Yamaha FT9.9 (2023) Manual
Yamaha
Påhængsmotor
FT9.9 (2023)
Læs nedenfor 📖 manual på dansk for Yamaha FT9.9 (2023) (102 sider) i kategorien Påhængsmotor. Denne guide var nyttig for 15 personer og blev bedømt med 4.5 stjerner i gennemsnit af 2 brugere
Side 1/102

F9.9J
FT9.9L
6DR-28199-78-D0
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens uw
buitenboordmotor te gebruiken.
GEBRUIKERSHANDLEIDING

Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens uw buitenboordmotor te gebrui-
ken. Bewaar deze handleiding aan boord in een waterdichte zak tijdens het
varen. Deze handleiding moet bij de buitenboordmotor blijven wanneer hij
wordt verkocht.

DMU25108
Aan de eigenaar
Dank u voor het kiezen van een Yamaha bui-
tenboordmotor. Deze gebruikershandleiding
bevat informatie over juiste bediening, on-
derhoud en zorg. Een grondig begrip van de-
ze eenvoudige instructies zal u helpen om
maximaal plezier uit uw nieuwe Yamaha te
krijgen. Raadpleeg een Yamaha-dealer, in-
dien u vragen over de bediening of onder-
houd van uw buitenboordmotor hebt.
In deze gebruikershandleiding is bijzonder
belangrijke informatie als volgt aangeduid.
: dit is het symbool voor veiligheidswaar-
schuwingen. Het wordt gebruikt om u op mo-
gelijke verwondinggevaren te wijzen. Volg al-
le veiligheidsmeldingen achter dit symbool
op om mogelijke verwondingen of overlijden
te voorkomen.
DWM00782
Een WAARSCHUWING wijst op een ge-
vaarlijke situatie die kan leiden tot de
dood of ernstige letsels als ze niet wordt
vermeden.
DCM00702
Een alinea die vooraf wordt gegaan door
OPGELET vermeldt speciale voorzorgs-
maatregelen die moeten worden geno-
men om schade aan de buitenboordmotor
of aan andere eigendommen te voorko-
men.
NOTA:
Een NOTA geeft belangrijke informatie om
handelingen gemakkelijker of duidelijker te
maken.
Yamaha zoekt voortdurend vooruitgang in
productontwerp en kwaliteit. Daarom, on-
danks dat deze handleiding de laatste pro-
ductinformatie bevat die verkrijgbaar is ten
tijde van uitgave, kunnen er kleine afwijkin-
gen tussen uw machine en deze handleiding
zijn. Raadpleeg uw Yamaha-dealer, indien u
enige vragen aangaande dit handboek heeft.
Yamaha raadt aan dat u het product correct
gebruikt en de gespecificeerde periodieke in-
specties en onderhoud correct uitvoert vol-
gens de instructies in de gebruikershandlei-
ding, om een lang leven van het product te
verzekeren. Elke schade, veroorzaakt door
het niet volgen van deze instructies, valt niet
onder de garantie.
Sommige landen hanteren wetten of regels
die gebruikers verbieden het product mee te
nemen buiten het land van aankoop. Dit kan
het registreren van het product in het land
van bestemming onmogelijk maken. Daar-
naast kan de garantie in sommige gebieden
niet van toepassing zijn. Raadpleeg de dea-
ler waar het product is aangeschaft voor
meer informatie, indien u het product mee
wilt nemen naar een ander land.
Indien het gekochte product reeds was ge-
bruikt, neemt u contact op met uw dichtstbij-
zijnde dealer voor herregistratie en om recht
te krijgen op de aangegeven diensten.
NOTA:
De F9.9JMH, F9.9JE, FT9.9LMH, FT9.9LE,
FT9.9LEP en de standaardaccessoires wor-
den gebruikt als basis voor de verklaringen
en afbeeldingen in deze handleiding. Daar-
door kunnen sommige onderdelen niet op ie-
der model van toepassing zijn.
Belangrijke handleidingsinformatie

DMU25123
F9.9J, FT9.9L
GEBRUIKERSHANDLEIDING
©2023 door Yamaha Motor Co., Ltd.
1e Uitgave, november 2022
Alle rechten voorbehouden.
Elke herdruk of onbevoegd gebruik
zonder de schriftelijke toelating van
Yamaha Motor Co., Ltd.
is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Japan
Belangrijke handleidingsinformatie

Veiligheidsinformatie........................ 1
Buitenboordmotorveiligheid............. 1
Propeller.............................................. 1
Draaiende onderdelen........................ 1
Hete onderdelen................................. 1
Elektrische schokken.......................... 1
Kantelbekrachtiging............................ 1
Motorstopschakelaarkoord.................. 1
Benzine............................................... 2
Blootstelling aan en morsen van
benzine............................................ 2
Koolmonoxide..................................... 2
Wijzigingen.......................................... 2
Scheepvaartveiligheid...................... 2
Alcohol en verdovende middelen........ 2
Zwemvesten........................................ 2
Mensen in het water............................ 2
Passagiers.......................................... 3
Overladen........................................... 3
Vermijd botsingen............................... 3
Aanvaringen met drijvende of
ondergedompelde objecten............. 4
Weersomstandigheden....................... 4
Passagiersopleiding............................ 4
Scheepvaartveiligheidspublica-
ties................................................... 4
Wetten en voorschriften...................... 4
Algemene informatie ....................... 5
Plaats voor
identificatienummers..................... 5
Buitenboordmotorserienummer........... 5
Sleutelnummer.................................... 5
EG-verklaring van
overeenstemming (DoC)............... 5
CE-markering/
UKCA-markering........................... 6
Lees handleidingen en labels.......... 7
Waarschuwingslabels ........................ 7
Specificaties en vereisten.............. 11
Technische gegevens.................... 11
Installatievereisten......................... 12
Bootvermogen (pk)............................ 12
Buitenboordmotor monteren............. 12
Afstandsbedieningsvereisten......... 13
Accuvereisten................................ 13
Technische gegevens van de
accu............................................... 13
Installeren van de accu..................... 13
Propellerkeuze............................... 14
Neutraal-startbeveiliging................ 14
Motorolievereisten......................... 14
Brandstofvereisten......................... 15
Benzine............................................. 15
Modderig of zuurrijk water.............. 16
Anti-fouling..................................... 16
Buitenboordmotorafdankings-
vereisten..................................... 16
Nooduitrusting................................ 16
Componenten.................................. 17
Schematische voorstelling van
de componenten......................... 17
Brandstoftank.................................... 19
Brandstofleidingkoppelstuk............... 20
Benzinetankdop................................ 20
Ontluchtingsschroef.......................... 20
Afstandsbedieningskast.................... 20
Afstandsbedieningshendel................ 20
Neutraal vergrendeltrekker................ 21
Neutraal gashendel........................... 21
Chokeschakelaar.............................. 21
Stuurhendel ...................................... 21
Schakelhendel ................................. 22
Gashendel ........................................ 22
Brandstofverbruiksindicator .............. 22
Gashendelfrictieafstelling.................. 22
Noodstopkoord en clip...................... 23
Motorstopknop ................................. 23
Trekchokeknop................................. 24
Handgreep repeteerstarter................ 24
Hoofdschakelaar............................... 24
Kantelbekrachtigingsschakelaar....... 25
Stuurfrictieregelhendel...................... 25
Trimstang (kantelpen)....................... 26
Kantelvergrendelingsmechanis-
me.................................................. 26
Kantelsteunknop............................... 26
Inhoud

