bakken
Taart / cake / gebak U
6
[°C]
µ+
[min]
Biscuitdeeg 1)
Taartbodem (2 eieren) 1) 150–170 1 20–25
Biscuitaart (4 tot 6 eieren) 1) 150–170 1 25–35
Zacht biscuitdeeg 1) 2) 160 1 25–35
Biscuitrol 1) 150–170 1 20 –25
Gistdeeg / kwark-olie-deeg
Deeg laten rijzen 50 5) 15–30
Guglhupf (tulband) 140–160 1 50–60
Stol 140–160 1 55–65
Kruimelkoek 140–160 1 35–45
Vruchtentaart (bakplaat) 150–170 1 40–50
Witbrood 150–170 1 40–50
Volkorenbrood 160–180 3) 1 50–60
Pizza (bakplaat) 1) 160–180 1 35–45
Uienbrood 160–180 1 35–45
Appelflappen (1 plaat, [2] platen) 140–160 1 [1+3 4)] 25–30
Soezendeeg 1), roomsoezen (1 plaat, [2] platen) 150–170 1 [1+3 4)] 30–40
Bladerdeeg 160–180 1 [1+3(1 plaat, [2] platen) 4)] 20–25
Eiwitgebak 120–140 1 [1+3, makronen (1 plaat, [2] platen) 4)] 25–50
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn vet gedrukt.
Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorver-
warmd. Bij een voorverwarmde oven zijn de baktijden ca. 10 minuten korter.
Kies in het algemeen de laagste temperatuur en controleer het product na de kort-
ste tijd.
Bakken
54
V O
6
[°C]
µ+
[min]
6
[°C]
µ+
[min]
160–180 3) 1 15–20 –––
160–180 3) 1 20–35 –––
140–170 3) 1 20–45 –––
170–190 3) 1 12–16 –––
50 5) 15–30 –
150–170 1 50–60
140–160 2 55–65
170–190 2 35–45
160–180 1) 2 40–50
170–190 1 40–50 – – –
180–200 3) 2 50–60
180–200 1 30–40 160–180 1 40–50
170–190 1 25–35 160–180 1 25–35
150–170 2 25–30 – – –
170–190 3) 2 25–35
180–200 3) 2 15–25
120–140 3) 2 25–50
U V O Hetelucht plus / Boven-Onderwarmte / Intensief bakken
6 + Temperatuur / Niveau / µ Bereidingstijd
1) Gebruik tijdens de opwarmfase niet de ovenfunctie "Snelopwarmen ".S
2) De instellingen gelden ook voor onderzoek volgens EN 60350.
3) Verwarm de ovenruimte voor.
4) Haal een bakplaat uit de oven, zodra het product voldoende bruin is, ook als de berei-
dingstijd nog niet is verstreken.
5) Leg het rooster op de bodem van de ovenruimte en zet de schaal daarop.
Bakken
55
Ovenfuncties
Afhankelijk van de bereiding kunt u de
ovenfuncties "Hetelucht plus U" en
"Boven-Onderwarmte " gebruiken.V
Kookgerei
U kunt elk kookgerei gebruiken dat ge-
schikt is voor ovens:
Braadpannen, hittebestendige glazen
schalen, braadfolie/braadzakken, een
Römertopf, een universele bakplaat, het
rooster en/of de grill- en braadplaat
(indien aanwezig) op de universele
bakplaat.
Wij adviseren het gebruik van een
braadpan. Daarin blijft genoeg fond
over voor het bereiden van een saus.
Bovendien blijft de oven schoner dan
bij braden op het rooster.
Opmerkingen bij de "Tabel
braden"
Temperatuur 6
Kies in het algemeen de laagste tempe-
ratuur.
Bij hogere temperaturen wordt het
vlees weliswaar bruin, maar niet altijd
gaar.
Stel bij "Hetelucht plus " een ca.U
20 °C lagere temperatuur in dan bij
"Boven-Onderwarmte ".V
Hoe groter het stuk vlees, hoe lager de
temperatuur. Stel de temperatuur vanaf
3 kg ca. 10 °C lager in dan in de tabel
is aangegeven.
Het braden duurt dan iets langer, maar
het vlees wordt gelijkmatig gaar en de
korst wordt niet te dik.
Stel bij braden op het rooster een tem-
peratuur in die ca. 10 °C lager is dan bij
braden in een braadpan.
Voorverwarmen
Voorverwarmen is meestal niet nodig,
alleen bij rosbief en filet.
Braden
56
Tabel braden
Vlees/vis
Rundvlees (ca. 1 kg) 1)
Runderfilet/rosbief, ca. 1 kg 2)
Wild (ca. 1 kg) 3)
Varkensvlees/rollade, ca. 1 kg 3)
Varkensvlees met zwoerd, ca. 2 kg 3)
Casselerrib, ca. 1 kg 3)
Gehakt, ca. 1 kg 3)
Kalfsvlees, ca. 1,5 kg 3)
Lamsbout, ca. 1,5 kg 2)
Lamsrug, ca. 1,5 kg
Gevogelte, 0,8–1 kg
Gevogelte, ca. 2 kg
Gevogelte, gevuld, ca. 2 kg
Gevogelte, ca. 4 kg
Moot vis, ca. 1,5 kg
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn vet gedrukt.
De tijden gelden voor een oven die niet is voorverwarmd.
Kies in het algemeen de laagste temperatuur en controleer het product na de kort-
ste tijd.
De aangegeven temperatuur heeft betrekking op een bereiding in een open pan.
