Casio QVR 52 Manual


Læs nedenfor 📖 manual på dansk for Casio QVR 52 (197 sider) i kategorien Digital kamera. Denne guide var nyttig for 12 personer og blev bedømt med 4.5 stjerner i gennemsnit af 2 brugere

Side 1/197
D
Digitale Camera
QV-R52
Gebruiksaanwijzing
K869PCM1DKX
Gefeliciteerd met de aanschaf van dit CASIO
product.
Voordat u het in gebruik neemt dient u eerst
de voorzorgsmaatregelen in deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door te
lezen.
Houd de gebruiksaanwijzing daarna op een
veilige plaats voor latere naslag.
Bezoek de officiële CASIO website
http://world.casio.com/ voor de meest
recentelijke informatie voor dit product.
INLEIDING
2
Uitpakken
Controleer dat alle hier getoonde items inderdaad meegeleverd zijn met de camera. Mocht er iets missen, neem dan zo snel
mogelijk contact op met de dealer.
Camera 2 alkaline batterijen maat AA (LR6)
CD-ROM USB kabel Basisreferentie
Polsriem
INLEIDING
INLEIDING
3
Inhoudsopgave
2INLEIDING
Uitpakken ..................................................................... 2
Kenmerken ................................................................... 9
Voorzorgsmaatregelen ................................................ 11
Algemene voorzorgsmaatregelen 11
Voorzorgsmaatregelen bij data foutlezingen 19
Voorwaarden voor juiste werking 19
Condens 20
Lens 20
Overige 20
21 SNELSTARTGIDS
Leg de batterijen in de camera .................................. 21
Configureren van de displaytaal en de
klokinstellingen ........................................................... 22
Opnemen van een beeld ............................................ 23
Bekijken van een opgenomen beeld ......................... 24
Wissen van een beeld ................................................ 24
25 VOORBEREIDINGEN
Betreffende deze gebruiksaanwijzing ........................ 25
Algemene gids ........................................................... 26
Inhoud van het beeldscherm ..................................... 28
Opnamefunctie (REC) 28
Weergavefunctie (PLAY) 30
Veranderen van de inhoud van het beeldscherm 31
Indicators .................................................................... 32
Vastmaken van de polsriem ....................................... 32
Spanningsvereisten ................................................... 33
Inleggen van de batterijen 34
Verwijderen van de batterijen uit de camera 34
Werking op netspanning 40
In- en uitschakelen van de camera 42
Configureren van de stroomspaarinstellingen 43
Gebruik van de in-beeld menus ................................ 44
Configureren van de displaytaal en de
klokinstellingen ........................................................... 47
Configureren van de displaytaal en de klokinstellingen 48
INLEIDING
4
50 ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Opnemen van een beeld ............................................ 50
Specificeren van de opnamefunctie 50
Richten van de camera 51
Opnemen van een beeld 52
Opname voorzorgsmaatregelen 54
Aangaande autofocus 55
Aangaande het beeldscherm van de opnamefunctie 56
Gebruiken van de optische zoeker ............................ 56
Gebruiken van de zoom ............................................. 57
Optische zoom 57
Digitale zoom 58
Gebruiken van de flitser ............................................. 60
Flitsereenheid status 62
Veranderen van de flitssterkte instelling 62
Voorzorgsmaatregelen voor de flitser 63
Gebruiken van de zelfontspanner .............................. 64
Specificeren van de beeldgrootte .............................. 66
Specificeren van de beeldkwaliteit ............................ 67
69 OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Selecteren van de scherpstelfunctie ......................... 69
Gebruik van autofocus 70
Gebruik van de macrofunctie 72
Gebruik van de oneindig-functie 73
Gebruik van handmatig scherpstellen 73
Gebruik van de scherpstelvergrendeling 74
Belichtingscompensatie (EV verschuiving) ............... 75
Bijstellen van de witbalans ......................................... 77
Handmatig configureren van de witbalans 78
Gebruiken van de BESTSHOT functie ...................... 80
Creëren van uw eigen BESTSHOT instelling 82
Combineren van shots van twee mensen tot een
enkel beeld (Coupling Shot (combinatieshot)) .......... 84
Opnemen van een onderwerp over een bestaand
achtergrondbeeld (Pre-shot (vooropname)) .............. 86
Gebruiken van de filmfunctie ..................................... 88
Gebruiken van het histogram ..................................... 90
Camera instellingen van de opnamefunctie (REC) ... 92
Specificeren van de ISO gevoeligheid 93
Selecteren van de meetfunctie 94
Gebruiken van de filterfunctie 95
Speciferen van de contourscherpte 96
Specificeren van kleurverzadiging 96
Specificeren van het contrast 97
In- en uitschakelen van het in-beeld raster 97
In- en uitschakelen van beeldcontrole 98
Toewijzen van functies aan de [] en [] toetsen 98
Specificeren van de default instellingen bij inschakelen
van de spanning 99
Terugstellen (reset) van de camera 101
INLEIDING
6
Instellen van de klok ................................................ 129
Selecteren van uw thuistijdzone 130
Instellen van de huidige tijd en datum 131
Veranderen van de datumopmaak 131
Gebruiken van wereldtijd ......................................... 132
Tonen van het wereldtijdscherm 132
Configureren van wereldtijdinstellingen 132
Configureren van de zomertijdinstellingen (DST) 133
Veranderen van de displaytaal ................................ 134
Configureren van de [ ] (REC) en
[] (PLAY) toets en spanning aan/uit functies ...... 135
Formatteren van het ingebouwde geheugen........... 136
137 GEBRUIKEN VAN EEN GEHEUGENKAART
Gebruiken van een geheugenkaart ......................... 138
Insteken van een geheugenkaart in de camera 138
Verwijderen van een geheugenkaart uit de camera 139
Formatteren van een geheugenkaart 139
Voorzorgsmaatregelen voor de geheugenkaart 140
Kopiëren van bestanden .......................................... 141
Kopiëren van alle bestanden in het ingebouwde
geheugen naar een geheugenkaart 141
Kopiëren van een specifiek bestand van een
geheugenkaart naar het ingebouwde geheugen 142
143 AFDRUKKEN VAN BEELDEN
DPOF ........................................................................ 144
Configureren van de afdrukinstellingen voor een
enkel beeld 145
Configureren van de afdrukinstellingen voor alle
beelden 146
Gebruiken van en USB DIRECT-PRINT .................. 147
PRINT Image Matching II ............................................. 149
Exif Print ................................................................... 150
151 BEKIJKEN VAN BEELDEN MET EEN
COMPUTER
Gebruik van de camera met een
Windows computer ................................................... 151
Voorzorgsmaatregelen voor de USB aansluiting 157
Gebruik van de camera met een
Macintosh computer ................................................. 157
Voorzorgsmaatregelen voor de USB aansluiting 160
Bediening die u kunt uitvoeren vanaf uw
computer .................................................................. 161
Gebruiken van een geheugenkaart om beelden
over te schrijven naar een computer ....................... 161
INLEIDING
7
Geheugendata ......................................................... 162
DCF protocol 162
Geheugenmapstructuur 163
Door de camera ondersteunde beeldbestanden 164
Voorzorgsmaatregelen voor het ingebouwde
geheugen en de geheugenkaart 165
166 GEBRUIKEN VAN DE CAMERA MET EEN
COMPUTER
Gebruik van de albumfunctie ................................... 166
Creëren van een album 166
Selecteren van een album layout 168
Configureren van gedetailleerde albuminstellingen 168
Bekijken van albumbestanden 171
Opslaan van een album 173
Installeren van de software van de CD-ROM .......... 174
Aangaande de gebundelde CD-ROM 174
Computersysteem vereisten 175
Installeren van de software van de CD-ROM in
Windows ................................................................... 177
Voorbereidingen 177
Selecteren van een taal 177
Bekijken van het Lees mij bestand 178
Installeren van een applicatie 178
Bekijken van gebruikersdocumentatie
(PDF bestanden) 179
Gebruikersregistratie 179
Verlaten van de menu applicatie 179
Installeren van software van de CD-ROM op een
Macintosh computer ................................................. 180
Installeren van software 180
Bekijken van gebruikersdocumentatie
(PDF bestanden) 181
182 APPENDIX
Menureferentie ......................................................... 182
Indicator referentie ................................................... 185
Opnamefunctie (REC) 185
Weergavefunctie (PLAY) 186
Gids voor het oplossen van moeilijkheden .............. 187
Mocht u problemen ondervinden bij het
installeren van de USB driver191
Tonen van boodschappen 192
Technische gegevens .............................................. 193
INLEIDING
8
BELANGRIJK!