Kantelsteunstang.............................. 26
Kantelbekrachtigingseenheid............ 27
Motorkapvergrendelhendel............... 27
Doorspoelplug................................... 27
Waarschuwingslampje ..................... 28
Instrumenten en
verklikkerlampjes............................ 29
Verklikkers .................................... 29
Oliedrukwaarschuwingslampje.......... 29
Motorcontrolesysteem................... 30
Waarschuwingssysteem................ 30
Oliedrukwaarschuwing...................... 30
Installatie......................................... 31
Installatie........................................ 31
De buitenboordmotor monteren........ 31
Vastklemmen van de
buitenboordmotor.......................... 33
Werking ........................................... 35
Eerste gebruik................................ 35
De motor met motorolie vullen.......... 35
Inlopen van de motor........................ 35
Leer uw boot kennen ....................... 35
Controleert voordat de motor
wordt gestart............................... 36
Brandstofpeil..................................... 36
Motorkap verwijderen........................ 36
Brandstofsysteem............................. 36
Bedieningselementen....................... 37
Noodstopkoord.................................. 37
Motorolie........................................... 37
Buitenboordmotor............................. 38
Doorspoelplug................................... 38
Installeren van de motorkap.............. 38
Controleren van het
kantelbekrachtigingssysteem......... 39
Accu.................................................. 39
Brandstof bijvullen ........................ 40
De motor gebruiken....................... 41
Brandstof verzenden (draagbare
tank)............................................... 41
Starten van de motor........................ 42
Controles na het starten van de
motor........................................... 47
Koelwater.......................................... 47
De motor laten warmdraaien.......... 47
Modellen met manuele starter en
elektrische starter.......................... 47
Controles na het warmdraaien
van de motor............................... 47
Schakelen......................................... 47
Stopschakelaars............................... 47
Schakelen...................................... 48
De boot stoppen............................ 49
Motor uitschakelen......................... 49
Procedure......................................... 50
Procedure......................................... 50
De buitenboordmotor trimmen....... 51
Afstelling van de trimhoek bij
modellen met een
handbediend
kantelmechanisme......................... 51
Afstellen van de trimhoek
(modellen met
kantelbekrachtiging)....................... 52
Boottrim instellen............................... 52
Naar boven en naar beneden
kantelen...................................... 53
Procedure voor het naar boven
kantelen (modellen met
handbediend
kantelmechanisme)........................ 54
Procedure voor omhoog kantelen
(modellen met
kantelbekrachtiging) ...................... 55
Procedure voor omlaag kantelen
(modellen met handbediend
kantelsysteem) .............................. 56
Procedure voor omlaag kantelen
(modellen met
kantelbekrachtiging) ...................... 56
Ondiep water ................................ 56
Varen in ondiep water (modellen
met handbediend
kantelmechanisme)........................ 56
Inhoud

Modellen met
kantelbekrachtiging........................ 58
Varen in andere
omstandigheden......................... 58
Onderhoud....................................... 60
Vervoeren en opbergen van de
buitenboordmotor........................ 60
De buitenboordmotor
demonteren................................... 60
Opberging van de
buitenboordmotor.......................... 62
Procedure......................................... 62
Smering............................................. 64
Spoelen van het motorblok............... 64
Reiniging van de
buitenboordmotor.......................... 65
Controleren van gelakt oppervlak
van buitenboordmotor.................... 65
Periodiek onderhoud...................... 65
Vervangingsonderdelen.................... 66
Zware gebruiksomstandigheden....... 66
Onderhoudsschema 1....................... 67
Onderhoudsschema 2....................... 69
Smeren............................................. 70
Reiniging en afstelling van de
bougie............................................ 71
Controleren van de brandstoffilter..... 72
Vrijlooptoerental onderzoeken.......... 72
Verversen van motorolie................... 72
Waarom Yamalube........................... 75
Inspecteer bedrading en
aansluitstukken.............................. 75
Propeller controleren......................... 75
De propeller verwijderen................... 76
De propeller installeren..................... 77
Verversen van tandwielolie............... 78
Inspecteren en vervangen van
elektrode(n)................................... 80
Controleren van de accu (voor
modellen met elektrische
starter)........................................... 80
Aansluiten van de accu..................... 81
Loskoppelen van de accu................. 82
Herstellen van defecten.................. 83
Problemen verhelpen..................... 83
Tijdelijke handeling in een
noodgeval................................... 87
Impact schade................................... 87
Vervangen van de zekering.............. 87
Kantelbekrachtiging werkt niet.......... 88
De starter werkt niet.......................... 88
Noodstart.......................................... 89
De motor werkt niet........................ 90
Noodmotorwerking............................ 90
Behandeling van
ondergedompelde motor............. 90
Index ............................................... 91
Inhoud