Als u het vlees op de universele bakplaat of het rooster braadt, moet u de tempe-
ratuur 10 °C lager instellen.
Braden
58
U V
6
[°C]
µ+
[min]
6
[°C]
µ+
[min]
160–180 1 100–120 180–200 1 100–120
180–200 1 45–55 190–210 1 45–55
170–190 1 90–120 180–200 1 90–120
140–160 1 100–120 170–190 1 100–120
150–170 1 160–180 180–200 1 120–150
160–180 1 60–70 190–210 1 60–70
150–170 1 70–80 180–200 1 70–80
170–190 1 100–120 180–200 1 100–120
160–180 1 90–120 190–210 1 90–120
160–180 1 50–60 180–200 1 50–60
180–200 1 60–70 180–200 2 60–70
160–180 1 90–110 180–200 2 90–110
160–180 1 110–130 180–200 2 110–130
150–170 1 150–180 170–190 1 150–180
150–170 1 35–55 180–200 1 35–55
U V Hetelucht plus / Boven-Onderwarmte
6 + Temperatuur / Niveau / µ Bereidingstijd
1) Bereid het vlees eerst met deksel. Verwijder het deksel na de helft van de tijd en voeg
ca. 0,5 l vocht toe.
2) Verwarm de ovenruimte voor. Gebruik daarvoor niet de ovenfunctie "Snelopwarmen ".S
3) Voeg na de helft van de tijd ca. 0,5 l vocht toe.
Braden
59
Koken op lage temperaturen is ideaal
voor vleessoorten van rund, varken, kalf
en lam die zeer behoedzaam moeten
worden bereid.
Braad het vlees eerst in korte tijd op
hoge temperatuur rondom en gelijkma-
tig aan (op de kookplaat).
In de voorverwarmde oven wordt het
vlees vervolgens op een lage tempera-
tuur en met een lange bereidingstijd
rustig bereid.
Hierbij ontspant zich het vlees. Het sap
begint te circuleren en wordt gelijkma-
tig verdeeld tot in de buitenste lagen.
Het vlees blijft zo heel mals en sappig.
Tips
Gebruik goed bestorven, mager
vlees zonder pezen en vetrandjes.
Verwijder vooraf eventuele botten.
Gebruik voor het aanbraden zeer hit-
tebestendig vet, bijvoorbeeld
boterolie of spijsolie.
Dek het vlees tijdens de bereiding
niet af.
De bereidingstijd bedraagt ca. 2–4 uur
en is afhankelijk van het gewicht en de
grootte van het vlees, alsmede van de
gewenste gaarheid en bruinering.
Handelingen
Gebruik de universele bakplaat met
het rooster erop.
Gebruik voor het voorverwarmen niet
de ovenfunctie "Snelopwarmen ".S
^Schuif de universele bakplaat met het
rooster op niveau 1 in de oven.
^Kies de ovenfunctie
"Boven-Onderwarmte V" en een
temperatuur van 130 °C.
^Verwarm de oven, de universele bak-
plaat en het rooster ca. 15 minuten
voor.
^Braad alle kanten van het vlees op
een hoge stand op de kookplaat aan
(tijdens het voorverwarmen van de
oven).
,Verbrandingsgevaar!
Draag altijd ovenwanten als u voe-
dingsmiddelen in de oven zet of er-
uit haalt, of als u in de oven bezig
bent.
^Leg het aangebraden vlees op het
rooster.
^Verlaag de temperatuur tot 100 °C.
^Laat het vlees gaar worden.
Bij apparaten met een klok kunt u de
bereiding ook automatisch laten uit-
schakelen (zie "Klok – Bereidingstijd in-
stellen").
Lage temperatuur (koken op lage temperatuur)
60
,Verbrandingsgevaar!
Als u de deur niet sluit, wordt de
uitstromende hete lucht niet langs
de koelventilator geleid en dus niet
afgekoeld. De bedieningselementen
worden dan heet.
Sluit de ovendeur tijdens het grille-
ren.
Ovenfuncties
Grill Y
Voor het grilleren van platte stukken
vlees en voor bruineren.
Het gehele verwarmingselement (voor
de bovenwarmte/grill) wordt roodgloei-
end en levert de warmtestraling die
voor het grilleren nodig is.
Circulatiegrill \
Voor het grilleren van gerechten met
een grote diameter, zoals een kip.
Het verwarmingselement voor de bo-
venwarmte/grill en de ventilator worden
afwisselend ingeschakeld.
Kookgerei
Gebruik de universele bakplaat met het
rooster of de grill- en braadplaat erop
(indien aanwezig).
De grill- en braadplaat vangt het vlees-
sap in de bakplaat op en voorkomt dat
het verbrandt. Zo kan het voor verdere
bereiding worden gebruikt.
Gebruik niet de gewone bakplaat.
Grilleren
62
Opmerkingen bij de "Tabel
grilleren"
Temperatuur 6
Kies in het algemeen de laagste tempe-
ratuur.
Bij hogere temperaturen wordt het