De inhoud van deze gebruiksaanwijzing is onder
voorbehoud en kan zonder voorafgaande
mededeling worden veranderd.
CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen
verantwoordelijkheid voor schade of verlies
voortvloeiend uit het gebruik van deze
gebruiksaanwijzing.
CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen
verantwoordelijkheid voor verlies of eisen tot
schadevergoeding door derden die voortvloeien uit
het gebruik van de QV-R52.
CASIO COMPUTER CO., LTD. zal niet aansprakelijk
gesteld worden voor schade of verlies door u of door
derden door het gebruik van Photo Loader en of
Photohands.
CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen
verantwoordelijkheid voor schade of verlies door het
wissen van data als gevolg van een defect,
reparaties of het vervangen van de batterijen. Zorg
er altijd voor een reservekopie te maken van
belangrijke data op andere media om u in te dekken
tegen verlies.
Merk op dat de voorbeeldschermen en
productafbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing
ietwat kunnen afwijken van de schermen en
configuratie van de camera in werkelijkheid.
Het SD logo is een geregistreerd handelsmerk.
Windows, Internet Explorer en DirectX zijn
geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
Macintosh is een geregistreerd handelsmerk van
Apple Computer, Inc.
MultiMediaCard is een handelsmerk van Infineon
Technologies AG van Duitsland en onder licentie aan
MultiMediaCard Association (MMCA).
Adobe en Reader zijn ofwel geregistreerde
handelsmerken of handelsmerken van Adobe
Systems Incorporated in the US en/of andere landen.
De USB driver (massa-opslag) gebruikt Phoenix
Technologies Ltd. software.
Compatibility Software Copyright
C
1997
Phoenix Technologies Ltd., alle rechten
voorbehouden.
Namen van andere fabrikanten, producten en service
die gebruikt worden in deze gebruiksaanwijzing
kunnen ook handelsmerken of dienst merken zijn
van anderen.
Photo Loader en Photohands zijn eigendom van
CASIO COMPUTER CO., LTD. Met uitzondering van
het bovengenoemde, vallen alle auteursrechten en
andere gerelateerde rechten van deze applicaties
aan CASIO COMPUTER CO., LTD.
INLEIDING
9
Kenmerken
5 miljoen effectieve beeldpunten
De CCD voorziet in het totaal in 5,25 miljoen beeldpunten
voor een bijzonder hoge resolutie voor heldere, duidelijke
beelden en afdrukken.
2,0-inch TFT LCD kleurenscherm
12X naadloze zoom
3X optische zoom, 4X digitale zoom
9,7 MB flash-geheugen
Beelden kunnen opgenomen worden zonder gebruik van
een geheugenkaart.
Ondersteuning voor SD geheugenkaarten en MMC
(MultiMediaCard = multimedia kaart) voor
geheugenuitbreiding (pagina 137).
Gemakkelijk oversturen van beelden (paginas 151, 157)
Stuur beelden gemakkelijk over naar een computer door
de camera aan te sluiten met een USB kabel.
BESTSHOT (pagina 80)
Selecteer eenvoudigweg het voorbeelddécor dat
overeenkomt met het type beeld dat u probeert op te
nemen en de camera voert ingewikkelde instellingen
geheel automatisch uit om elke keer opnieuw mooie
beelden te maken.
Door auteursrechten opgelegde beperkingen
Behalve met als doeleinde uw eigen persoonlijke genoegen
is het kopiëren van snapshotbestanden en filmbestanden
zonder toestemming in overtreding met auteursrechten en
internationale verdragen. Het tegen vergoeding of gratis
distribueren van dergelijke bestanden aan derden via het
internet zonder toestemming van de eigenaar van de
auteursrechten is in overtreding met de wetgeving ten
aanzien van auteursrechten en internationale verdragen.
INLEIDING
10
Alarm (pagina 128)
Een ingebouwd alarm helpt u bij het zich houden aan
belangrijke afspraken en kan zelfs gebruikt worden i.p.v.
een alarmklok. U kunt zelfs een bepaald beeld laten
verschijnen op het beeldscherm wanneer de alarmtijd
bereikt wordt.
Albumfunctie (pagina 166)
Er worden automatisch HTML bestanden gegenereerd
om een album te creëren van opgenomen beelden. De
inhoud van het album kan worden bekeken en afgedrukt
m.b.v. een standaard Web browser. Beelden kunnen
tevens snel en gemakkelijk worden ingepast in Web
paginas.
Kalenderscherm (pagina 109)
Een simpele bedieningshandeling geeft een kalender met
een volledige maand weer op het beeldscherm van de
camera. Elk dag van de volledige maandkalender toont
een thumbnail van het eerste bestand dat op die datum
was opgenomen hetgeen het zoeken naar een bepaald
bestand gemakkelijker en sneller.
DCF data opslag (pagina 162)
Het DCF (Design rule for Camera File system) data
opslagprotocol voorziet in beeld compatibiliteit tussen
camera en printers.
Coupling Shot (combinatiefoto) en Pre-shot (vooropname)
(paginas 84, 86)
Coupling Shot laat u twee onderwerpen in één beeld
combineren terwijl Pre-shot u een onderwerp laat
toevoegen aan een eerder opgenomen achtergrondbeeld.
Dit betekent dat u beelden kunt aanmaken met zowel u als
uw vriend erop terwijl er niemand anders in de buurt is.
Slideshow (pagina 110)
Beelden worden één voor één weergegeven.
Drievoudige zelfontspanner (pagina 64)
De zelfontspanner kan ingesteld worden om drie maal
automatisch te werken.
Real-time histogram (pagina 90)
Een in-beeld histogram laat u de belichting bijstellen
terwijl bekijkt hoe dit de algehele beeldhelderheid
beïnvloedt, hetgeen het maken van shots bij moeilijke
belichtingsomstandigheden nu makkelijker maakt dan ooit
te voren.
Wereldtijd (pagina 132)
Door een eenvoudige bediening wordt de huidige tijd
ingesteld voor de huidige plaats. U kunt uw selectie
maken uit 162 steden in 32 tijdzones.
INLEIDING
11
Digital Print Order Format (DPOF) (pagina 144)
Beelden kunnen gemakkelijk afgedrukt worden in de
gewenste volgorde door gebruik te maken van een
DPOF-compatibele printer. DPOF kan ook gebruikt
worden voor het specificeren van beelden en
hoeveelheden door professionele
afdrukdienstverleningen.
PRINT Image Matching II Compatibel (pagina 149)
Beelden omvatten PRINT Image Matching II data (functie
instelling en andere camera instelinformatie). Een printer
die PRINT Image Matching II ondersteunt, leest deze
data en stemt het afgedrukte beeld daarop af zodat de
beelden er uit komen zoals u bedoeld had toen u ze
opnam.
USB DIRECT-PRINT ondersteuning (pagina 147)
Uw camera ondersteunt USB DIRECT-PRINT dat
ontwikkeld werd door Seiko Epson Corporation. Bij
directe aansluiting op een printer die USB DIRECT-
PRINT ondersteunt, kunt u af te drukken beelden
selecteren en het afdrukken starten vanaf de camera.
Bijgesloten met Photo Loader en Photohands (pagina 174)
Uw camera wordt geleverd met Photo Loader, de
populaire applicatie die automatisch beelden laadt van uw
camera naar uw PC. Ook is Photohands bijgesloten, een
applicatie die het retoucheren van beelden versnelt en
vergemakkelijkt.
Voorzorgsmaatregelen
Algemene voorzorgsmaatregelen
Let erop altijd de volgende belangrijke
voorzorgsmaatregelen na te leven wanneer u de QV-R52
gebruikt. Alle verwijzingen in deze gebruiksaanwijzing naar
camera verwijzen naar de CASIO QV-R52 digitale
camera.
Test voor juiste bediening voordat u de
camera gebruikt!
Voordat u de camera gaat gebruiken voor het maken
van belangrijke opnamen moet u zich er eerst van
gewissen dat de camera goed werkt en op de juiste
manier geconfigureerd is door een aantal testopnamen
te maken en de resultaten te bekijken (pagina 21).