koord niet aan een kledingstuk dat los zou
kunnen scheuren, en leid de koord niet langs
punten waar ze verstrikt kan raken, zodat ze
haar functie niet langer vervult.
Leid de koord niet langs plaatsen waar de
kans groot is dat er per ongeluk aan wordt
getrokken. Als er aan de koord wordt getrok-
ken tijdens het varen, wordt de motor uitge-
schakeld en kunt u de boot niet meer bestu-
ren. De boot zou snel kunnen vertragen,
waardoor passagiers en voorwerpen voor-
waarts worden geslingerd.
DMU33811
Benzine
Benzine en benzinedampen zijn uiterst
brandbaar en explosief. Volg voor het tan-
ken steeds de procedure op pagina 41 om
het risico van brand en explosie zo klein mo-
gelijk te houden.
DMU33821
Blootstelling aan en morsen van ben-
zine
Mors geen benzine. Als u toch benzine
morst, veeg hem dan onmiddellijk op met
droge doeken. Werp de doeken weg zoals
het hoort.
Mocht er benzine op uw huid terechtkomen,
verwijder die dan onmiddellijk met zeep en
water. Trek andere kleren aan als er benzine
op uw kleren terecht is gekomen.
Raadpleeg onmiddellijk een arts als u benzi-
ne hebt ingeslikt, heel veel benzinedamp
hebt ingeademd of benzine in de ogen hebt
gekregen. Tracht nooit brandstof over te he-
velen door ze aan te zuigen met uw mond.
DMU33901
Koolmonoxide
Dit product stoot uitlaatgassen uit die kool-
monoxide bevatten, een kleur- en geurloos
gas dat hersenschade of de dood van ver-
oorzaken bij inademing. Symptomen van
koolmonoxidevergiftiging zijn onder meer
misselijkheid, duizeligheid en slaperigheid.
Zorg ervoor dat cockpit en cabine altijd goed
geventileerd zijn. Vermijd het blokkeren van
uitlaatopeningen.
DMU33781
Wijzigingen
Tracht geen wijzigingen aan te brengen aan
deze buitenboordmotor. Wijzigingen aan uw
buitenboordmotor kunnen de veiligheid en
betrouwbaarheid aantasten, en de buiten-
boordmotor onveilig of onwettig voor gebruik
maken.
DMU33742
Scheepvaartveiligheid
Dit hoofdstuk bevat enkele van vele belang-
rijke veiligheidsvoorschriften die u dient na te
leven tijdens het varen.
DMU33711
Alcohol en verdovende middelen
Ga nooit uit varen na het drinken van alcohol
of het innemen van verdovende middelen.
Intoxicatie is een van de voornaamste facto-
ren die bijdragen tot dodelijke ongevallen op
het water.
DMU40281
Zwemvesten
Zorg dat u een goedgekeurd zwemvest aan
boord hebt voor elke passagier. Yamaha
raadt u aan altijd een zwemvest te dragen
wanneer u gaat varen. Kinderen en niet-
zwemmers moeten in ieder geval altijd een
zwemvest dragen, en iedereen moet een
zwemvest dragen wanneer de vaaromstan-
digheden gevaarlijk zijn of kunnen worden.
DMU33732
Mensen in het water
Kijk altijd zorgvuldig uit voor mensen in het
water, zoals zwemmers, waterskiërs of dui-
Veiligheidsinformatie
2

kers, telkens wanneer de motor draait. Wan-
neer er zich iemand in het water bevindt vlak-
bij de boot, schakelt u in neutraal en legt u de
motor stil.
Blijf uit de buurt van zwemzones. Zwemmers
kunnen moeilijk zichtbaar zijn.
De propeller kan blijven draaien, zelfs wan-
neer de motor in neutraal staat. Schakel de
motor uit wanneer er zich een persoon vlakbij
de boot in het water bevindt.
DMU33752
Passagiers
Raadpleeg de instructies van uw bootfabri-
kant voor informatie over de aangewezen
passagiersplaatsen in uw boot en vergewis u
ervan dat alle passagiers veilig plaats heb-
ben genomen alvorens te accelereren en
wanneer de motor sneller draait dan met het
stationair toerental. Staan of zitten op niet
aangewezen plaatsen kan ervoor zorgen dat
men overboord wordt geslingerd of in de boot
valt ten gevolge van golven, kielzog of plotse
snelheids- of richtingsveranderingen. Zelfs
wanneer iedereen correct plaats heeft geno-
men in de boot, dient u uw passagiers te
waarschuwen wanneer u een ongewoon ma-
noeuvre dient te maken. Tracht opspringen-
de golven en kielzog steeds te vermijden.
DMU33763
Overladen
De boot mag nooit worden overladen. Kijk op
de bootcapaciteitsplaat of raadpleeg de boot-
fabrikant voor het toegestane maximumge-
wicht en maximumaantal passagiers. Zorg
ervoor dat het gewicht naar behoren over de
boot is verdeeld in overeenstemming met de
instructies van de bootfabrikant. Het overla-
den of verkeerd verdelen van het gewicht
over de boot kan de bestuurbaarheid van de
boot in het gedrang brengen en leiden tot on-
gevallen, kapseizen of vollopen.
DMU33773
Vermijd botsingen
Wees voortdurend op de uitkijk voor mensen,
voorwerpen en andere boten. Wees op uw
hoede voor omstandigheden die de zicht-
baarheid beperken of uw zicht blokkeren.
ZMU06025
Stuur defensief met een veilige snelheid en
houd voldoende afstand van mensen, voor-
werpen en andere boten.
lVaar niet op korte afstand achter andere
boten of waterskiërs.
lVermijd scherpe bochten of andere ma-
noeuvres die het anderen moeilijk maken
om u te ontwijken of te voorspellen waar u
heen gaat.
lVermijd gebieden met gezonken voorwer-
pen of ondiep water.
lKen uw grenzen en vermijd agressieve
manoeuvres om het risico op controlever-
lies en botsingen te vermijden en om te
vermijden dat u uit het vaartuig wordt ge-
slingerd.
lReageer tijdig om botsingen te vermijden.
Vergeet niet dat boten geen remmen heb-
ben en dat het afzetten van de motor of het
verminderen van de stuwkracht de wen-
baarheid kunnen verminderen. Als u niet
zeker bent dat u op tijd kunt stoppen om
een voorwerp te ontwijken, geef dan gas bij
en stuur in een andere richting.
Veiligheidsinformatie
3

DMU48100
Aanvaringen met drijvende of onder-
gedompelde objecten
Als de buitenboordmotor een drijvend object
of een obstakel in het water raakt tijdens het
cruisen, kan het volgende gebeuren:
lDe passagiers en enig loszittend materiaal
of bagage kan mogelijk naar voren worden
gegooid vanwege het plotselinge afrem-
men.
lDelen van de buitenboordmotor kunnen
vanwege de botsing mogelijk loskomen en
van de boot af worden gegooid.
lDe boot of buitenboordmotor kan vanwege
de botsing mogelijk beschadigd raken.
Wanneer u met de boot vaart in een gebied
waar er zich mogelijk drijvende objecten of
obstakels in het water kunnen bevinden,
moet u er zeker van zijn dat u de trimhoek van
de buitenboordmotor afstelt, dat u vaart min-
dert dat u de boot voorzichtig bedient. Voor
meer informatie, zie pagina 56.
Als de buitenboordmotor een drijvend object
of obstakel in het water raakt, moet u er zeker
van zijn dat zich er geen abnormaliteiten om-
trent de boot en de buitenboordmotor voor-
doen. Als er iets abnormaals wordt gecon-
stateerd, keert u terug met lage snelheid te-
rug naar de dichtsbijzijnde haven en laat u
een Yamaha-dealer de buitenboordmotor in-
specteren.
DMU33791
Weersomstandigheden
Zorg dat u op de hoogte bent van het weer-
bericht. Controleer de weersvoorspellingen
alvorens uit te varen. Ga beter niet uit varen
in gevaarlijk weer.
DMU33881
Passagiersopleiding
Zorg ervoor dat ten minste één andere pas-
sagier opgeleid is in het besturen van de boot
in geval van nood.
DMU33891
Scheepvaartveiligheidspublicaties
Informeer u over de scheepvaartveiligheids-
voorschriften. Bijkomende publicaties en in-
formatie kunt u bekomen bij heel wat scheep-
vaartorganisaties.
DMU33602
Wetten en voorschriften
Leer de scheepvaartwetten en ‐reglementen
die gelden op de plaats waar u gaat varen, en
leef deze na. Er gelden verschillende regels
naar gelang van de geografische plaats,
maar in wezen zijn ze allemaal gelijk aan de
Internationale Scheepvaartregels.
Veiligheidsinformatie
4