vlees (voedingsmiddel) weliswaar
bruin, maar niet altijd gaar.
Voor platte stukken vlees adviseren wij
de instelling . Kies voor dik vleesY
(grote diameter) een temperatuur van
maximaal 240 °C.
Voorverwarmen
Voor grilleren moet u de oven voorver-
warmen.
Verwarm het bovenwarmte-/grillelement
ca. 5 minuten voor. Houd de ovendeur
gesloten.
Niveau µ
Houd bij het niveau rekening met de
dikte van het voedingsmiddel.
Platte voedingsmiddelen: niveau 3/4.
Dikke voedingsmiddelen: niveau 2/3.
Bereidingstijd +
Grilleer platte stukken vlees/vis per
kant ca. 6-8 minuten.
Voor dikkere stukken is iets meer tijd
nodig.
Zorg dat de stukken ongeveer even
dik zijn, zodat de bereidingstijden
niet teveel verschillen.
Keer het product halverwege de tijd
om, indien dat mogelijk is.
Is het vlees gaar?
Als u wilt controleren of het vlees vol-
doende gaar is, drukt u met een lepel
op het vlees.
Rood: Als het vlees heel veer-
krachtig aanvoelt, is het
van binnen nog rood
("rare").
Medium: Als het vlees een beetje
meegeeft, is het van bin-
nen roze.
Doorbak-
ken:
Als het vlees nauwelijks
nog meegeeft, is het door-
bakken ("well done").
Controleer na afloop van de kortste be-
reidingstijd of het voedingsmiddel gaar
is.
Tip
Als een groot stuk vlees van buiten al
behoorlijk bruin wordt, terwijl het van
binnen nog niet gaar is, kunt u het vlees
op een lager niveau in de oven plaat-
sen of op een lagere temperatuur ver-
der grilleren.
Grilleren
63
Vlees voorbereiden
Spoel het vlees snel onder koud, stro-
mend water af. Droog het goed af. Zout
het vlees niet vóór het grilleren, omdat
het anders te veel vocht verliest.
Bestrijk mager vlees alleen met olie.
Gebruik geen andere vetsoorten. Deze
worden snel te donker of leiden tot
rookontwikkeling.
Maak platte vissen en stukken vis zoals
gewoonlijk schoon. Daarna zouten en
met citroensap besprenkelen.
Grilleren
^Kies de ovenfunctie en de tempera-
tuur.
^Verwarm het bovenwarmte-/grill-
element ca. 5 minuten voor. Houd de
ovendeur gesloten.
,Verbrandingsgevaar!
Draag altijd ovenwanten als u voe-
dingsmiddelen in de oven zet of er-
uit haalt, of als u in de oven bezig
bent.
^Leg het te bereiden product op het
rooster.
^Schuif het voedingsmiddel op het
juiste niveau in de oven (zie "Tabel
grilleren"):
Als u op niveau 1 tot 3 grilleert,
plaats de grill- en braadplaat (indien
aanwezig) en het rooster dan op de
universele bakplaat en schuif de on-
derdelen gezamenlijk in de oven.
Als u op niveau 4 grilleert, schuif
dan alleen het rooster op dat niveau
in de oven. Plaats de universele bak-
plaat met de grill- en braadplaat
(indien aanwezig) op niveau 1 in de
oven.
^Sluit de deur.
^Keer het product halverwege de tijd
om, indien dat mogelijk is.
Grilleren
64
Tabel grilleren
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn vet gedrukt.
Verwarm het bovenwarmte-/grillelement ca. 5 minuten voor. Houd de ovendeur
gesloten (tenzij anders aangegeven).
Keer het product halverwege de tijd om.
Controleer het product na afloop van de kortste tijd.
Te grilleren product Y \
µ6
[°C]
+
[min]
6
[°C]
+
[min]
Platte voedingsmiddelen
Runderbiefstuk 4 3) Y10–16 220 20–25
Biefburger 1) 43) Y18–27 – –
Schaschlik 4 3) 240 25–30 220 16–20
Spies met gevogelte 4 3) 240 20–25 200 23–27
Nekstuk 4 3) Y12–18 220 23–27
Lever 4 3) Y8–12 220 12–15
Gehaktballen 4 3) Y14–20 220 18–22
Braadworst 3/4 3) Y10–15 220 9–13
Visfilet 3/4 3) Y12–16 220 13–18
Forel 3/4 3) Y16–20 220 20–25
Toast 1) 2) 3Y4–8 – –
Toast Hawaii 3 7–9Y220 5–8
Tomaten 3 6–8Y220 8–10
Perziken 3 6–8Y220 15–20
Dikke voedingsmiddelen
Kip, ca. 1,2 kg 1 4) 240 60–70 200 60–70
Varkensschenkel, ca. 1 kg 1 200 95–100
Rosbief, runderfilet, ca. 1 kg 1 250 25–35
Y \ µ Grill / Circulatiegrill / Niveau / Temperatuur / Bereidingstijd6 +
1) De instellingen gelden bij gebruik van de ovenfunctie "Grill " ook voor onderzoek volY-
gens EN 60350.
2) Verwarm het bovenwarmte-/grillelement niet voor.