Vermijd het gebruik tijdens het vervoer
Gebruik de camera nooit voor het opnemen of voor het
weergeven van beelden terwijl u een motorvoertuig of
ander voertuig aan het besturen bent of terwijl u aan
het lopen bent. Als u namelijk kijkt naar de monitor/de
display terwijl u zich aan het bewegen bent, creëert dit
namelijk het gevaar op een ernstig ongeluk.
INLEIDING
12
Vermijd naar de zon of een helder licht te
kijken
Kijk nooit via de zoeker van de camera naar de zon of
ander heldere lichtbron. Dit kan uw gezichtsvermogen
beschadigen.
Flitser
Gebruik de flitseenheid nooit op plaatsen waar
ontvlambaar of explosief gas aanwezig kan zijn.
Dergelijke omstandigheden brengen het gevaar op
brand en explosie met zich mee.
Richt de flitser nooit op een persoon die een
motorvoertuig aan het besturen is. Dit kan hinder
veroorzaken en het gevaar op een ongeluk met zich
meebrengen.
Gebruik de flitser nooit te dicht bij de ogen van het
onderwerp. Dit kan namelijk het gevaar op het verlies
van het gezichtsvermogen met zich meebrengen.
Displaypaneel
Oefen geen sterke druk uit op het oppervlak van het
LCD paneel en stel het niet bloot aan harde stoten.
Hierdoor kan het glas van het displaypaneel in het
ergste geval breken.
Mocht het displaypaneel ooit breuken vertonen, raak
dan nooit de vloeistof binnenin het paneel aan. Dit kan
namelijk het gevaar op brandwonden met zich
meebrengen.
Mocht de vloeistof van het displaypaneel ooit in uw
mond komen, spoel dan onmiddellijk uw mond uit en
neem contact op met uw arts.
Mocht de vloeistof van het displaypaneel ooit in uw
ogen komen, spoel dan onmiddellijk uw ogen met
schoon water voor minstens 15 minuten en neem
contact op met uw arts.
Aansluitingen
Breng nooit aansluitingen tot stand tussen deze
camera en toestellen die niet voor gebruik met deze
camera zijn gespecificeerd. Het aansluiten van een
niet-gespecificeerd toestel kan het gevaar op op brand
en elektrische schok met zich meebrengen.
Vervoer
Gebruik de camera nooit in een vliegtuig of een andere
plaats waar het gebruik van dergelijke toestellen
verboden is. Dit kan namelijk tot een ernstig ongeluk
leiden.
INLEIDING
13
Rook, abnormale geur, oververhitting en
andere eigenaardigheden
Het gebruik van de camera nadat het rook of een
vreemde geur afgeeft of bij oververhitting brengt het
gevaar op brand of een elektrische schok met zich
mee. Voer onmiddellijk de volgende stappen uit
wanneer één van de bovenstaande symptomen zich
voordoet.
1. Schakel de camera uit.
2. Gebruikt u de netadapter om de camera van
spanning te voorzien, haal dan de stekker uit het
stopcontact. Gebruikt u batterijen tot dit doeleinde,
verwijder dan de batterijen uit de camera, maar
betracht daarbij de nodige voorzichtigheid om uzelf
te beschermen tegen brandworden.
3. Neem contact op met uw dealer of met een door
CASIO erkende onderhoudswerkplaats.
Water en vreemde voorwerpen
Mochten vreemde voorwerpen, water of andere
vloeistoffen de camera binnendringen dan brengt dit
het gevaar op elektrische schok en brand met zich
mee. Voer onmiddellijk de volgende stappen uit
wanneer één van de bovenstaande symptomen zich
voordoet. Betracht de nodige voorzichtigheid bij het
gebruik van de camera buiten in de regen of sneeuw,
bij de kust of op het strand, of op andere plaatsen waar
water aanwezig is, zoals in de badkamer, enz.
1. Schakel de camera uit.
2. Gebruikt u de netadapter om de camera van
spanning te voorzien, haal dan de stekker uit het
stopcontact. Gebruikt u batterijen tot dit doeleinde,
verwijder dan de batterijen uit de camera.
3. Neem contact op met uw dealer of met een door
CASIO erkende onderhoudswerkplaats.
INLEIDING
14
Laten vallen en ruwe behandeling
Het gebruik van de camera nadat deze gevallen of ruw
behandeld is brengt het gevaar op brand of een
elektrische schok met zich mee. Voer onmiddellijk de
volgende stappen uit wanneer één van de
bovenstaande symptomen zich voordoet.
1. Schakel de camera uit.
2. Gebruikt u de netadapter om de camera van
spanning te voorzien, haal dan de stekker uit het
stopcontact. Gebruikt u batterijen tot dit doeleinde,
verwijder dan de batterijen uit de camera.
3. Neem contact op met uw dealer of met een door
CASIO erkende onderhoudswerkplaats.
Uit de buurt van vuur houden
Stel de camera nooit bloot aan open vuur waardoor hij
kan exploderen en het gevaar op op brand en
elektrische schok met zich meebrengen.
Demonteren en knutselen
Probeer de camera nooit uit elkaar te halen of er aan te
knutselen. Dit kan het gevaar op elektrische schok,
brandwonden of ander persoonlijk letsel met zich
meebrengen. Zorg er voor altijd alle interne inspecties,
onderhoud en eventuele reparaties over te laten aan de
dealer of aan de dichtstbijzijnde door CASIO erkende
onderhoudswerkplaats.
Te vermijden plaatsen
Laat de camera nooit op een plaats achter van één van
de volgende types. Dit kan namelijk het gevaar op op
brand en elektrische schok met zich meebrengen.
Op plaatsen die blootstaan aan hoge vochtigheid of
veel stof.
Op plaatsen waar voedsel bereid wordt of op andere
plaatsen waar zich een olie-achtige rook voordoet.
In de omgeving van kachels, verwarmde tapijten of
of andere plaatsen die blootstaan aan het directe
zonlicht, binnenin een gesloten voertuig of op
andere plaatsen die blootstaan aan extreme
temperaturen.
Plaats de camera nooit op een instabiele ondergrond,
op een hoge plank, enz. Hierdoor kan de camera
namelijk vallen wat kan leiden tot persoonlijk letsel.
Het maken van een kopie van belangrijke
data
Maak altijd backup kopiëen van belangrijke data in het
geheugen van de camera door dit over te sturen naar
een computer of ander opslagapparatuur voor data.
Merk op dat de data gewist kan worden wanneer de
camera defect is of voor een reparatie weggebracht
dient te worden.
INLEIDING
15
Geheugenbeveiliging
Volg voor het vervangen van de batterijen altijd de
correcte procedure zoals beschreven in de
documentatie die met de camera wordt meegeleverd.
Mochten de batterijen verkeerd geplaatst worden dan
kan dit leiden tot het verlies of de beschadiging van de
data in het camerageheugen.
Batterijen
Door verkeerd gebruik van de batterijen kunnen ze
gaan lekken, waardoor schade en roest kan ontstaan
op de plaatsen rondom waar de batterijen zich
bevinden en bestaat er ook gevaar op brand en
persoonlijk letsel. Let erop dat u de volgende
voorzorgsmaatregelen naleeft wanneer u batterijen
gebruikt.
Probeer de batterijen nooit uit elkaar te halen en sta
nooit toe dat ze kortsluiting maken.
Stel ze nooit bloot aan hitte of vuur.
Meng oude batterijen nooit met nieuwe.
Meng nooit batterijen van verschillende types.
Probeer niet-oplaadbare batterijen nooit op te laden.
Let er op dat de plus (+) en min () polen van de
batterijen bij het inleggen altijd in de juiste richting
wijzen.
Gebruikt u oplaadbare batterijen, lees dan de
paragraaf over de voorzorgsmaatregelen van de
gebruikersdocumentatie die meegeleverd wordt.
Gebruik enkel de batterijen die gespecificeerd zijn
voor gebruik met deze camera.
Verwijder de batterijen als u de camera voor langere
tijd niet gaat gebruiken.
INLEIDING
16
Alkaline batterijen
Mocht vloeistof van een alkaline batterij ooit in uw ogen
komen, neem dan de volgende stappen.
1. Spoel uw ogen met schoon water uit. Absoluut niet
wrijven!
2. Ga zo snel mogelijk naar een arts toe.
Mocht de alkaline batterijvloeistof niet onmiddellijk uit
de ogen gespoeld worden dan kan dit het verlies van
het gezichtsvermogen tot gevolg hebben.