DMU25172
Plaats voor identificatienum-
mers
DMU25186
Buitenboordmotorserienummer
Het serienummer van de buitenboordmotor
staat vermeld op het label op de bakboord-
zijde van de klembeugel.
Noteer uw buitenboordmotorserienummer in
de daartoe voorziene ruimten om op te geven
bij het bestellen van wisselstukken bij uw
Yamaha-dealer of als referentie in geval uw
buitenboordmotor wordt gestolen.
ZMU05335
1
1. Buitenboordmotorserienummerlocatie
ZMU05336
1
1. Buitenboordmotorserienummerlocatie
34 12
ZMU01692
1. Serienummer
2. Modelnaam
3. Motorspiegelhoogte
4. Motorcode
DMU25192
Sleutelnummer
Als de motor is uitgerust met een hoofdsleu-
telschakelaar, is het sleutelidentificatienum-
mer ingestanst op uw sleutels zoals getoond
op de afbeelding. Noteer dit nummer in de
ruimte voorzien als referentie in geval u een
nieuwe sleutel nodig hebt.
1
ZMU01694
1. Sleutelnummer
DMU38984
EG-verklaring van overeen-
stemming (DoC)
Deze verklaring wordt geleverd bij buiten-
boordmotoren die voldoen aan de Europese
voorschriften.
Algemene informatie
5

Deze buitenboordmotor voldoet aan bepaal-
de gedeelten van de Europese richtlijnen in-
zake machines.
Elke overeenkomstige buitenboordmotor
wordt vergezeld van een EG DoC. De EG
DoC bevat de volgende informatie;
lFabrikant
lModelnaam
lMotorcode
lToegepaste richtlijnen
DMU48442
CE-markering/
UKCA-markering
Dit label wordt bevestigd op buitenboordmo-
toren die voldoen aan de Europese voor-
schriften.
1
1. Positie van het CE-label
1
1. Positie van het CE-label
6EE-G3394-90
15210026
CE-markering
Buitenboordmotoren met deze “CE”-marke-
ring voldoen aan de richtlijnen van; 2006/42/
EG, 2014/30/EU, en 2013/53/EU.
UKCA-markering
Dit product voldoet aan de voorschriften van
Pleziervaartuigen 2017, de voorschriften van
Elektromagnetische Compatibiliteit 2016 en
aan de (veiligheids)voorschriften voor Leve-
ring van Machines 2008.
Algemene informatie
6

DMU33524
Lees handleidingen en labels
Alvorens deze buitenboordmotor te bedienen of eraan te werken:
lLees deze handleiding.
lLees eventueel bij de boot geleverde handleidingen.
lLees alle labels op de buitenboordmotor en de boot.
Voor eventuele bijkomende informatie kunt u terecht bij uw Yamaha-dealer.
DMU33836
Waarschuwingslabels
Als deze labels beschadigd zijn of ontbreken, neem dan contact op met uw Yamaha-dealer
voor vervanglabels.
F9.9JMH, FT9.9LMH
1
2
3
Algemene informatie
7

F9.9JE, FT9.9LE, FT9.9LEP
1
23
Algemene informatie
8

6EE-G2794-40
6EE-G2794-50
6EE-H1994-40
6EE-H1994-50
6EE-H1995-40
6EE-H1995-50
ZMU05706
1 2
3
DMU33913
Inhoud van de labels
De bovenstaande waarschuwingslabels be-
tekenen het volgende.
1
DWM01692
Bij een noodstart is er geen neutraal-start-
beveiliging. Vergewis u ervan dat de scha-
kelhendel in neutraal staat alvorens de
motor te starten.
2
DWM01682
lHoud handen, haar en kledingstukken
uit de buurt van draaiende onderdelen
terwijl de motor draait.
lBij het starten of terwijl de motor draait
mag u geen elektrische onderdelen aan-
raken of verwijderen.
3
DWM01672
lLees de handleiding en de labels.
lDraag een goedgekeurd zwemvest.
lBevestig het noodstopkoord aan uw
zwemvest, uw arm of uw been zodat de
motor stopt wanneer u de stuurhendel
per ongeluk verlaat, om te voorkomen
dat de boot op hol kan slaan.
Algemene informatie
9

DMU38092
Technische gegevens
NOTA:
“(AL)” in de specificatiegegevens hieronder
betekent dat de geïnstalleerde propeller van
aluminium is.
DMU48360
Afmetingen en gewicht:
Totale lengte:
1043 mm (41.1 in) (FT9.9LMH)
557 mm (21.9 in) (F9.9JE, FT9.9LE,
FT9.9LEP)
983 mm (38.7 in) (F9.9JMH)
Totale breedte:
333 mm (13.1 in) (F9.9JE, FT9.9LE,
FT9.9LEP)
371 mm (14.6 in) (FT9.9LMH)
373 mm (14.7 in) (F9.9JMH)
Totale hoogte S:
1008 mm (39.7 in) (F9.9JE, F9.9JMH)
Totale hoogte L:
1135 mm (44.7 in) (F9.9JE, F9.9JMH)
1195 mm (47.0 in) (FT9.9LE,
FT9.9LEP, FT9.9LMH)
Totale hoogte X:
1263 mm (49.7 in) (FT9.9LE,
FT9.9LEP, FT9.9LMH)
Motorspiegelhoogte S:
431 mm (17.0 in) (F9.9JE, F9.9JMH)
Motorspiegelhoogte L:
552 mm (21.7 in) (FT9.9LE, FT9.9LMH)
557 mm (21.9 in) (FT9.9LEP)
558 mm (22.0 in) (F9.9JE, F9.9JMH)
Motorspiegelhoogte X:
620 mm (24.4 in) (FT9.9LE, FT9.9LMH)
625 mm (24.6 in) (FT9.9LEP)
Droog gewicht (AL) S:
40 kg (88 lb) (F9.9JMH)
42 kg (93 lb) (F9.9JE)
Droog gewicht (AL) L:
41 kg (90 lb) (F9.9JMH)
43 kg (95 lb) (F9.9JE)
45 kg (99 lb) (FT9.9LE, FT9.9LMH)
49 kg (108 lb) (FT9.9LEP)
Droog gewicht (AL) X:
46 kg (101 lb) (FT9.9LE, FT9.9LMH)
50 kg (110 lb) (FT9.9LEP)
Prestatie:
Volle-gas bedrijfsbereik:
5000–6000 omw/min
Nominaal vermogen:
7.3 kW (9.9 PK)
Vrijlooptoerental (in neutraal):
1000–1100 omw/min
Motor:
Type:
4-takt SOHC L2 4kleppen
Slag:
212 cm³ (12.9 c.i.)
Boring slag:´
56.0 43.0 mm (2.20 1.69 in)´ ´
Ontstekingssysteem:
CDI
Bougie (NGK):
BR6HS-10
Electrode afstand bougie:
0.9–1.0 mm (0.035–0.039 in)
Stuurinrichting:
Afstandsbediening (F9.9JE, FT9.9LE,
FT9.9LEP)
Stuurhendel (F9.9JMH, FT9.9LMH)
Startsysteem:
Elektrische starter (F9.9JE, FT9.9LE,
FT9.9LEP)
Manuele (F9.9JMH, FT9.9LMH)
Carburateur met start systeem:
Chokeklep
Klepspeling IN (koude motor):
0.15–0.20 mm (0.0059–0.0079 in)
Specificaties en vereisten
11