3) Als u op niveau 4 grilleert, schuif dan alleen het rooster op dat niveau in de oven. Plaats
de universele bakplaat met de grill- en braadplaat (indien aanwezig) op niveau 1 in de
oven.
4) Gebruik niveau 2 voor de ovenfunctie "Circulatiegrill ".\
Grilleren
65
Gebruik voor het behoedzaam ontdooi-
en van diepvriesproducten de oven-
functie "Ontdooien ".P
Bij deze ovenfunctie wordt alleen de
ventilator ingeschakeld. De ventilator
laat de lucht in de oven bij kamertem-
peratuur circuleren.
,Let bij het ontdooien van gevo-
gelte extra op de hygiëne. Gebruik
het vocht niet dat bij het ontdooien
vrijkomt. De kans op bacteriën is
groot (bijvoorbeeld salmonella).
Tips
Haal het diepvriesproduct uit de ver-
pakking en leg het op de universele
bakplaat of in een schaal.
Gebruik voor het ontdooien van ge-
vogelte de universele bakplaat met
het rooster erop. Zo komt het gevo-
gelte niet in het vocht te liggen.
Vlees, gevogelte en vis hoeven voor
de bereiding niet volledig ontdooid te
zijn.
Het is voldoende als de buitenlaag
zo zacht is dat de kruiden goed wor-
den opgenomen.
Tijden voor het ontdooien
De tijden zijn afhankelijk van het ge-
wicht en het soort voedsel dat u ont-
dooit.
Product Gewicht
[g]
Tijd
[min]
Haantje / kip 800 90–120
Vlees 500 60–90
1 000 90–120
Braadworst 500 30–50
Vis 1 000 60–90
Aardbeien 300 30–40
Boterkoek 500 20–30
Brood 500 30–50
Ontdooien
66
Geschikte potten/glazen
,Verwondingsgevaar!
In afgesloten blikken en dergelijke
ontstaat bij verwarming overdruk.
Hierdoor kunnen deze voorwerpen
openbarsten.
Gebruik het apparaat niet om voe-
dingsmiddelen in afgesloten blikken
en dergelijke in te maken of te ver-
warmen.
Gebruik alleen speciale glazen/potten
die in de vakhandel verkrijgbaar zijn:
– Weckpotten.
Inmaakglazen met schroefdeksel.
Fruit en groente inmaken
Hiervoor adviseren wij de ovenfunctie
"Hetelucht plus ".U
De gegevens gelden voor 5 glazen met
een inhoud van 1 l.
^Schuif de universele bakplaat op ni-
veau 1 in de oven en zet de glazen
daarop.
^Kies de ovenfunctie "Hetelucht
plus " en een temperatuur vanU
150–170 °C.
^Wacht tot het water in de glazen gaat
borrelen (het gelijkmatig opstijgen
van luchtbelletjes).
Verlaag de temperatuur tijdig om
overkoken te voorkomen.
Fruit/komkommer
^Zet de functieschakelaar op "Verlich-
ting ", zodra het borrelen in deT
glazen te zien is. Laat de glazen
daarna nog 25–30 minuten in de hete
oven staan.
Groente
^Verlaag de temperatuur tot 100 °C,
zodra het borrelen in de glazen te
zien is.
Inmaaktijd
[min]
Asperges, wortels 60–90
Erwten, bonen 90–120
^Zet na de inmaaktijd de functiescha-
kelaar op "Verlichting " en laat deT
glazen daarna nog 25–30 minuten in
de hete oven staan.
Na het inmaken
,Verbrandingsgevaar!
Gebruik ovenhandschoenen als u
de glazen uit de oven haalt.
^Haal de glazen uit de oven.
^Dek de glazen met een doek af en
laat ze nog ca. 24 uur op een tocht-
vrije plek staan.
^Controleer aansluitend of alle glazen
goed dicht zijn.
Inmaken
67
Drogen is een traditionele wijze om
vruchten, sommige groentesoorten en
kruiden te conserveren.
Het fruit en de groente moeten vers en
rijp zijn en mogen geen lelijke plekken
hebben.
^Bereid het te drogen product voor.
Appels kunt u eventueel schillen.
Verwijder het klokhuis en snijd de ap-
pel in ca. 0,5 cm dikke schijfjes.
Pruimen kunt u eventueel ontpitten.
Schil peren, verwijder de pitten en
snijd de peren in schijfjes.
Pel bananen en snijd de bananen in
plakjes.
Maak paddenstoelen schoon, hal-
veer ze en snijd de paddestoelen in
schijfjes.
Verwijder bij peterselie en dille de
dikke stengels.
^Verdeel het product gelijkmatig over
de universele bakplaat.
^Kies de ovenfunctie "Hetelucht
plus U" of
"Boven-Onderwarmte ".V
^Kies een temperatuur tussen
80–100 °C.
^Schuif de universele bakplaat op ni-
veau 1 in de oven.
Bij "Hetelucht plus " kunt u tegelijkU
op de niveaus 1+3 drogen.
Product Droogtijd
Fruit 2–8 uur
Groente 3–8 uur
