Opel Adam (2019) Manual
Læs nedenfor 📖 manual på dansk for Opel Adam (2019) (235 sider) i kategorien var. Denne guide var nyttig for 17 personer og blev bedømt med 4.5 stjerner i gennemsnit af 2 brugere
Side 1/235

Gebruikershandleiding

Inleiding ......................................... 2
Kort en bondig ............................... 6
Sleutels, portieren en ruiten ......... 20
Stoelen, veiligheidssystemen ...... 32
Opbergen ..................................... 52
Instrumenten en
bedieningsorganen ...................... 62
Verlichting .................................. 101
Klimaatregeling .......................... 109
Rijden en bediening ................... 119
Verzorging van de auto .............. 154
Service en onderhoud ................ 203
Technische gegevens ................ 207
Klantinformatie ........................... 216
Trefwoordenlijst ......................... 228
Inhoud

4 Inleiding
● Richtingaanduidingen in de
beschrijvingen, zoals links,
rechts, voor of achter moeten
altijd met de blik in de rijrichting
worden gezien.
● Displays ondersteunen mogelijk
uw specifieke taal niet.
● Displayteksten en opschriften in
het interieur zijn vet gedrukt.
Gevaar, Waarschuwing en
Voorzichtig
9Gevaar
Teksten met de vermelding
9 Gevaar wijzen op een mogelijk
levensgevaar. Het niet naleven
van deze richtlijnen kan levensge‐
vaar inhouden.
9Waarschuwing
Teksten met de vermelding
9 Waarschuwing wijzen op een
mogelijk gevaar voor ongelukken
of verwondingen. Het niet naleven
van deze richtlijnen kan tot
verwondingen leiden.
Voorzichtig
Teksten met de vermelding
Voorzichtig wijzen erop dat de
auto mogelijk beschadigd kan
raken. Het niet naleven van deze
richtlijnen kan tot beschadiging
van de auto leiden.
Symbolen
Verwijzingen naar andere pagina's
worden aangeduid met 3. 3 betekent
"zie pagina".
Paginaverwijzingen en lemma's in de
index verwijzen naar de ingespron‐
gen koppen in de inhoudsopgave.
We wensen u vele uren autorijplezier.
Uw Opel-team

Kort en bondig 7
Stoelverstelling
Verstelling in de lengterichting
Aan handgreep trekken, stoel
verschuiven, handgreep loslaten.
Probeer de stoel heen en weer te
bewegen om na te gaan of deze op
zijn plaats zit.
Stoelpositie 3 33.
Stoelinstelling 3 34.
Hoek van rugleuning
Zithoek met het handwiel aanpassen.
Bij het verstellen de rugleuning niet
belasten.
Stoelpositie 3 33.
Stoelinstelling 3 34.
Rugleuning neerklappen 3 35.
Zithoogte
Pompbeweging van de hendel
omhoog : stoel omhoog
omlaag : stoel omlaag
Stoelpositie 3 33.
Stoelinstelling 3 34.

Kort en bondig 15
Achterruitwisser
Druk de wipschakelaar in om de
achterruitwisser aan te zetten:
ON : continue werking
OFF : uit
INT : onderbroken werking
Achterruitsproeier
Hendel van u af duwen.
Er wordt sproeiervloeistof op de
achterruit gespoten en de ruitenwis‐
ser maakt enkele slagen.
Achterruitwisser en -sproeier 3 65.
Klimaatregeling
Verwarmbare achterruit
Ü indrukken om verwarming in te
schakelen.
Verwarmbare achterruit 3 30.
Verwarmbare buitenspiegels
Met Ü schakelt u ook de verwarm‐
bare buitenspiegels in.
Verwarmbare buitenspiegel 3 27.

26 Sleutels, portieren en ruiten
Antidiefstalbeveiliging
Vergrendelingssysteem
9Waarschuwing
Niet inschakelen als er zich perso‐
nen in de auto bevinden! Ontgren‐
delen van de binnenzijde is niet
mogelijk.
Alle portieren worden tegen openen
beveiligd. Voor activering van het
systeem moeten alle portieren geslo‐
ten zijn.
Als de ontsteking ingeschakeld was,
moet het bestuurdersportier eenmaal
worden geopend en gesloten voordat
de auto kan worden beveiligd.
Bij het ontgrendelen van de auto
wordt de mechanische diefstalbevei‐
liging uitgeschakeld. Dit is niet moge‐
lijk met de centrale-vergrendelings‐
toets in het interieur.
Inschakelen
Druk binnen 5 seconden tweemaal op
e van de handzender.
Startbeveiliging
Het systeem is onderdeel van de
contactschakelaar en het controleert
of de auto met de gebruikte sleutel
mag worden gestart.
De startbeveiliging activeert zichzelf
automatisch nadat u de sleutel uit de
contactschakelaar hebt gehaald.
Knippert controlelamp d nadat het
contact is ingeschakeld, dan is er een
storing in het systeem: de auto kan
niet worden gestart. Contact uitscha‐
kelen en opnieuw proberen te starten.
Als de controlelamp blijft knipperen,
kunt u proberen om de motor met de
reservesleutel te starten en daarna
de hulp van een werkplaats inroepen.
Let op
De startbeveiliging vergrendelt de
portieren niet. Vergrendel de auto na
het uitstappen altijd.
Controlelamp d 3 81.