Klepspeling UIT (koude motor):
0.20–0.25 mm (0.0079–0.0098 in)
Accucapaciteit (CCA/EN):
347–411 A
Accucapaciteit (20HR/IEC):
40 A/u
Maximumdynamovermogen:
6 A
Onderste eenheid:
Schakelinrichtingstanden:
Vooruit Neutraal Achteruit‐ ‐
Overbrengingsverhouding:
2.08 (27/13) (F9.9JE, F9.9JMH)
2.92 (38/13) (FT9.9LE, FT9.9LEP,
FT9.9LMH)
Trim- en kantelsysteem:
Handbediend kantelsysteem (F9.9JE,
F9.9JMH, FT9.9LE, FT9.9LMH)
Kantelbekrachtiging (FT9.9LEP)
Propellermerkteken:
N (F9.9JE, F9.9JMH)
R (FT9.9LE, FT9.9LEP, FT9.9LMH)
Brandstof en olie:
Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije benzine
Min. researchoctaangetal (RON):
90
Brandstoftank inhoud:
12 L (3.17 US gal, 2.64 Imp.gal)
Aanbevolen motorolie:
YAMALUBE 4 of 4-takt
buitenboordmotorolie
Aanbevolen motorolieklasse 1:
SAE 10W-30/10W-40/5W-30
API SE/SF/SG/SH/SJ/SL
Motoroliehoeveelheid:
0.8 L (0.85 US qt, 0.70 Imp.qt)
Smeersysteem:
Oliecarter
Aanbevolen tandwielolie:
YAMALUBE-tandwielolie voor
buitenboordmotoren of hypoïde-olie
Aanbevolen tandwieloliekwaliteit:
SAE 90 API GL-4
Tandwieloliehoeveelheid:
0.150 L (0.159 US qt, 0.132 Imp.qt)
(F9.9JE, F9.9JMH)
0.370 L (0.391 US qt, 0.326 Imp.qt)
(FT9.9LE, FT9.9LEP, FT9.9LMH)
Geluids- en trillingsniveau:
Operatorgeluidsdrukniveau (ICOMIA
39/94):
78.2 dB(A)
Trilling in stuurhendel (ICOMIA 38/94):
7.2 m/s² (F9.9JMH, FT9.9LMH)
DMU33556
Installatievereisten
DMU33566
Bootvermogen (pk)
DWM01561
Een boot te krachtig aandrijven kan ern-
stige instabiliteit veroorzaken.
Controleer voor het plaatsen van de buiten-
boordmotor(en) of de totale paardenkrachten
van uw buitenboordmotor(en) niet het maxi-
male paardenkrachtvermogen van de boot
overschrijdt. Zie de capaciteitsplaat van de
boot of neem contact op met de fabrikant.
DMU40491
Buitenboordmotor monteren
DWM02501
lEen verkeerde montage van de buiten-
boordmotor kan tot gevaarlijke omstan-
digheden leiden, zoals een gebrekkige
Specificaties en vereisten
12

bestuurbaarheid, verlies van controle
of brand.
lAangezien de buitenboordmotor zeer
zwaar is, is speciale uitrusting en oplei-
ding vereist om hem veilig te monteren.
Uw dealer of een andere persoon met erva-
ring in het optuigen van boten moet de bui-
tenboordmotor monteren met behulp van de
correcte apparatuur en de complete optuig-
instructies. Voor meer informatie, zie pagina
31.
DMU33582
Afstandsbedieningsvereisten
DWM01581
lAls de motor in versnelling start, kan de
boot plots en onverwacht bewegen,
waardoor er een botsing kan worden
veroorzaakt of passagiers over boord
kunnen worden geworpen.
lWanneer de motor ooit in versnelling
start, werkt de neutraalstartbeveiliging
niet correct en mag u de buitenboord-
motor niet langer gebruiken. Neem con-
tact op met uw Yamaha-dealer.
De afstandsbedieningseenheid moet worden
uitgerust met (een) neutraal-startbeveili-
ging(en). Dat systeem zorgt ervoor dat de
motor uitsluitend in neutraal kan worden ge-
start.
DMU25695
Accuvereisten
DMU25723
Technische gegevens van de accu
Accucapaciteit (CCA/EN):
347–411 A
Accucapaciteit (20HR/IEC):
40 A/u
De motor kan niet worden gestart als de ac-
cuspanning te laag is.
DMU36293
Monteren van de accu
Maak de accuhouder stevig vast op een dro-
ge, goed verluchte en trillingsvrije plaats in
de boot. WAARSCHUWING! Plaats geen
brandbare items of losse, zware of meta-
len voorwerpen in hetzelfde comparti-
ment als de accu. Dat kan leiden tot brand,
explosies of vonken. [DWM01821]
Accukabel
De accukabelmaat en lengte zijn essentieel.‐
Raadpleeg uw Yamaha-dealer in verband
met de accukabelmaat en lengte.‐
DMU44771
Installeren van de accu
DCM01091
Er kan geen accu worden gekoppeld aan
modellen die geen gelijkrichter of gelijk-
richterregelaar hebben.
Als u een accu wenst te gebruiken, moet uw
buitenboordmotor uitgerust zijn met de vol-
gende onderdelen.
lGelijkrichter of gelijkrichterregelaar
lLichtspoel
Als u niet weet of uw buitenboordmotor is uit-
gerust met deze onderdelen, dient u uw
Yamaha-dealer te raadplegen.
Installeer een optionele gelijkrichterregelaar
of gebruik accessoires die bestand zijn tegen
18 volt of meer met de bovengenoemde mo-
dellen. Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor
informatie over het installeren van een opti-
onele gelijkrichterregelaar.
Specificaties en vereisten
13