Kruiden* 50–60 minuten
* Kies voor kruiden de ovenfunctie
"Boven-Onderwarmte ".V
^Verlaag de temperatuur als zich in de
ovenruimte waterdruppels vormen.
,Verbrandingsgevaar!
Gebruik ovenhandschoenen als u
het gedroogde product uit de oven
haalt.
^Laat het gedroogde fruit (de ge-
droogde groente) afkoelen.
Gedroogd fruit moet helemaal droog
zijn, maar wel zacht en elastisch. Als
u een schijfje doormidden snijdt of
breekt, mag geen sap meer vrijko-
men.
^Bewaar het product in een afgesloten
pot of blik.
Drogen
68
Tips
Diepvriestaarten, -pizza's,
-stokbroden
Bak dergelijke diepvriesproducten
op het rooster, waarop u bakpapier
heeft gelegd.
Bij bereiding op de bakplaat of de
universele bakplaat kunnen deze
platen zodanig vervormen dat u deze
niet meer uit de oven kunt halen als
ze heet zijn. Bij elk volgend gebruik
worden de platen weer vervormd.
Kies de laagste temperatuur die op
de verpakking vermeld staat.
Patat, kroketten en dergelijke
Dergelijke diepvriesproducten kunt u
wel op de bakplaat of de universele
bakplaat bereiden.
Leg onder het diepvriesproduct bak-
papier.
Kies de laagste temperatuur die op
de verpakking vermeld staat.
Keer de producten regelmatig om.
Bereiding
Voor een gezonde voeding dienen
de voedingsmiddelen behoedzaam
te worden bereid.
Bak taarten, pizza's, patat en derge-
lijke dan ook goudgeel en niet don-
kerbruin.
^Kies de ovenfunctie en de tempera-
tuur die op de verpakking vermeld
staat.
^Verwarm de ovenruimte voor.
^Plaats het voedingsmiddel in de
voorverwarmde oven op het niveau
dat op de verpakking staat aangege-
ven.
^Controleer het voedingsmiddel na de
kortste bereidingstijd.
Diepvriesproducten/kant-en-klaargerechten
69
De ovenfunctie "Gratineren " is zeer geschikt voor ovenschotels en andere geK-
rechten die een krokant bovenlaagje moeten krijgen.
Gerecht 6
[°C]
µ+
[min]
Lasagne 150 1 55–65
Aardappelgratin 160 1 55–70
Ovenschotel van groente 160 1 50–80
Pastaschotel 150 1 55–65
6 + Temperatuur / Niveau / µ Bereidingstijd
In de tabel staan slechts enkele voorbeelden.
Voor de bereiding van andere recepten kunt u uitgaan van de temperaturen en tij-
den voor "Hetelucht plus ".U
Gratineren
70
,Verbrandingsgevaar! De verwar-
mingselementen moeten zijn uitge-
schakeld. De ovenruimte moet zijn
afgekoeld.
,Verwondingsgevaar! De stoom
van een stoomreiniger kan in aanra-
king komen met delen die onder
spanning staan en zo kortsluiting
veroorzaken. Gebruik voor de reini-
ging nooit een stoomreiniger.
Alle oppervlakken kunnen verkleu-
ren of aangetast worden als ze met
ongeschikte reinigingsmiddelen in
aanraking komen.
Met name het front van de oven kan
door ovenreinigers en ontkalkings-
middelen beschadigd raken.
Verwijder resten van reinigingsmid-
delen dan ook meteen.
Alle oppervlakken zijn krasgevoelig.
Bij glazen oppervlakken kunnen
krassen onder bepaalde omstandig-
heden glasbreuk tot gevolg hebben.
Ongeschikte reinigings-
middelen
Om beschadigingen aan de oppervlak-
ken te voorkomen, mogen de volgende
middelen niet worden gebruikt:
soda-, ammoniak-, zuur- en chloride-
houdende reinigingsmiddelen.
kalkoplossende reinigingsmiddelen
op het front.
schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder, vloeibaar schuurmid-
del en reinigingssteen.
oplosmiddelhoudende reinigingsmid-
delen.
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal.
reinigingsmiddelen voor afwasauto-
maten.
– glasreinigers.
reinigingsmiddelen voor keramische
kookplaten.
schurende harde borstels en spons-
jes (zoals pannensponsjes en ge-
bruikte sponsjes die nog resten
schuurmiddel bevatten).
– vlekkensponsjes.
scherpe metalen schrapers.
– staalwol.
puntreiniging met mechanische reini-
gingsmiddelen.
– ovenreinigers*.
speciale spiraalsponsjes*.
* bij hardnekkige verontreinigingen
toegestaan op
PerfectClean-veredeld email
Reiniging en onderhoud
71
Als verontreinigingen lang inwerken,
kunt u ze soms niet meer verwijde-
ren.