Sleutels, portieren en ruiten 29
Druk de schakelaar van de desbetref‐
fende ruit in om de ruit te openen of
trek aan de schakelaar om de ruit te
sluiten.
Toets een stukje indrukken of uittrek‐
ken: ruit gaat omhoog of omlaag
zolang u de schakelaar bedient.
Knop zover mogelijk indrukken of
uittrekken en loslaten: ruit gaat auto‐
matisch omhoog of omlaag met geac‐
tiveerde beveiligingsfunctie. U stopt
de ruit door de schakelaar nogmaals
in dezelfde richting te bedienen.
Beveiligingsfunctie
Stuit de ruit tijdens het automatisch
sluiten boven de middelste stand op
weerstand, dan stopt het sluiten
onmiddellijk en beweegt de ruit weer
omlaag.
Beveiligingsfunctie negeren
In geval van problemen bij het sluiten
vanwege vorst o.i.d. schakelt u het
contact in, trekt u de schakelaar
vervolgens tot de eerste klik en houdt
u hem daar. De ruit gaat omhoog
zonder geactiveerde beveiligings‐
functie. Om de beweging te stoppen,
laat u de schakelaar los.
Ruiten van de buitenzijde
bedienen
U kunt de ruiten op afstand van
buitenaf bedienen.
Houd c ingedrukt om de ruiten te
openen.
Houd e ingedrukt om de ruiten te slui‐
ten.
Laat de toets los om de ruit te stop‐
pen.
Als de ruiten volledig geopend of
gesloten zijn, lichten de alarmknip‐
perlichten tweemaal op.
Overbelasting
Worden de ruiten in korte tijd meer‐
maals bediend, dan wordt de ruitbe‐
diening enige tijd gedeactiveerd.

30 Sleutels, portieren en ruiten
Elektrisch bediende ruiten
initialiseren
Wanneer u de ruiten niet automatisch
kunt sluiten (bijv. na het loskoppelen
van de accu), verschijnt een waar‐
schuwingsbericht of -code op het
Driver Information Center.
Boordinformatie 3 89.
Activeer de ruitelektronica als volgt:
1. Sluit de portieren.
2. Schakel het contact in.
3. Trek aan de schakelaar totdat de
ruit gesloten is en blijf nog
2 seconden trekken.
4. Herhaal deze handeling voor alle
ruiten.
Achterruitverwarming
Om in te schakelen Ü indrukken.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor en wordt na korte tijd
automatisch uitgeschakeld.
Zonnekleppen
Om verblinding te vermijden kunnen
de zonnekleppen worden neerge‐
klapt en opzij worden gedraaid.
Onderweg moeten de spiegelkappen
gesloten zijn.
Aan de achterkant van de zonneklep
zit een kaartjeshouder.
Dak
Zonnedak
Inklapbaar elektrisch bediend
zonnedak
9Waarschuwing
Wees voorzichtig bij het gebruik
van het zonnedak. Er bestaat
verwondingsgevaar, met name
voor kinderen.
Bewegende onderdelen tijdens de
bediening goed in de gaten
houden. Ervoor zorgen dat niets of
niemand bekneld raakt.
Bedienbaar met contact aan (stand 2)
3 120.
Het inklapbare elektrisch bediende
zonnedak kan worden geopend en
gesloten bij snelheden tot 140 km/u.
Behouden stroom uit 3 121.