DMU34196
Propellerkeuze
Naast het selecteren van een buitenboord-
motor is het selecteren van de juiste propeller
een van de belangrijkste beslissingen die
een booteigenaar dient te nemen. Het type,
de omvang en het ontwerp van uw propeller
hebben een rechtstreekse invloed op de ac-
celeratie, de topsnelheid, het brandstofver-
bruik en zelfs de levensduur van de motor.
Yamaha ontwerpt en vervaardigt propellers
voor iedere Yamaha-buitenboordmotor en
voor alle mogelijke toepassingen.
Uw buitenboordmotor werd geleverd met een
Yamaha propeller die is gekozen om goed te
presteren in een reeks van toepassingen,
maar er kunnen toepassingen zijn waar een
andere propeller meer geschikt is.
Uw Yamaha-dealer kan u helpen bij het kie-
zen van de juiste propeller voor uw specifieke
behoeften. Kies een propeller die de motor in
staat stelt het middelste of bovenste gedeelte
van het toerentalbereik te bereiken bij volgas
en maximumlading. In het algemeen geldt
dat een propeller met een grotere spoed ge-
schikt is voor geringere bedrijfsbelastingen
en een propeller met een kleinere spoed voor
grotere belastingen. Als u sterk uiteenlopen-
de ladingen vervoert, selecteer dan een pro-
peller die de motor in staat stelt te draaien
binnen het toerentalbereik voor uw maxi-
mumbelasting, maar denk eraan dat u de
gashendelstand mogelijk moet aanpassen
om binnen het aanbevolen motortoerental-
bereik te blijven wanneer u lichtere ladingen
vervoert.
Voor het controleren van de propeller, zie pa-
gina 75.
ZMU04606
-x
1 2 3
1. Propellerdiameter in inches
2. Propellerspoed in inches
3. Type van propeller (propellermerk)
ZMU04604
-x
1 2 3
1. Propellerdiameter in inches
2. Propellerspoed in inches
3. Type van propeller (propellermerk)
DMU25771
Neutraal-startbeveiliging
Yamaha-buitenboordmotoren of door
Yamaha goedgekeurde afstandsbedienings-
eenheden zijn uitgerust met (een) neutraal-
startbeveiliging(en). Dat systeem zorgt er-
voor dat de motor uitsluitend kan worden ge-
start wanneer hij in neutraal staat. Zet de
schakelhendel altijd in neutraal wanneer u de
motor start.
DMU39693
Motorolievereisten
Selecteer een olietype op basis van de ge-
middelde temperaturen in de streek waar de
buitenboordmotor zal worden gebruikt.
Specificaties en vereisten
14

Aanbevolen motorolie:
YAMALUBE 4 of 4-takt
buitenboordmotorolie
Aanbevolen motorolieklasse 1:
SAE 10W-30/10W-40/5W-30
API SE/SF/SG/SH/SJ/SL
Aanbevolen motorolieklasse 2:
SAE 15W-40/20W-40/20W-50
API SH/SJ/SL
Motoroliehoeveelheid:
0.8 L (0.85 US qt, 0.70 Imp.qt)
Wanneer de onder Aanbevolen motorolie ty-
pe 1 vermelde olietypes niet beschikbaar
zijn, selecteert u een alternatief olietype ver-
meld onder motorolie type 2.
Aanbevolen motorolie type 1
ZMU06854
122˚F
50˚C
104
40
86
30
68
SAE API
SE
SF
SG
SH
SJ
SL
20
50
10
32
0
14
-10
-4
-20
10W–30
10W–40
5W–30
Aanbevolen motorolie type 2
ZMU06855
122˚F
50˚C
104
40
86
30
68
SAE API
SH
SJ
SL
20
50
10
32
0
14
-10
-4
-20
15W–40
20W–40
20W–50
DMU36361
Brandstofvereisten
DMU40203
Benzine
Gebruik benzine van goede kwaliteit met het
vereiste minimumoctaangetal. Als de motor
geklop of gepingel begint te vertonen, ge-
bruik dan een ander merk brandstof of lood-
vrije superbenzine.
Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije benzine
Min. researchoctaangetal (RON):
90
DCM01982
lGebruik geen loodhoudende benzine.
Loodhoudende benzine kan de motor
ernstig beschadigen.
lZorg dat er geen water en vuil in de
brandstoftank terechtkomen. Verontrei-
nigde brandstof kan de prestaties van
de motor aantasten of motorschade
veroorzaken. Gebruik uitsluitend verse
benzine die zuivere bussen werd be-
waard.
E5 E10
NOTA:
lDit merkteken geeft de aanbevolen brand-
stof voor deze buitenboordmotor zoals ge-
specificeerd door de Europese regelge-
ving (EN228) aan.
Specificaties en vereisten
15

lControleer of de benzinespuit dezelfde
identificatie heeft bij het bijtanken.
Gasohol
Er bestaan twee types gasohol: gasohol met
ethanol (E5 en E10) en gasohol met metha-
nol. Ethanol kan worden gebruikt als het
ethanolgehalte niet meer dan 10% bedraagt
en de brandstof voldoet aan de minimumoc-
taangetallen. E85 is een brandstof die 85%
ethanol bevat en die niet mag worden ge-
bruikt in uw buitenboordmotor. Alle ethanol-
mengsels die meer dan 10% ethanol bevat-
ten, kunnen schade aan het brandstofsys-
teem of motorstart- en ‐bedrijfsproblemen
veroorzaken. Yamaha ontraadt het gebruik
van gasohol met methanol omdat die schade
kan veroorzaken aan het brandstofsysteem
of de motorprestaties kan aantasten.
Het verdient aanbeveling een waterafschei-
dende scheepsbrandstoffilter (minimum 10
micron) te installeren tussen de brandstof-
tank en de buitenboordmotor van uw boot
wanneer u ethanol gebruikt. Van ethanol is
bekend dat het de absorptie van vocht in
brandstoftanks en systemen van boten be-‐
vordert. Vocht in de brandstof kan leiden tot
corrosie van metalen brandstofsysteemon-
derdelen en tot start- en werkingsproblemen
en kan extra onderhoud van het brandstof-
systeem noodzakelijk maken.
DMU36881
Modderig of zuurrijk water
Yamaha raadt ten zeerste aan de optionele
verchroomde waterpompkit te laten installe-
ren door uw dealer als u de buitenboordmo-
tor in modderig of zuurrijk water moet gebrui-
ken. Afhankelijk van het model is dat echter
misschien niet nodig.
DMU36331
Anti-fouling
Een zuivere romp verbetert de prestaties van
de boot. De onderzijde van de boot moet zo-
veel mogelijk vrij worden gehouden van aan-
groeiing. Indien nodig kan de onderzijde van
de boot worden bestreken met een voor uw
streek goedgekeurde anti-fouling ter voorko-
ming van aangroeiing.
Gebruik geen anti-fouling die koper of grafiet
bevat. Dergelijke verven kunnen het roesten
van de motor bespoedigen.
DMU40302
Buitenboordmotorafdankings-
vereisten
Dank de buitenboordmotor nooit op een ille-
gale manier af. Yamaha raadt u aan uw dea-
ler te raadplegen in verband met het afdan-
ken van de buitenboordmotor.
DMU36353
Nooduitrusting
Houd de volgende items aan boord voor het
geval u motorpech krijgt.
lEen gereedschapskit met verschillende
schroevendraaiers, tangen, sleutels (inclu-
sief metrieke maten) en isolatietape.
lWaterdichte zaklamp met extra batterijen.
lEen extra motorstopschakelaarkoord met
clip.
lReserveonderdelen, zoals een extra set
bougies.
Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor details.
Specificaties en vereisten
16