Bij herhaaldelijk gebruik zonder tus-
sentijdse reiniging wordt het moei-
lijker om verontreinigingen te verwij-
deren.
Verwijder verontreinigingen bij voor-
keur meteen.
De accessoires zijn niet geschikt
voor reiniging in de afwasautomaat.
Tips
Verontreinigingen door vruchtensap
of deeg, dat bijvoorbeeld uit een
slecht sluitende bakvorm is gelopen,
kunt u gemakkelijker verwijderen als
de ovenruimte nog enigszins warm
is.
Om de ovenruimte nog gemakkelijker
te kunnen reinigen, kunt u de deur
verwijderen en eventueel verder de-
monteren. Daarnaast kunt u de gelei-
derails en de FlexiClip-geleiders
(indien aanwezig) verwijderen. Het-
zelfde geldt voor de katalytisch ge-
ëmailleerde achterwand. Het
bovenwarmte-/grillelement kunt u
omlaagklappen.
Normale verontreinigingen
Informatie over het reinigen van de
achterwand vindt u onder "Verontrei-
nigingen op de katalytisch geëmail-
leerde achterwand".
^Verwijder normale verontreinigingen
bij voorkeur meteen met warm water,
gewoon afwasmiddel en een schoon
sponsdoekje of met een schoon,
vochtig microvezeldoekje.
^Verwijder alle resten van reinigings-
middelen met schoon water. Dit is
vooral belangrijk bij
PerfectClean-veredelde delen. Res-
ten reinigingsmiddel hebben een on-
gunstig effect op de
anti-aanbakwerking.
^Wrijf alles daarna met een zachte
doek droog.
Dichting reinigen
Rondom de ovenruimte bevindt zich
een afdichting die op de binnenkant
van de deur aansluit.
De dichting kan door vetresten
broos worden en breken.
^Reinig de dichting bij voorkeur na
elke bereiding.
Reiniging en onderhoud
72
Hardnekkige verontreinigingen
(behalve bij de FlexiClip-
geleiders)
Door overgelopen vruchtensap of
braadresten kunnen geëmailleerde
oppervlakken blijvend verkleuren en
doffe plekken krijgen. Dit heeft ech-
ter geen effect op de eigenschap-
pen van deze oppervlakken. Pro-
beer dergelijke vlekken niet met ge-
weld te verwijderen. Gebruik alleen
de beschreven hulpmiddelen.
^Verwijder vastzittende verontreini-
gingen met een glasschraper of een
spiraalsponsje (bijvoorbeeld Spontex
Spirinett).
Het katalytische email wordt door
ovenreinigers aangetast. Haal de
katalytisch geëmailleerde delen uit
de oven, voordat u de ovenreiniger
gebruikt.
^Gebruik voor zeer hardnekkige ver-
ontreinigingen op
PerfectClean-veredeld email de
Miele-ovenreiniger. De oppervlakken
moeten koud zijn. Laat de reiniger in-
werken, zoals op de verpakking is
aangegeven.
Ovenreinigers van andere fabri-
kanten mogen alleen worden aange-
bracht als de betreffende oppervlak-
ken koud zijn. De middelen mogen
maximaal 10 minuten inwerken.
^Indien nodig kunt u na de inwerktijd
ook nog de harde kant van een keu-
kensponsje gebruiken.
^Verwijder de resten van de
ovenreiniger met schoon water en
wrijf de delen weer droog.
Reiniging en onderhoud
73
Hardnekkige verontreinigingen
op de FlexiClip-geleiders
De FlexiClip-geleiders zijn voorzien
van speciaal vet. Bij reiniging in de
afwasautomaat wordt dit vet verwij-
derd. De geleiders zullen dan min-
der goed glijden. Reinig de gelei-
ders daarom nooit in de afwasauto-
maat.
Bij hardnekkige verontreinigingen aan
de oppervlakken of als de kogellagers
vastkleven (bijvoorbeeld door overgelo-
pen vruchtensap), gaat u als volgt te
werk:
^Week de FlexiClip-geleiders kort (ca.
10 minuten) in een heet sopje van af-
wasmiddel in. Indien nodig kunt u
ook de harde kant van een keu-
kensponsje gebruiken. De
kogellagers kunt u met een zachte
borstel reinigen.
Na de reiniging kunnen
kleurveranderingen en lichte vlekken
ontstaan. Het functioneren van de
geleiders wordt hierdoor niet beïn-
vloed.
Verontreinigingen op de
katalytisch geëmailleerde
achterwand
Bij katalytisch email worden olie- en
vetspatten bij hoge temperaturen van-
zelf verwijderd.
Hoe hoger de temperatuur, des te beter
werkt het reinigingsproces.
Het katalytische email verliest zijn
zelfreinigende eigenschappen bij
gebruik van schuurmiddelen, harde