Oplaadbare batterijen
Mocht u ooit één van de volgende omstandigheden
opmerken tijdens het gebruik, het laden of het opslaan
van batterijen, verwijder ze dan onmiddellijk uit de
camera of oplader en houd ze uit de buurt van open
vuur:
Lekken van vloeistof
Afgeven van een vreemde geur
Afgeven van hitte
Verkleuren van de batterijen
Vervormen van de batterijen
Andere abnormale omstandigheden bij de batterijen
Het in de wind slaan van één van de volgende
voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik van de
oplaadbare batterijen brengt het gevaar op
oververhitting, brand en explosie met zich mee.
Gebruik de batterijen nooit en laat hem nooit achter
bij open vuur.
Plaats de oplaadbare batterijen nooit in een
magnetron, gooi hem nooit in het vuur en stel hem
niet op andere wijze bloot aan intense hitte.
Let er op dat de oplaadbare batterijen de juiste
richting opwijzen wanneer u ze in de camera legt of
ze monteert op de los verkrijgbare oplaadeenheid.
Draag de oplaadbare batterijen nooit of berg ze
nooit op samen met voorwerpen die elektriciteit
kunnen geleiden (halskettingen, het lood in een
potlood, enz.)
Probeer de oplaadbare batterijen nooit uit elkaar te
halen, er aan te knutselen en stel ze nooit aan
harde stoten bloot.
Dompel de oplaadbare batterijen nooit onder in zoet
water of in zeewater.
Laat de oplaadbare batterijen nooit achter in het
directe zonlicht, in een auto die in de zon
geparkeerd staat of op een andere plaats die bloot
staat aan hoge temperaturen.
INLEIDING
17
Vloeistof van de oplaadbare batterijen kan uw ogen
beschadigen. Mocht vloeistof van de oplaadbare
batterijen onverhoeds toch in uw ogen komen, spoel ze
dan onmiddellijk uit met schoon leidingwater en
raadpleeg een arts.
Mochten de oplaadbare batterijen gebruikt worden door
jonge kinderen, zie er dan op toe dat een
verantwoordelijke volwassene de kinderen attent maakt
op de voorzorgsmaatregelen en op de juiste
behandeling.
Mocht vloeistof van de oplaadbare batterijen
onverhoeds op uw kleding of op uw huid komen, was
dan onmiddellijk af met schoon leidingwater. Langdurig
lichamelijk contact met vloeistof van de oplaadbare
batterijen kan leiden tot huidirritatie.
Netadapter (los verkrijgbaar)
Verkeerd gebruik van de los verkrijgbare netadapter
kan het gevaar op brand en elektrische schok met zich
meebrengen. Leef de volgende voorzorgsmaatregelen
na wanneer u de netadapter gebruikt.
Gebruik uitsluitend de los verkrijgbare netadapter
die gespecificeerd is voor deze camera.
Gebruik als stroombron een stopcontact met een
voltage tussen 100V en 240V (50/60 Hz)
wisselspanning.
Steek de stekker van het netsnoer niet in een
stopcontact of verlengsnoer dat gedeeld wordt met
andere apparaten.
Verkeerd gebruik van de los verkrijgbare netadapter
kan het beschadigen hetgeen het gevaar op brand en
elektrische schok met zich mee kan brengen. Leef de
volgende voorzorgsmaatregelen na wanneer u de
netadapter gebruikt.
Plaats geen zware voorwerpen op de netadapter en
houd hem uit de buurt van warmtebronnen.
Knutsel nooit aan de netadapter en buig hem niet.
Draai het netsnoer niet en trek er er niet te hard
aan.
Mocht het netsnoer of de stekker van de netadapter
beschadigd raken neem dan contact op met uw
dealer of de dichtstbijzijnde door CASIO erkende
onderhoudswerkplaats.
INLEIDING
18
Gebruik de netadapter waar deze niet nat kan worden.
Water breng het risico op brand en elektrische schok
met zich mee.
Plaats geen vaas of andere bak met vloeistof bovenop
de netadapter. Water breng het risico op brand en
elektrische schok met zich mee.
Raak de netadapter nooit met natte handen aan. Dit
kan namelijk gevaar op elektrische schok met zich
meebrengen.
Verkeerd gebruik van de los verkrijgbare netadapter
kan het gevaar op brand en elektrische schok met zich
meebrengen. Leef de volgende voorzorgsmaatregelen
na wanneer u de netadapter gebruikt.
Plaats het netsnoer nooit in de buurt van een kachel
of andere verwarmingsapparatuur.
Bij het verbreken van de aansluiting, dient u altijd de
stekker van het netsnoer van de oplaadeenheid
beet te pakken. Trek nooit aan het snoer om de
stekker er uit te trekken.
Steek de stekker zover mogelijk in het stopcontact.
Haal de stekker van de netadapter uit het
stopcontact wanneer u de camera voor langere tijd
ongebruikt achter laat, zoals wanneer u op reis
gaat, enz.
Trek de netadapter minstens eens per jaar uit het
stopcontact en reinig het gedeelte bij de stekers van
de stekker om eventueel stof te verwijderen.
Levensduur van de batterijen
De levensduur van de batterijen zoals aangegeven in
de gebruiksaanwijzing zijn benaderingen van de tijd
totdat de stroom uitvalt, gebaseerd op het gebruik van
aanbevolen merken bij een temperatuur van 23°C en
zijn geen garantie dat de batterijen u de aangegeven
levensduur inderdaad zullen verstrekken. De feitelijke
levensduur van de batterijen hangt nauw samen met
het merk van de batterijen, de productiedatum en de
omgevingstemperatuur.
Als u de camera ingeschakeld laat kan dit de batterijen
uitputten en de lege batterijwaarschuwing doen
verschijnen. Houd de camera uitgeschakeld wanneer u
deze niet gebruikt.
Soms kan de camera zichzelf uitschakelen als de lege
batterijwaarschuwing verschijnt. Mocht dit gebeuren
dan dient u beide batterijen onmiddellijk te vervangen.
Blijven bijna lege of geheel uitgeputte batterijen in de
camera dan kunnen ze gaan lekken en tevens het
beschadigen van de data tot gevolg hebben.
Hoewel u alkaline batterijen kunt gebruiken wanneer
geen andere types batterijen beschikbaar zijn, dient u
op te merken dat de levensduur van alkaline batterijen
nogal kort zal zijn. Het wordt aanbevolen oplaadbare
nikkelmetaal hydride batterijen te gebruiken.
INLEIDING
19
Voorzorgsmaatregelen bij data
foutlezingen
Uw digitale camera is vervaardigd met digitale precisie-
onderdelen. Bij elk van de volgende omstandigheden
bestaat het gevaar op de beschadiging van data in het
bestandgeheugen.
Het verwijderen van de batterijen of de geheugenkaart
uit de camera of het aansluiten van de USB kabel op
de camera terwijl de camera bezig is met opnemen of
zich toegang aan het verschaffen is tot het geheugen.
Het verwijderen van de batterijen of de geheugenkaart
van de camera of het aansluiten van de USB kabel op
de camera terwijl de bedrijfsindicator nog steeds
knippert nadat u de camera uit had geschakeld.
Het verbreken van de aansluiting tussen de USB kabel
of de netadapter en de camera terwijl
datacommunicatie plaatsvindt via de USB kabel.
Laag batterijvermogen
*Merk op dat als u zwakke batterijen blijft gebruiken dat
er toe kan leiden dat er problemen optreden bij de
camera. Vervang de batterijen door nieuwe bij de
eerste tekenen van een laag vermogen.
Andere abnormale omstandigheden
Elk van de bovengenoemde omstandigheden kan er toe
leiden dat een foutlezing op het scherm verschijnt (pagina
192). Volg de aanwijzingen in de melding om de oorzaak
van de foutlezing te elimineren.
Voorwaarden voor juiste werking
Deze camera is ontworpen voor gebruik bij temperaturen
tussen 0°C en 40°C. Wanneer de met de camera
meegeleverde alkaline batterijen gebruikt worden, kan de
camera mogelijk niet werken bij temperaturen beneden
5°C onder bepaalde omstandigheden (de hoeveelheid tijd
dat de batterijen opgeslagen zijn geweest voor het
gebruik, de bedrijfstemperatuur, de opnamecondities,
enz.). Daarom wordt het gebruik van oplaadbare
nikkelmetaal hydride batterijen aanbevolen.
Gebruik de camera niet en berg hem niet op op de
volgende plaatsen.