Stoelen, veiligheidssystemen 37
Verwarming
Activeer de stoelverwarming door op
ß voor de betreffende voorstoel te
drukken.
De activering wordt aangeduid door
de LED in de toets.
Druk ß nogmaals in om de stoelver‐
warming te deactiveren.
De stoelverwarming werkt wanneer
de motor loopt.
Tijdens een Autostop werkt de stoel‐
verwarming ook.
Stop-startsysteem 3 122.
Veiligheidsgordels
De veiligheidsgordels worden bij snel
optrekken of hard remmen geblok‐
keerd, om de inzittenden op hun stoel
te houden. Daarom neemt het gevaar
voor letsel aanzienlijk af.
9Waarschuwing
Veiligheidsgordel vóór elke rit
omdoen.
Inzittenden die geen gebruik
maken van de veiligheidsgordel
brengen bij eventuele aanrijdin‐
gen medepassagiers en zichzelf in
gevaar.
Veiligheidsgordels zijn bedoeld voor
gebruik door slechts één persoon
tegelijk.
Kinderveiligheidssysteem 3 46.
Laat alle onderdelen van het gordel‐
systeem regelmatig op schade,
verontreiniging en juiste werking
controleren.
Laat beschadigde componenten
vervangen in een werkplaats. Laat na
een aanrijding de veiligheidsgordels
en de gordelspanners in een werk‐
plaats vervangen.

38 Stoelen, veiligheidssystemen
Let op
Zorg dat de veiligheidsgordels niet
door schoenen of voorwerpen met
scherpe randen beschadigd raken
klem komen te zitten. Oprolautoma‐
ten vrijhouden van vuil.
Gordelverklikker
Elke stoel is uitgevoerd met een
gordelverklikker, voor de bestuur‐
dersstoel is dit een controlelampje X
in de toerenteller 3 77, voor de
passagiersstoel een controlelampje
k in de middenconsole 3 74 en
voor de zitplaatsen achterin de
symbolen X op het Driver Information
Center 3 82.
Gordelkrachtbegrenzers
De gordelkrachtbegrenzers van de
voorstoelen beperken de krachten die
inwerken op de inzittenden, doordat
de gordels tijdens een botsing gelei‐
delijk worden ontspannen.
Gordelspanners
De gordelsloten van de voorstoelen
worden bij een voldoende zware fron‐
tale botsing of bij een aanrijding van
achteren strakgetrokken.
9Waarschuwing
Onjuist handelen (bijv. het verwij‐
deren of aanbrengen van gordels)
kan de gordelspanners in werking
stellen.
Geactiveerde gordelspanners zijn te
herkennen aan het voortdurend bran‐
dende controlelampje v 3 77.
Geactiveerde gordelspanners door
een werkplaats laten vervangen.
Gordelspanners worden slechts
eenmaal geactiveerd.
Let op
Bevestig of monteer geen accessoi‐
res of andere voorwerpen die de
werking van de gordelspanners
kunnen verstoren. Geen aanpassin‐
gen aan onderdelen van de gordel‐
spanners aanbrengen, anders
vervalt de typegoedkeuring van de
auto.
Driepuntsgordel
Omdoen
Gordel uit de oprolautomaat trekken,
zonder te verdraaien voor u langs
halen en de gesp in het slot steken.
Heupgordel tijdens het rijden van tijd
tot tijd strak trekken door aan de
schoudergordel te trekken.
Sportstoel: Steek bij het vastmaken
van de gordel deze door de gordel‐
bevestiging op de rugleuning.

44 Stoelen, veiligheidssystemen
Veiligheidsgordel correct omleg‐
gen en goed vastzetten. Alleen
dan kan de airbag bescherming
bieden.
Zijdelings airbagsysteem
De zijdelingse airbags bestaan uit
airbags in de rugleuningen van de
beide voorstoelen. De locatie is te
herkennen aan het opschrift
AIRBAG.
Het zijairbagsysteem treedt in
werking bij een voldoende krachtige
zijdelingse aanrijding. Het contact
moet aanstaan.
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het bovenlichaam en de
heupen bij een zijdelingse aanrijding
aanzienlijk afneemt.
9Waarschuwing
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
Let op
Op de voorstoelen alleen stoelhoe‐
zen gebruiken die voor de auto zijn
goedgekeurd. De airbags niet afdek‐
ken.
Gordijnairbagsysteem
De hoofdairbags bestaan uit een
airbag aan weerskanten in het
dakframe. De locatie is te herkennen
aan het opschrift AIRBAG op de
dakstijlen.
Het gordijnairbagsysteem treedt in
werking bij een voldoende krachtige
zijdelingse aanrijding. Het contact
moet aanstaan.
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het hoofd bij een zijdelingse
aanrijding aanzienlijk afneemt.