borstels, schuursponsjes en
ovenreinigers.
Haal de katalytisch geëmailleerde
delen uit de oven als u ovenreiniger
wilt gebruiken.
Verontreinigingen verwijderen van
kruiden, suiker en dergelijke
^Verwijder de achterwand (zie "Reini-
ging en onderhoud – Achterwand
verwijderen").
^Reinig het oppervlak handmatig met
warm water, gewoon afwasmiddel en
een zachte borstel.
^Spoel de achterwand goed af. Laat
het onderdeel drogen, voordat u het
weer terugplaatst.
Reiniging en onderhoud
74
Olie- en vetspatten verwijderen
^Haal alle accessoires (inclusief de
geleiderails) uit de oven.
^Verwijder alle grove verontreini-
gingen van de binnenkant van de
deur en van de
PerfectClean-veredelde delen, voor-
dat u het katalytische reinigingspro-
ces start. De verontreinigingen kun-
nen dan niet inbranden.
^Kies de ovenfunctie "Hetelucht plus
U" en een temperatuur van 250 °C.
^Verhit de lege ovenruimte gedurende
minimaal 1 uur.
De benodigde tijd hangt af van de mate
van vervuiling.
Als het katalytische email ernstig met
olie of vet verontreinigd was, kan tij-
dens het reinigingsproces een laagje
verbrandingsresten in de oven wor-
den afgezet.
,Verbrandingsgevaar! Laat de
ovenruimte voor het handmatige rei-
nigen eerst afkoelen.
^Reinig daarna de binnenkant van de
deur en de ovenruimte met warm wa-
ter, afwasmiddel en een schoon
sponsdoekje of met een schoon,
vochtig microvezeldoekje.
Telkens als u de oven met hoge tem-
peraturen gebruikt, worden eventueel
achtergebleven verontreinigingen
verder verwijderd.
Reiniging en onderhoud
75
Deur verwijderen
De deur is via speciale houders met de
deurscharnieren verbonden.
Voordat u de deur van deze houders
kunt trekken, moet u eerst de vergren-
delingsbeugels van de beide scharnie-
ren ontgrendelen.
^Open de deur helemaal.
^Ontgrendel de beugels door deze tot
aan de aanslag te draaien.
Trek de deur nooit in horizontale
stand van de houders. De houders
klappen dan tegen het apparaat.
Trek de deur nooit aan de hand-
greep van de houders. De greep
zou kunnen afbreken.
^Sluit de deur voorzichtig tot aan de
aanslag.
^Pak de deur bij de zijkanten vast en
trek de deur naar boven toe van de
houders. Pas op dat de deur bij het
verwijderen niet kantelt.
Reiniging en onderhoud
76
Deur uit elkaar halen
De ovendeur is aan alle kanten afge-
dicht, zodat geen ovenlucht kan bin-
nendringen.
Als onder ongunstige omstandigheden
in de ruimte tussen de glasplaten ver-
ontreinigingen neerslaan, kunt u de
deur uit elkaar halen om de binnen-
kanten van de platen te reinigen.
Door krassen kunnen de glasplaten
beschadigd raken.
Gebruik voor de reiniging van de
glasplaten dan ook geen schuur-
middelen, geen harde sponzen of
borstels en geen metalen schrapers.
Houdt u zich bij het reinigen van de
glasplaten ook aan de aanwijzingen
die voor het ovenfront gelden.
Het oppervlak van de aluminium
profielen raakt door ovenreiniger be-
schadigd. Reinig de delen alleen
met warm water, afwasmiddel en
een schoon sponsdoekje of met een
schoon, vochtig microvezeldoekje.
Bewaar de gedemonteerde glaspla-
ten op een geschikte plek, zodat ze
niet kunnen breken.
,Verwondingsgevaar!
Verwijder de deur altijd, voordat u
deze uit elkaar haalt.
^Leg de deur met de buitenste glas-
plaat op een zachte ondergrond (bij-
voorbeeld een theedoek). U voor-
komt zo krassen. Leg de deur zo dat
de greep over de rand van de tafel
ligt. De glasplaat ligt dan plat op de
ondergrond en zal tijdens het reini-
gen niet breken.
^Draai de torx-schroeven eruit en ver-
wijder de geleiders, de lijst en de
dichting (zie afbeelding).
U kunt nu de binnenste en de middel-
ste glasplaat verwijderen.
Reiniging en onderhoud
77
^Til de binnenste glasplaat op eniets
trek de glasplaat uit de kunststof lijst.
^Trek de middelste glasplaat eruit.
Daarbij raken soms de dichtingspro-
fielen los die boven op de glasplaat
(rechts en links) zijn aangebracht. Deze