Op plaatsen die blootstaan aan het directe zonlicht.
Op plaatsen die blootstaan aan hoge vochtigheid of
veel stof.
In de omgeving van airconditionings, kachels of
andere plaatsen die blootstaan aan extreme
temperaturen.
Binnenin een gesloten voertuig, in het bijzonder
wanneer deze in de zon geparkeerd staat.
Op plaatsen die blootstaan aan sterke trillingen.
INLEIDING
20
Condens
Wanneer u de camera binnen brengt op een koude dag of
op een andere manier blootstelt aan plotselinge
veranderingen in temperatuur, bestaat de mogelijkheid
dat condens zich kan gaan vormen op de buitenkant of op
de inwendige componenten. Condens kan defectieve
werking veroorzaken zodat u moet vermijden dat de hij
blootstaat aan omstandigheden die condens kunnen
veroorzaken.
Om te voorkomen dat condens überhaupt gevormd wordt,
dient u de camera in een plastic tas te plaatsen voordat u
hem naar een plaats brengt die veel warmer of kouder is
dan de huidige plaats. Laat de camera in de plastic tas
totdat de lucht in de tas de kans heeft gekregen om
dezelfde temperatuur als die van de nieuwe plaats heeft
bereikt. Mocht condens zich toch gevormd hebben,
verwijder dan de batterijen uit de camera en laat het
batterijencompartimentdeksel voor enkele uren open.
Lens
Oefen nooit te veel kracht uit bij het reinigen van het
oppervlak van de lens. Word dit toch gedaan, dan kan de
lens bekrast raken en defecten worden veroorzaakt.
Vingerafdrukken, stof en anderszins bevuilen van de lens
kan op de juiste manier opnemen belemmeren. Raak de
lens nooit met de vingers aan. U kunt stofdeeltjes van de
lens verwijderen met een lensblazer. Veeg vervolgens het
oppervlak van de lens af met een zachte lensdoek.
Overige
Tijdens het gebruik kan de camera ietwat warm worden.
Dit duidt niet op een defect.
Als de buitenkant van de camera gereinigd dient te
worden, veeg deze dan af met een zachte, droge doek.
SNELSTARTGIDS
21
SNELSTARTGIDS
Leg de batterijen in de camera
1.
Leg de meegeleverde batterijen van maat AA in de camera. (pagina 34).
U kunt ook los in de handel verkrijgbare oplaadbare nikkel-metaalhydride batterijen (HR-3UA of HR-3UB) of
lithiumbatterijen van maat AA gebruiken om de camera van stroom te voorzien.
31
2
SNELSTARTGIDS
23
3.
Selecteer de “REC” (opname) tab m.b.v. [] en [].
4.
Selecteer “REC Mode” (opnamefunctie) m.b.v. [] en
[] en druk dan op [].
5.
Selecteer “ Snapshot” m.b.v. [] en [] en druk
dan op [SET].
Hierdoor verschijnt “ ” (Snapshot mode = snapshotfunctie)
op het beeldscherm.
6.
Richt de camera op het onderwerp, gebruik het
beeldscherm of de zoeker om het beeld te
componeren en druk daarna de sluitertoets half in.
Bij het verkrijgen van een juiste scherpstelling wordt het
scherpstelkader groen terwijl de groene bedrijfsindicator gaat
branden.
7.
Houd de camera stil en druk de sluitertoets
voorzichtig geheel in.
Opnemen van een beeld
(Zie pagina 50 voor details.)
7
2
6
1200
1200
1600
1600
NORMAL
NORMAL
99
99
04
04
/12
12
/24
24
12
12
:58
58
IN
1 / 1000
1 / 1000
F2.6
F2.6
1
3,4,5
Groene
bedrijfsindictator
Scherpstelkader
Snapshotfunctie icoon
1.
Druk op [ ] (REC).
2.
Druk op [MENU]
SNELSTARTGIDS
24
1.
Druk op [ ] (PLAY).
2.
Druk op [] ( ).
3.
Gebruik [] en [] om het beeld te tonen dat u wilt
wissen.
4.
Gebruik [] en [] om Delete (wissen) te selecteren.
Selecteer Cancel (annuleren) om de beeldwisfunctie te
verlaten zonder iets uit te wissen.
5.
Druk op [SET] om het beeld te wissen.
Wissen van een beeld
(Zie pagina 116 voor details.)
2, 3, 4, 5
1
1.
Druk op [ ] (PLAY).
2.
Gebruik [] en [] om door de
beelden te bladeren.
1
2
Bekijken van een opgenomen beeld
(Zie pagina 102 voor details.)
VOORBEREIDINGEN
25
VOORBEREIDINGEN
Dit hoofdstuk bevat informatie die u dient te weten
aangaande het gebruik van de camera en wat u dient te
doen voordat u daaraan gaat beginnen.
Betreffende deze gebruiksaanwijzing
Dit hoofdstuk bevat informatie over de afspraken die in
deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt.
Terminologie
De volgende tabel definiëert de terminologie die in deze
gebruiksaanwijzing wordt gebruikt.
Deze term wordt in deze
gebruiksaanwijzing gebruikt:
camera
bestandgeheugen
batterijen
Betekenis:
De CASIO QV-R52 digitale
camera
De plaats waar de camera
op het ogenblik beelden
opslaat die u opneemt
(pagina 50)
De alkaline batterijen van
maat AA
Toetsbediening
De bediening van toetsen wordt aangegeven door de
toetsnaam binnen haakjes ([ ]).
In-beeld tekst
De in-beeld tekst wordt altijd door dubbele
aanhalingstekens ( ) omsloten.
Bestandgeheugen
De term bestandgeheugen in deze gebruiksaanwijzing is
een algemene term die slaat op de huidige plaats waar uw
camera de beelden die u opneemt aan het opslaan is. Dit
kan één van de volgende drie lokaties betreffen.
Het ingebouwde flash-geheugen van de camera
Een SD geheugenkaart die in de camera geladen is
Een MultiMediaCard die in de camera geladen is
Zie pagina 162 voor meer informatie aangaande hoe de
camera beelden opslaat.
VOORBEREIDINGEN
26
Algemene gids
De volgende afbeeldingen tonen de namen van elk component, elke toets en elke schakelaar op de camera.
Voorkant Achterkant
7
5
8
6
1234
1Sluitertoets
2Spanningstoets
3Flitser
4Zoeker
5Aansluitingsdeksel
6Zelfontspanningsindicator
7Lens
8[USB] poort
I
B
9:ACD
E
KJHG
F
9Zoeker
:Bedrijfsindicator
ADruk op [ ] (PLAY)
BDruk op [ ] (REC)
CZoomregelaar
DAansluitingsdeksel
EPolsriemring
F[DC IN 3V]
(3V gelijkspanningsingang)
G[][][][] toetsen
HDisplaytoets [DISP]
IInsteltoets [SET]
J[MENU] toets
KBeeldscherm
VOORBEREIDINGEN
27
Achterkant
ML
LBatterijencompartimentdeksel
MStatiefschroefgat
Gebruik dit gat bij montage van een statief.
O
N
NGeheugenkaartsleuf
OBatterijencompartiment
VOORBEREIDINGEN
28
Inhoud van het beeldscherm
Het beeldscherm houd u via verschillende indicatoren en iconen op de hoogte van de status van uw camera.
Merk op dat de voorbeeldschermen in dit hoofdstuk enkel dienen ter illustratie. Ze komen niet precies overeen met de inhoud
van het scherm dat geproduceerd wordt door de camera.
Opnamefunctie (REC) 1Flitserfunctie indicator (pagina 60)
Geen Automatisch
Flitser uit
Flitser aan
Vermindering van het rode ogen effect
Als de camera signaleert dat de flitser
gebruikt moet worden terwijl automatisch
flitsen geselecteerd is, verschijnt de flitser
aan indicator wanneer de sluitertoets
halverwege wordt ingedrukt.
2Scherpstelfunctie indicator
(pagina 69)
Geen Autofocus
Macro
Oneindig
Handmatig
3Witbalansindicator (pagina 77)
Geen Automatisch
Daglicht
Schaduw
Gloeilamp
TL-verlichting
Handmatig
4Zelfontspanner (pagina 64)
Geen 1-beeld
10
s
Zelfontspanner 10 sec.