Stoelen, veiligheidssystemen 49
Inbouwposities kinderveiligheidssystemen
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteem
Gewichtsklasse
Op passagiersstoel
Op zitplaatsen achteringeactiveerde airbag gedeactiveerde airbag
Groep 0: tot 10 kg XU1U*
Groep 0+: tot 13 kg XU1U*
Groep I: 9 tot 18 kg XU1U2*
Groep II: 15 tot 25 kg U** X U*
Groep III: 22 tot 36 kg U** X U*
1: als het kinderveiligheidssysteem met een driepuntsgordel wordt vastgezet, zet de rugleuning dan verticaal zodat de
gordel aan de kant van de gesp strak zit. Zet de zithoogte in de hoogste stand.
2: verwijder bij het gebruik van kinderveiligheidssystemen in deze groep de hoofdsteun achter 3 32
* : zet de betreffende voorstoel voor het kinderveiligheidssystemen in één van de voorste standen
** : zet de passagiersstoel in de achterste stand. Zet de zithoogte in de hoogste stand en de hoofdsteun in de laagste
stand. Zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop om te verzekeren dat de veiligheidsgordel van de auto van
het bovenste verankeringspunt vandaan naar voren loopt
U : universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsgordel
X : kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichtsgroep niet toegestaan

Opbergen 55
Opbergruimte achter
Opbergvak
In de bagageruimte zit een afsluitbaar
opbergvak. U vergrendelt de afdek‐
king door aan de knop te draaien.
Deze moet onderweg worden
vergrendeld.
Open de afdekking door deze te
ontgrendelen en op te tillen.
Verwijder de afdekking door deze te
ontgrendelen en naar links te schui‐
ven.
Het vak is te verdelen met een verde‐
ler.
De maximale belasting van de afdek‐
king van het opbergvak is 20 kg.
Verwijderen
Voor toegang tot het pechhulpge‐
reedschap of voor het vervangen van
gloeilampen van de achterlichten
moet het opbergvak worden verwij‐
derd:
● Bagagerolhoes bagageruimte
verwijderen 3 55.
● Klap de rugleuningen achter neer
3 54.
● Open het opbergvak.
● Draai de vergrendelhaken aan
beide zijden naar achteren en
druk de sjorogen omlaag in de
uitsparingen.
● Til het opbergvak op en plaats
het op de neergeklapte rugleu‐
ningen.
● Haal het opbergvak uit de baga‐
geruimte.
Monteren
● Plaats het opbergvak op de neer‐
geklapte rugleuningen.
● Laat het vak in de bagageruimte
zakken.
● Open het opbergvak.
● Zet de sjorogen aan beide zijden
omhoog en draai de vergrendel‐
haken naar voren om het vak aan
de sjorogen te bevestigen.
● Zet de achterbankrugleuningen
omhoog en breng de bagage‐
ruimte-afdekking aan.
● Berg de kist met de bandenrepa‐
ratieset op in een compartiment
van het opbergvak.
● Sluit en vergrendel de afdekking.
Bagageruimte-afdekking
Leg niets op de afdekking.
Produkt Specifikationer
Mærke: | Opel |
Kategori: | var |
Model: | Adam (2019) |
Har du brug for hjælp?
Hvis du har brug for hjælp til Opel Adam (2019) stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig
var Opel Manualer

13 Marts 2025

4 Marts 2025

3 Marts 2025

3 Marts 2025

3 Marts 2025

15 Maj 2024

4 April 2024

30 Marts 2024

17 Marts 2024

11 Februar 2024
var Manualer
- var Honda
- var BMW
- var Toyota
- var Mazda
- var Audi
- var Volkswagen
- var Mercedes-Benz
- var Pioneer
- var Mitsubishi
- var Smart
- var Lexus
- var Volvo
- var Chevrolet
- var Nissan
- var Infiniti
- var Buick
- var Skoda
- var Hyundai
- var Seat
- var Peugeot
- var Fiat
- var Suzuki
- var Ford
- var Mercury
- var Genesis
- var Citroën
- var MG
- var Tesla
- var Saab
- var Kia
- var Jeep
- var Mini
- var Renault
- var Vauxhall
- var Lotus
- var Alfa Romeo
- var Datsun
- var Dacia
- var Porsche
- var Jaguar
- var Saturn
- var GMC
- var Chrysler
- var Cadillac
- var DS
- var Polaris
- var GEM
- var Subaru
- var Märklin
- var Acura
- var Maserati
- var Scion
- var Aguilar
- var Lincoln
- var Aston Martin
- var McLaren
Nyeste var Manualer

9 Marts 2025

25 Februar 2025

23 Februar 2025

4 Februar 2025

30 Januar 2025

25 Januar 2025

15 Januar 2025

13 Januar 2025

13 Januar 2025

7 Januar 2025