profielen voorkomen dat de glasplaat in
het frame verschuift.
^Reinig de glasplaten en de andere
delen met warm water, afwasmiddel
en een schoon sponsdoekje of met
een schoon, vochtig
microvezeldoekje.
^Wrijf alles daarna met een zachte
doek droog.
Zet de deur vervolgens weer in elkaar:
^Schuif de middelste glasplaat ge-
deeltelijk in de deur en breng de
dichtingsprofielen aan. Schuif de
glasplaat daarna helemaal in de
deur.
Reiniging en onderhoud
78
^Breng de dichtingen voor de binnen-
ste glasplaat in de daarvoor bestem-
de sleuven aan.
^Zet de binnenste glasplaat met de
matte opdruk naar beneden in de
deur. De dichtingen mogen daarbij
niet verschuiven. De plaat moet zo
ver mogelijk worden ingeschoven.
^Plaats de lijst met de dichting voor de
glasplaten.
De dichtingen moeten correct wor-
den aangebracht. Zij voorkomen dat
de hete ovenlucht de deur binnen-
dringt.
Plaats de geleiders terug en schroef de
lijst weer vast.
Reiniging en onderhoud
79
Deur terugplaatsen
^Pak de deur bij de zijkanten vast en
plaats de deur op de houders van de
scharnieren.
Pas op dat de deur daarbij niet kan-
telt.
^Open de deur helemaal.
De beugels moeten beslist weer
worden vergrendeld. De deur kan
anders losgaan en beschadigd ra-
ken.
^Vergrendel de beugels door deze
weer terug te draaien, tot aan de
aanslag. Ze staan dan horizontaal.
Reiniging en onderhoud
80
Geleiderails met FlexiClip-
geleiders demonteren
,Verwondingsgevaar!
Gebruik de oven nooit zonder gelei-
derails.
U kunt de geleiderails samen met de
FlexiClip-geleiders (indien aanwezig)
verwijderen.
Als u de FlexiClip-geleiders eerst apart
wilt verwijderen, volg dan de aanwij-
zingen onder "Uitvoering –
FlexiClip-geleiders plaatsen en verwij-
deren".
,Verbrandingsgevaar!
De verwarmingselementen moeten
zijn uitgeschakeld. De ovenruimte
moet zijn afgekoeld.
^Trek de geleiderails aan de voorkant
uit de bevestiging (1.) en verwijder
de rails (2.).
Plaats alles in omgekeerde volgorde te-
rug.
^Plaats de onderdelen zorgvuldig te-
rug.
Reiniging en onderhoud
81
Achterwand verwijderen
,Verwondingsgevaar!
Gebruik de oven nooit zonder ach-
terwand.
U kunt de achterwand voor reinigings-
doeleinden verwijderen.
,Verbrandingsgevaar!
De verwarmingselementen moeten
zijn uitgeschakeld. De ovenruimte
moet zijn afgekoeld.
^Maak het apparaat spanningsvrij.
Trek hiervoor de stekker uit de con-
tactdoos of schakel de zekering van
de elektrische installatie uit.
^Verwijder de geleiderails.
^Draai de schroeven los en haal de
achterwand eruit.
^Reinig de achterwand (zie "Verontrei-
nigingen op de katalytisch geëmail-
leerde achterwand").
Plaats alles in omgekeerde volgorde te-
rug.
Plaats de onderdelen zorgvuldig te-
rug.
^Sluit het apparaat weer op de net-
spanning aan.
Reiniging en onderhoud
82
Bovenwarmte-/grillelement
omlaagklappen
,Verbrandingsgevaar!
De verwarmingselementen moeten
zijn uitgeschakeld. De ovenruimte
moet zijn afgekoeld.
^Verwijder de geleiderails.
^Draai de vleugelmoer los.
Druk het element nooit met geweld
omlaag.
^Klap het element voorzichtig omlaag.
U kunt nu de bovenwand van de oven-
ruimte reinigen.
^Klap het verwarmingselement weer
omhoog en draai de vleugelmoer
weer vast.
Reiniging en onderhoud
83


Produkt Specifikationer

Mærke: Miele
Kategori: Ovn
Model: H 2161 B

Har du brug for hjælp?

Hvis du har brug for hjælp til Miele H 2161 B stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig




Ovn Miele Manualer

Miele

Miele H 4130 E Manual

15 Januar 2025
Miele

Miele h 310 1 b Manual

15 Januar 2025
Miele

Miele H 4318 BP Manual

15 Januar 2025
Miele

Miele H 7560 BP Manual

15 Januar 2025
Miele

Miele H 7264 Manual

15 Januar 2025
Miele

Miele h 326 3 b Manual

15 Januar 2025
Miele

Miele H810 Manual

14 Januar 2025
Miele

Miele H 2755 B Manual

23 December 2024
Miele

Miele KM 3034 Manual

23 December 2024
Miele

Miele KM 6310 Manual

23 December 2024

Ovn Manualer

Nyeste Ovn Manualer