2
s
Zelfontspanner 2 sec.
x3Drievoudige zelfontspanner
5Opnamefunctie (REC) (pagina 50)
Snapshot
BESTSHOT
Film
6Meetfunctie indicator (pagina 94)
Multi-patroon meten
Centrum-georiënteerd meten
Puntmeten
7Geheugencapaciteit (paginas 88,
194)
(resterend aantal beelden dat kan worden
opgeslagen)
Filmopname: Resterende capaciteit
2 7
A
C
341
B
0
9
8
6
E
D
5
VOORBEREIDINGEN
29
1Digitale zoomindicator (pagina 58)
2Sluitersnelheidswaarde (pagina 53)
Bij een lensopening of sluitersnelheid die buiten het bereik ligt, wordt de
corresponderende waarde in het beeldscherm oranje.
3Lensopening (pagina 53)
4ISO gevoeligheid (pagina 93)
5Zoomindicator (pagina 58)
De linkerkant geeft optische zoom aan.
De rechterkant geeft digitale zoom aan.
8Beeldformaat (pagina 66)
2560 ×1920 beeldpunten
2560 ×1712 (3:2) beeldpunten
2048 ×1536 beeldpunten
1600 ×1200 beeldpunten
1280 ×960 beeldpunten
640 ×480 beeldpunten
Filmopname: Opnametijd
(seconden)
9Kwaliteit (pagina 67)
FINE (Fijn )
NORMAL (Normaal)
ECONOMY (Economisch)
0Ingebouwd geheugen
ingesteld voor data
opslag.
Geheugenkaart
geselecteerd voor data
opslag.
(pagina 137)
1
5
2
4
3
ADatum en tijd
(pagina 129)
BEV waarde (pagina 75)
CBatterijcapaciteit
(pagina 35)
DHistogram (pagina 90)
EScherpstelbeeld
(pagina 53)
Scherpstellen voltooid: groen
Scherpstelstoring: rood
VOORBEREIDINGEN
30
Weergavefunctie (PLAY) 1
Weergavefunctie (PLAY)
bestand type
Snapshot
Film
2Beeldbeveiligingindicator
(pagina 119)
3Mapnummer/bestandnummer
(pagina 118)
Voorbeeld: Wanneer een bestand dat
CIMG0023.JPG opgeslagen is in
een
map die 100CASIO heet
100-0023
Mapnaam Bestandnaam
4Beeldformaat (pagina 66)
2560 ×1920 beeldpunten
2560 ×1712 (3:2) beeldpunten
2048 ×1536 beeldpunten
1600 ×1200 beeldpunten
1280 ×960 beeldpunten
640 ×480 beeldpunten
Filmweergave: Verstreken weergavetijd
5Kwaliteit (pagina 67)
FINE (Fijn )
NORMAL (Normaal)
ECONOMY (Economisch)
6Ingebouwd geheugen ingesteld voor
data opslag.
Geheugenkaart geselecteerd voor data
opslag.
(pagina 137)
7Sluitersnelheidswaarde (pagina 53)
8Lensopening (pagina 53)
9ISO gevoeligheid (pagina 93)
0Datum en tijd (pagina 129)
AWitbalansindicator (pagina 77)
AWB
Automatisch
Daglicht
Schaduw
Gloeilamp
TL-verlichting
Handmatig
BFlitserfunctie indicator (pagina 60)
Flitser aan
Flitser uit
Vermindering van het rode ogen effect
COpnamefunctie (REC) (pagina 50)
Snapshot
BESTSHOT
DBatterijcapaciteit (pagina 35)
EHistogram (pagina 90)
FEV waarde (pagina 75)
12 3
E
ABC
4
0
7
F
9
8
6
5
D
VOORBEREIDINGEN
32
Indicators
Middels de kleur en status (brandend of knipperend) van
de indicators wordt u op de hoogte gehouden van de
huidige status van de camera. Zie Indicator referentie op
pagina 185 voor details.
Groene bedrijfsindicatorZelfontspannerindicator
Rode bedrijfsindicator
Vastmaken van de polsriem
Maak de polsriem vast aan de polsriemstang zoals
aangegeven in de afbeelding.
BELANGRIJK!
Zorg ervoor de polsriem om uw pols te houden
wanneer u de camera aan het gebruiken bent om te
voorkomen dat hij onverhoeds valt.
De meegeleverde polsriem is enkel bedoeld voor
gebruik met deze camera. Gebruik de polsriem niet
voor andere toepassingen.
Gebruik de polsriem nooit om de camera mee rond
te zwaaien.
VOORBEREIDINGEN
33
Spanningsvereisten
Uw camera is voorzien van twee-wegs stroomvoorziening
waardoor u hem kunt laten werken op batterijen maat AA of
op stroom van het lichtnet. Er wordt een setje oplaadbare
alkaline batterijen maat AA meegeleverd met de camera.
De andere items die hieronder worden vermeld zijn
afzonderlijk verkrijgbaar.
Batterijen
Twee alkaline batterijen maat AA: LR6 (meegeleverd)
Twee oplaadbare nikkelmetaal
hydride batterijen maat AA
: HR-3UA (nominale capaciteit 2100mAh)
HR-3UB (nominale capaciteit 2300mAh)
Twee lithium batterijen maat AA: FR6
Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd als u
een ander type batterijen gebruikt dan het hierboven
beschreven type.
Wanneer de camera werkt op alkaline batterijen maat AA
(LR6), kan de camera mogelijk in het geheel niet werken
bij temperaturen van 5°C of lager.
Zorg ervoor de oplaadbare nikkel-metaalhydride
batterijen HR-3UA of HR-3UB die geproduceerd
worden door Sanyo Electric Co., Ltd. te gebruiken
om de camera van stroom te voorzien. Bij het
gebruik van andere batterijen wordt een juiste
werking niet gegarandeerd. Voor het opladen van de
batterijen dient u alleen een oplaadeenheid te
gebruiken die specifiek voor HR-3UA of HR-3UB
batterijen wordt aanbevolen.
Lichtnet/stopcontact
Netadapter: AD-C30
VOORBEREIDINGEN
34
BELANGRIJK!
Gebruik enkel alkaline batterijen (LR6), lithium
batterijen (FR6) of oplaadbare nikkel-metaalhydride
batterijen (type HR-3UA of HR-3UB, pagina 33) om
deze camera van stroom te voorzien.
Verwijderen van de batterijen uit de
camera
1.
Schuif het batterijen-
compartimentdeksel
aan de onderkant van
de camera in de door
de pijl aangegeven
richting en open het
dan.
2.
Kantel de camera
langzaam totdat de
batterijen er uit komen
glijden.
Let er op dat u de
batterijen niet laat vallen.
Inleggen van de batterijen
1.
Schakel de camera uit.
2.
Schuif het batterijen-
compartimentdeksel
aan de onderkant van
de camera in de door
de pijl aangegeven
richting en open het
dan.
3.
Leg de batterijen in
zoals aangegeven in
de afbeelding.
4.
Blijf drukken op het
door de pijl in de
afbeelding aangegeven
punt en schuif het
batterijen-
compartimentdeksel
vervolgens dicht.
VOORBEREIDINGEN
35
Lege batterijenindicator
Het volgende toont hoe de batterijcapaciteitindicator op
het beeldscherm verandert naarmate meer stroom van de
oplaadbare batterijen verbruikt wordt. De indicator
betekent dat de resterende batterijspanning laag is. Merk
op dat u geen beelden kunt opnemen als de batterijen
indicator is. Vervang batterijen onmiddellijk wanneer
één van beide indicators verschijnt.
Oplaadniveau Hoog Laag
Indicator
Richtlijnen voor de gebruiksduur van de
oplaadbare batterijen
De waarden in de richtlijnen t.a.v. de gebruiksduur van de
batterijen die hieronder worden gegeven, geven de
hoeveelheid tijd aan bij de voorwaarden die vermeld staan
onder de tabel totdat de spanning automatisch
uitgeschakeld wordt doordat de batterijen leeg is. Deze
richtlijnen zijn echter geen garantie dat de batterijen
inderdaad de aangegeven gebruiksduur zullen verstrekken.
Lage temperaturen en een doorlopend gebruik zullen de
gebruiksduur verminderen.