DMU46722
Schematische voorstelling van de componenten
NOTA:
* Kan eventueel lichtjes verschillen van de afbeelding; behoort mogelijk ook niet tot de stan-
daarduitrusting van alle modellen (bestellen bij dealer).
F9.9JMH, F9.9JE
1
8
9
10
2
3
5
6
7
12
11
4
1. Motorkap
2. Klembeugel
3. Trimstang
4. Anode
5. Aftapschroef
6. Koelwaterinlaat
7. Propeller
8. Motorkapvergrendelhendel
9. Leegloopopening
10.Anti-cavitatieplaat
11.Afstandsbedieningskast (voor opzij gemon-
teerd type)*
12.Brandstoftank
Componenten
17

FT9.9LMH, FT9.9LE, FT9.9LEP
1
8
9
10
2
3
5
6
7
12
11
4
4
1. Motorkap
2. Klembeugel
3. Trimstang*
4. Anode
5. Aftapschroef
6. Koelwaterinlaat
7. Propeller
8. Motorkapvergrendelhendel
9. Leegloopopening
10.Anti-cavitatieplaat
11.Afstandsbedieningskast (voor opzij gemon-
teerd type)*
12.Brandstoftank
Componenten
18

1
10 12 11 13
9
13
2
3
4
5
76
10 11 12
148
1. Handgreep repeteerstarter*
2. Chokeknop*
3. Doorspoelplug
4. Stuurfrictieafstelinrichting*
5. Kantelvergrendelhendel*
6. Kantelsteunknop*
7. Veiligheidskabelbevestiging
8. Knevelbout
9. Waarschuwingslampje
10.Motorstopknop*
11.Schakelinrichtinghendel*
12.Gashendelfrictieafstelling*
13.Gashendelgreep*
14.Noodstopkoord
DMU25804
Brandstoftank
Als uw model werd uitgerust met een draag-
bare brandstoftank, heeft die de volgende
functie.
DWM00021
De brandstoftank die bij de motor wordt
bijgeleverd, is het brandstofreservoir van
de motor en mag niet worden gebruikt als
een container om brandstof in op te slaan.
Commerciële gebruikers moeten voldoen
aan de van toepassing zijnde licentie- of
goedkeuringsvoorschriften.
Componenten
19

12
3
1. Brandstofleiding koppelstuk
2. Brandstoftankkap
3. Ontluchtingsschroef
DMU25831
Brandstofleidingkoppelstuk
Dat koppelstuk wordt gebruikt om de brand-
stofleiding te verbinden.
DMU25851
Benzinetankdop
Deze dop sluit de brandstoftank af. Wanneer
hij wordt verwijderd, kan de tank met brand-
stof worden gevuld. Om de dop te verwijde-
ren moet hij tegen de wijzers van de klok in
worden gedraaid.
DMU25861
Ontluchtingsschroef
Deze schroef bevindt zich op de brandstof-
tankdop. Om ze los te draaien moet ze tegen
de wijzers van de klok in worden gedraaid.
DMU26182
Afstandsbedieningskast
De afstandsbedieningshendel bedient zowel
de schakelhendel als de gashendel. De elek-
trische schakelaars bevinden zich op de af-
standsbedieningskast.
1
23
5
4
6
7
ZMU01723
1. Kantelbekrachtigingsschakelaar
2. Afstandsbedieningshendel
3. Neutraalvergrendelingstrekker
4. Neutraal-gashendel
5. Hoofdschakelaar / chokeschakelaar
6. Motoruitschakelaar
7. Gashendelfrictieafstelling
DMU26191
Afstandsbedieningshendel
Door de hendel naar voor te duwen vanuit de
neutrale stand wordt de vooruitversnelling in-
geschakeld. Door de hendel naar achter te
trekken vanuit de neutrale stand wordt de
achteruitversnelling ingeschakeld. De motor
blijft in vrijloop staan tot de hendel ongeveer
35° wordt verplaatst; (er is een palletje te
voelen). Door de hendel verder te duwen
wordt de gasklep geopend en de motor be-
gint te accelereren.
1
2 3
4 4
5
5
6
67
7
F
N
R
ZMU01725
1. Neutraal “ ”
2. Vooruit “ ”
3. Achteruit “ ”
Componenten
20

4. Schakelen
5. Volledig gesloten
6. Gashendel
7. Volledig open
DMU26202
Neutraal vergrendeltrekker
Om uit de neutrale stand te gaan moet u eerst
de neutraal vergrendeltrekker omhoog trek-
ken.
1
ZMU01727
1. Neutraalvergrendelingstrekker
DMU26213
Neutraal gashendel
Om de gasklep te openen zonder in achteruit
of vooruit te schakelen, moet u de afstands-
bedieningshendel in neutraal zetten en de
neutraal gashendel omhoog zetten.
1
2
N
ZMU01728
1. Volledig open
2. Volledig gesloten
NOTA:
De neutraal gashendel werkt alleen als de
afstandsbedieningshendel in neutraal staat.
De afstandsbedieningshendel werkt alleen
als de neutraal gashendel in de gesloten
stand is gezet.
DMU26222
Chokeschakelaar
Om het chokesysteem te activeren, drukt u
de hoofdschakelaar in terwijl de sleutel in de
“ ” (aan)- of “ ” (start)-stand staat. Het
chokesysteem levert dan het rijke brandstof-
mengsel dat vereist is om de motor te starten.
Als de sleutel wordt losgelaten, wordt de cho-
ke automatisch uitgeschakeld.
ON START
OFF
ZMU02206
DMU25914
Stuurhendel
Om van richting te veranderen beweegt u de
stuurhendel naar links of naar rechts zoals
gewenst.
ZMU07800
Componenten
21