Oplaadbare
nikkelmetaal
hydride
batterijen
240 fotos
(120 minuten)
900 fotos
(150 minuten)
250 minuten
Alkaline
batterijen
(LR6)
50 fotos
(25 minuten)
240 fotos
(40 minuten)
130 minuten
Bewerking
Aantal fotos
(CIPA standaard)*1
(werkingstijd)
Aantal fotos,
doorlopende
opname*2
(werkingstijd)
Doorlopende
weergave van
Snapshots*3
Alkaline
batterijen
(MX1500
(AA))
90 fotos
(45 minuten)
270 fotos
(45 minuten)
120 minuten
Merk op dat de indicator voor het batterijniveau van het
ene naar het andere niveau verandert afhankelijk van de
karakteristieken van de batterij (dat type en dat merk) die
gebruikt wordt.
VOORBEREIDINGEN
37
Levensduur van alkaline batterijen
De feitelijke levensduur van alkaline batterijen hangt
samen met een grote hoeveelheid factoren waaronder het
merk van de batterij, de hoeveelheid tijd dat de batterijen
opgeslagen waren in het winkelmagazijn voordat u ze
gebruikte, de omgevingstemperatuur tijdens het opnemen
en fotografische omstandigheden. Daarom wordt het
gebruik van lithiumbatterijen of nikkelmetaal hydride
batterijen aanbevolen die langer meegaan dan alkaline
batterijen.
Bij het gebruik van alkaline batterijen kan het
herhaaldelijk in- en uitschakelen van de spanning van de
camera de levensduur van de batterijen verkorten.
Bij het gebruik van alkaline batterijen kan het gebruik van
de camera bij koude temperaturen zoals hieronder
beschreven de levensduur van de batterijen verkorten.
Voorbeeld: Va. 28 foto’s bij het maken van foto’s bij een
temperatuur van 5°C
Bij gebruik van MX1500 (AA) DURACELL ULTRA alkaline
batterijen, met beeldscherm aan, zoomen tussen
groothoek en volledige telefoto elke 30 seconden waarbij
telkens twee beelden worden opgenomen met flits en de
spanning wordt in- en uitgeschakeld na elke 10 foto’s die
zijn gemaakt.
Merk op dat de bovenstaande waarde voor het aantal
foto’s een benadering is en enkel ter referentie worden
gegeven. Er is garantie en het wordt ook niet gesuggeerd
dat u een bepaald prestatievermogen kunt verkrijgen bij
de hier boven beschreven condities. De karakteristieken
van de alkaline batterijen die gebruikt worden en
bepaalde omstandigheden tijdens het gebruik kunnen er
de oorzaak van zijn dat de camera mogelijk niet kan
werken bij temperaturen beneden 5°C.
De weergavefunctie (PLAY) heeft minder spanning nodig
dan de opnamefunctie (REC). Mocht u problemen
ondervinden bij het inschakelen van de camera tijdens de
opnamefunctie (REC) probeer dan hetzelfde tijdens de
weergavefunctie (PLAY).
VOORBEREIDINGEN
38
Voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van
de batterijen
Door verkeerd gebruik van de batterijen kunnen ze gaan
lekken, waardoor schade en roest kan ontstaan op de
plaatsen rondom waar de batterijen zich bevinden en
bestaat er ook gevaar op brand en persoonlijk letsel. Let
erop dat u de volgende voorzorgsmaatregelen naleeft
wanneer u batterijen gebruikt.
Let er op dat de plus (+) en min () polen van de
batterijen bij het inleggen altijd in de juiste richting wijzen.
Meng oude batterijen nooit met nieuwe.
Meng nooit batterijen van verschillende merken.
Gebruik enkel de batterijen die gespecificeerd zijn voor
gebruik met deze camera.
Probeer de batterijen nooit uit elkaar te halen en vermijd
omstandigheden waarin de twee uiteinden contact
kunnen maken met elkaar (kortsluiting). Stel de batterijen
nooit bloot aan hitte of vuur.
Lege batterijen kunnen gaan lekken hetgeen ernstige
schade aan uw camera kan veroorzaken. Verwijder de
batterijen uit de camera zodra u bemerkt dat ze leeg zijn.
Verwijder de batterijen uit de camera als u van plan bent
deze voor meer dan twee weken niet te gebruiken.
De batterijen die de camera van spanning voorzien wordt
tijdens het gebruik gewoonlijk warm.
Het gebruik van oplaadbare batterijen
Wanneer u oplaadbare batterijen gebruikt, zorg er dan voor
oplaadbare nikkel-metaalhydride batterijen van het HR-
3UA of HR-3UB type die geproduceerd worden door
SANYO Electric Co., Ltd. te gebruiken om de camera van
stroom te voorzien.
BELANGRIJK!
Gebruik nooit twee batterijen van verschillende
merken, verschillende ouderdom of verschillende
oplaadniveaus door elkaar. Dat kan leiden tot een
kortere levensduur van de batterijen en de camera
zelfs beschadigen.
Batterijen kunnen niet worden opgeladen als ze in de
camera gelegd zijn.
VOORBEREIDINGEN
39
Verversen van oplaadbare batterijen
Batterijen kunnen hun vermogen verliezen om goed
opgeladen te worden wanneer u ze voor langere tijd niet
gebruikt heeft of wanneer u ze herhaaldelijk oplaadt. Mocht
dit gebeuren dan kunt u de capaciteit van de batterij
mogelijk herstellen door de volgende bewerking voor
“verversing van de batterijen” uit te voeren om de batterijen
volledig te ontladen.
1. Leg de batterijen in de camera.
2. Druk op de spanningstoets terwijl u de [MENU] toets
ingedrukt houdt. Hierdoor zou het ‘firmware versie’
scherm op het beeldscherm moeten verschijnen.
3. Laat de camera ingeschakeld staan totdat de batterijen
leeg zijn en de camera zelf uitgeschakeld wordt.
De bewerking voor het verversen van de batterijen kan
wel vier uur in beslag nemen. De werkelijke
hoeveelheid die nodig is hangt af van de conditie van
de batterijen.
4. Verwijder de batterijen nadat de camera uitgeschakeld is
en laad ze daarna op.
BELANGRIJK!
Door het uitvoeren van deze verversingsbewerking
wordt het oplaadniveau van de batterijen tot vrijwel
nul gereduceerd. Laad nooit ‘verversde’ batterijen in
de camera zonder ze eerst te hebben opgeladen.
Hoewel de spanning van de camera misschien wel
even aan gaat wanneer verversde onopgeladen
batterijen worden ingelegd, kan de spanning
plotseling uitvallen met de lens in uitgetrokken
toestand of aan ander ongelukje kan zich voordoen.
U hoeft de bovenstaande bewerking niet uit te
voeren telkens wanneer u de batterijen oplaadt. Voer
deze bewerking enkel uit wanneer u denkt dat de
gebruikstijd van de batterijen na het opladen steeds
korter wordt. Merk op dat op een gegeven ogenblik
de bovenstaande bewerking de batterijen niet langer
verversen kan. Mocht dat het geval zijn dan betekent
dat gewoon dat de oplaadbare echt het loodje
hebben gelegd en het einde van hun levensduur
hebben bereikt. U zult dan nieuwe oplaadbare
batterijen moeten aanschaffen.
De bovenstaande procedure en opmerkingen zijn
alle gebaseerd op het gebruik van oplaadbare nikkel-
metaalhydride batterijen HR-3UA of HR-3UB die
geproduceerd worden door Sanyo Electric Co., Ltd..
Bij het gebruik van andere merken en typen
batterijen wordt een juiste werking niet
gegarandeerd.
VOORBEREIDINGEN
40
Werking op netspanning
U dient de los verkrijgbare netadapter (AD-C30) aan te
schaffen om de camera op netspanning te laten werken.
1.
Sluit het netsnoer aan op de netadapter.
2.
Open het aansluitingsdeksel en sluit de
netadapter aan op de aansluiting die
aangeduid wordt als [DC IN 3V] (3V
gelijkspanningsingang).
3.
Steek de netstekker in het stopcontact.
Stekker
Aansluitingsdeksel
[DC IN 3V]
(3V gelijkspanningsingang)
Netsnoer
Netadapter
VOORBEREIDINGEN
41
Voorzorgsmaatregelen voor de adapter
Schakel altijd de spanning van de camera uit voordat u
de aansluiting met de netadapter tot stand brengt of
verbreekt.
Schakel altijd de spanning van de camera uit voordat u
de aansluiting met de netadapter verbreekt zelfs als er
batterijen geïnstalleerd zijn in de camera. Doet u dat niet
dan zal de camera zichzelf automatisch uitschakelen
wanneer u de aansluiting met de netadapter verbreekt.