DMU25925
Schakelhendel
Beweeg de schakelhendel naar voren om de
vooruitversnelling in te schakelen of naar
achteren om de achteruitversnelling in te
schakelen.
1
2
3
1. Vooruit “ ”
2. Neutraal “ ”
3. Achteruit “ ”
DMU25943
Gashendel
De gashendel bevindt zich op de stuurhen-
del. Wanneer u de hendel naar links draait,
neemt de snelheid toe en wanneer u hem
naar rechts draait neemt de snelheid af.
DMU25963
Brandstofverbruiksindicator
De brandstofverbruikscurve op de brandstof-
verbruiksindicator toont de hoeveelheid
brandstof die in de verschillende gashendel-
standen wordt verbruikt. Kies de stand die de
beste prestaties en het laagste verbruik biedt
voor de gewenste werking.
ZMU05338
1
1. Brandstofverbruikindicator
DMU25978
Gashendelfrictieafstelling
Een frictiesysteem zorgt voor een regelbare
bewegingsweerstand van de gasgreep of de
afstandsbedieningshendel, en kan worden
ingesteld volgens de voorkeur van de schip-
per.
Om de weerstand te verhogen, draait u de
afstelschroef met de klok mee. Om de weer-
stand te verlagen, draait u de afstelschroef
tegen de klok in. WAARSCHUWING! Draai
de wrijvingsafstelschroef niet te vast. Als
er te veel weerstand is, kan het moeilijk
zijn om de gashendel of de greep te be-
wegen, wat een ongeluk kan veroorzaken.
[DWM00033]
ZMU05369
Componenten
22

DMU26015
Trekchokeknop
Trek de chokeknop uit om de motor te voe-
den met een rijk brandstofmengsel.
1
1. Chokeknop
DMU26075
Handgreep repeteerstarter
De repeteerstarter wordt gebruikt om de
motor aan te zwengelen en te starten.
DMU26092
Hoofdschakelaar
De hoofdschakelaar bedient het ontstekings-
systeem; de werking ervan wordt hieronder
beschreven.
l“ ” (uit)
Met de hoofdschakelaar in de stand “ ”
(uit) zijn de elektrische schakelingen inactief
en kan de sleutel worden uitgenomen.
l“ ” (aan)
Met de hoofdschakelaar in de stand “ ”
(aan) zijn de elektrische schakelingen actief
en kan de sleutel niet worden uitgenomen.
l“ ” (start)
Met de hoofdschakelaar in de stand “ ”
(start) begint de startmotor te draaien om de
motor te starten. Wanneer de sleutel wordt
losgelaten, keert hij automatisch terug naar
de stand “ ” (aan).
ON STARTOFF
ZMU01718
Componenten
24

DMU26103
Kantelbekrachtigingsschakelaar
Het kantelbekrachtigingssysteem stelt de
hoek van de buitenboordmotor ten opzichte
van de spiegel in. Door op de schakelaar op
“ ” (up) te drukken wordt de buitenboord-
motor naar boven gekanteld. Door op de
schakelaar op (down) te drukken wordt“ ”
de buitenboordmotor naar beneden gekan-
teld. Als men de schakelaar loslaat, kantelt
de motor niet verder.
DN
UP
ZMU01720
NOTA:
Voor instructies betreffende het gebruik van
de kantelbekrachtigingsschakelaar, zie pagi-
na 51 en 53.
DMU31433
Stuurfrictieregelhendel
Een frictie-inrichting geeft een instelbare
weerstand aan het stuurmechanisme en kan
worden afgesteld naargelang van de voor-
keur van de bestuurder. Onderaan op de
stuurhendelbracket bevindt er zich een in-
stelhendel.
Om de weerstand te verhogen, draait u de
hendel naar bakboord “A”.
Om de weerstand te verhogen, draait u de
hendel naar stuurboord “B”.
DWM00041
Draai de wrijvingsafstelschroef niet te
vast. Als er te veel weerstand is, kan het
moeilijk zijn om te sturen, wat een onge-
luk kan veroorzaken.
Als de weerstand niet toeneemt, zelfs niet
wanneer de hendel naar bakboord “A” wordt
gedraaid, dient u na te gaan of de moer werd
aangedraaid met het gespecificeerde aan-
draaimoment.
1
1
1
1
11
1. Moer
Moeraandraaimoment:
8 N·m (0.8 kgf·m, 5.9 lb·ft)
NOTA:
lDe stuurbeweging is geblokkeerd wanneer
de instelhendel in de stand werd gezet.“A”
lControleer of de stuurhendel soepel be-
weegt wanneer de hendel naar stuurboord
“B” wordt gedraaid.
lBreng geen smeermiddelen zoals vet aan
op de wrijvingszones van de stuurfrictiere-
gelhendel.
Componenten
25

DMU26263
Trimstang (kantelpen)
De stand van de trimstang bepaalt de mini-
mumtrimhoek van de buitenboordmotor ten
opzichte van de spiegel.
1
1. Trimstang
DMU30531
Kantelvergrendelingsmechanisme
Het kantelvergrendelingsmechanisme wordt
gebruikt om te voorkomen dat de buiten-
boordmotor uit het water wordt getild bij het
achteruit varen.
1
1. Kantelvergrendelhendel
Om te vergrendelen dient u de kantelver-
grendelingshendel in de lock-stand te zetten.
Om te ontgrendelen dient u de kantelver-
grendelingshendel in de release-stand te du-
wen.
DMU26323
Kantelsteunknop
Om de buitenboordmotor in de naar boven
gekantelde stand te houden, dient u op de
kantelsteunknop onder de zwenkbeugel te
drukken.
DCM00661
Gebruik de kantelsteunhendel of de kan-
telsteunknop niet om de boot de slepen.
De buitenboordmotor zou daardoor kun-
nen lostrillen van de kantelsteun en val-
len. Als de boot niet kan worden gesleept
met de motor in de normale stand, gebruik
dan een bijkomend steunstuk om de
motor in de gekantelde stand vast te zet-
ten.
DMU26334
Kantelsteunstang
De kantelsteunstang houdt de buitenboord-
motor in de naar boven gekantelde stand.
DCM01661
Gebruik de kantelsteunstang niet bij het
slepen van de boot. De buitenboordmotor
Componenten
26
Produkt Specifikationer
Mærke: | Yamaha |
Kategori: | Påhængsmotor |
Model: | FT9.9 (2023) |
Har du brug for hjælp?
Hvis du har brug for hjælp til Yamaha FT9.9 (2023) stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig
Påhængsmotor Yamaha Manualer

1 Januar 2025

1 Januar 2025

1 Januar 2025

1 Januar 2025

1 Januar 2025

1 Januar 2025

13 November 2024

12 November 2024

12 November 2024

18 September 2024
Påhængsmotor Manualer
- Påhængsmotor Honda
- Påhængsmotor Hidea
- Påhængsmotor Garmin
- Påhængsmotor Greenworks
- Påhængsmotor Neptun
- Påhængsmotor Suzuki
- Påhængsmotor Coleman
- Påhængsmotor Mercury
- Påhængsmotor Tohatsu
- Påhængsmotor Parsun
- Påhængsmotor Nanni
- Påhængsmotor Torqeedo
- Påhængsmotor Haswing
- Påhængsmotor Nimarine
- Påhængsmotor Rhino
- Påhængsmotor Evinrude
- Påhængsmotor Talamex
- Påhængsmotor Sail
Nyeste Påhængsmotor Manualer

12 Januar 2025

11 Januar 2025

29 December 2024

29 December 2024

28 December 2024

28 December 2024

26 December 2024

15 November 2024

28 September 2024

5 September 2024