Daarnaast loopt u ook gevaar dat de camera beschadigd
raakt als u de aansluiting van de netadapter verbreekt
zonder eerst de spanning uitgeschakeld te hebben.
Na lang gebruik kan de netadapter warm worden. Dit is
normaal en geen reden tot ongerustheid.
Schakel de camera uit en trek de netadapter uit het
stopcontact na gebruik van de camera.
De camera schakelt automatisch over naar werking op
netspanning wanneer de netadapter op de camera
aangesloten wordt.
Gebruik altijd de netadapter om de camera van stroom te
voorzien wanneer deze op een PC aangesloten is.
Bedek de netadapter nooit met een plait, een deken of
een andere afdekking. Dit breng namelijk het gevaar op
brand met zich mee.
Gebruiken van de netadapter in het
buitenland
De meegeleverde netadapter is ontworpen voor gebruik
met elke voedingsbron van 100V tot 240V
wisselspanning. Gebruikt u de netadapter in het
buitenland dan is het uw eigen verantwoordelijkheid om
een netsnoer aan te schaffen waarvan de stekker past bij
de stopcontacten van het land van bestemming.
VOORBEREIDINGEN
42
LET OP
Door op de [ ] toets (REC) te drukken om de
camera in te schakelen wordt de opnamefunctie
(REC) ingeschakeld terwijl de weergavefunctie
(PLAY) ingeschakeld wordt bij indrukken van de [ ]
(PLAY) toets.
Door tijdens de opnamefunctie (REC) op de [ ]
(PLAY) toets te drukken wordt overgeschakeld naar
de weergavefunctie (PLAY). De lens wordt ongeveer
10 seconden na het overschakelen naar de andere
functie ingetrokken.
BELANGRIJK!
Als de spanning van de camera uitvalt door de
automatische stroomonderbrekingsfunctie, druk dan
op de spanningstoets, de [ ] (REC) toets of de
[] (PLAY) toets om de spanning opnieuw in te
schakelen.
Door op de spanningstoets of op de [ ] (REC)
(opname) toets te drukken om de camera in te
schakelen zal de lens (het objectief) bewegen tot de
uitgetrokken toestand. Let er op dat er niets in de weg
zit van de lens (het objectief) zodat deze wordt geraakt
terwijl hij zich beweegt tot de uitgetrokken toestand.
Spanningstoets
Groene bedrijfsindicator
[] (PLAY) (weergave)
[] (REC) (opname)
In- en uitschakelen van de camera
Inschakelen van de camera
Druk op de spanningstoets, de [ ] (REC) toets of de [ ]
(PLAY) toets. Hierdoor gaat de groene bedrijfsindicator
tijdelijk branden waarna de spanning ingeschakeld wordt.
De functie van de camera hangt af van welke toets u
indrukt om hem in te schakelen.
Druk deze toets in om de camera in
te schakelen:
Spanningstoets of [ ] (REC)
(opname) toets
[] (PLAY) (weergave) toets
Om deze functie in te
schakelen bij het starten:
REC (opname)
PLAY (weergave)
VOORBEREIDINGEN
43
Configureren van de
stroomspaarinstellingen
U kunt de hieronder beschreven instellingen configureren
om baterijstroom te besparen.
Sleep (Sluimer) :
Schakelt automatisch het beeldscherm uit als als u
geen bediening uitvoert voor een bepaalde tijd tijdens
de opnamefunctie (REC). Het beeldscherm wordt
opnieuw ingeschakeld als u op willekeurig welke toets
drukt.
Auto Power Off (Automatische stroomonderbreker) :
Schakel de spanning uit als u geen bediening uitvoert
voor een bepaalde tijd.
1.
Schakel de camera in.
2.
Druk op [MENU].
3.
Selecteer de Set Up (instelling) tab m.b.v.
[] en [].
4.
Selecteer m.b.v. [] en [] de functie waarvan
u de instelling wilt configureren en druk
daarna op [].
Uitschakelen van de camera
Druk op de spanningstoets om de camera uit te schakelen.
LET OP
U kunt de camera zodanig instellen dat deze niet
ingeschakeld wordt wanneer u op de [ ] (REC) of
[] (PLAY) toets drukt of dat deze uitgeschakeld
wordt wordt wanneer u op de [ ] (REC) of [ ]
(PLAY) toets drukt. Zie Configureren van de [ ]
(REC) en [ ] (PLAY) toets en spannings aan/uit
functies op pagina 135 voor details.
VOORBEREIDINGEN
44
Gebruik van de in-beeld menus
Bij indrukken van de [MENU] toets worden menus
verkregen op het beeldscherm die u kunt gebruiken voor
het uitvoeren van verschillende bedieningshandelingen.
Het menu dat verschijnt hangt af van of de opnamefunctie
(REC) of de weergavefunctie (PLAY) ingeschakeld is. Het
volgende toont een voorbeeld van bediening van een menu
dat gebruikt wordt tijdens de opnamefunctie (REC).
1.
Druk op de spanningstoets of op [ ] (REC).
Wilt in in plaats daarvan de weergavefunctie (PLAY)
inschakelen, druk dan op [ ] (PLAY) (weergave).
[ ]
Spanningstoets
[ ]
5.
Verander m.b.v. [] en [] de momenteel
geselecteerde instelling en druk daarna op
[SET].
Er zijn vier sluimer instellingen beschikbaar: 30 sec,
1 min, 2 min en Off (uit).
Er zijn twee automatisch stroomonderbreker
instellingen beschikbaar: 2 min en 5 min.
Merk op dat de sluimerfunctie niet werkt tijdens de
weergavefunctie (PLAY).
Het beeldscherm wordt onmiddellijk weer
ingeschakeld als op een willekeurige toets wordt
gedrukt terwijl de sluimerfunctie ingeschakeld is.
De automatisch stroomonderbreker en de
sluimerfunctie werken niet in de volgende gevallen.
Terwijl de camera aangesloten is op een
computer via de USB kabel.
Tijdens het weergeven van een film
Zie Gebruik van de in-beeld menus hierna voor
informatie hoe de menus worden gebruikt.
Configureren van deze functie:
Sleep (sluimer)
Auto Power Off
(automatische
stroomonderbreker)
Selecteer deze instelling:
Sleep (sluimer)
Auto Power Off
(automatische
stroomonderbreker)
VOORBEREIDINGEN
45
Bediening van het menubeeldscherm
Wanneer u dit wilt doen:
Beweeg heen en weer tussen
tabs
Beweeg van de tab naar de
instellingen
Beweeg van de instellingen
naar de tab
Beweeg heen en weer tussen
instellingen
Toon de opties die
beschikbaar zijn voor de
instelling
Selecteer een optie
Voer de instelling uit en verlaat
het menuscherm
Voer de instelling uit en ga
terug naar de tabselectie
Verlaat het menubeeldscherm
Doe dit:
Druk op [] en [].
Druk op [].
Druk op [].
Druk op [] en [].
Druk op [] of druk op
[SET].
Druk op [] en [].
Druk op [SET].
Druk op [].
Druk op [MENU].
2.
Druk op [MENU].
[MENU]
Instellingen
Tab
[SET]
[
][
][
][
]
Selectiecursor (toont het
momenteel ingestelde
item)
VOORBEREIDINGEN
46
6.
Voer één van de volgende handelingen uit om
de geconfigureerde instellingen toe te passen.
Om dit te doen:
Pas de instelling toe en
verlaat het menuscherm.
Pas de instelling toe en ga
terug naar de
functieselectie in stap 4.
Pas de instelling toe en ga
terug naar de tabselectie in
stap 3.
Voer deze toetsbediening uit:
Druk op [SET].
Druk op [].
1. Druk op [].
2. Gebruik [] om terug te
gaan naar de tabselectie.
Zie Menureferentie op pagina 182 voor meer informatie
aangaande menus.
3.
Druk op [] of [] om de gewenste tab te
selecteren en druk daarna op [SET] om de
selectiecursor van de tab naar de instellingen
te verplaatsen.
4.
Gebruik [] en []
om de functie te
selecteren waarvan u
de instelling wilt
configureren en druk
daarna op [].
In plaats van [] kunt u
ook op [SET] drukken.
5.
Gebruik [] en [] om de momenteel
geselecteerde instelling te veranderen.
Voorbeeld: om het REC
Mode item
(opnamefunctie)
te selecteren.
VOORBEREIDINGEN
47
BELANGRIJK!
Worden beelden opgenomen zonder eerst de
klokinstellingen te hebben geconfigureerd dan zal
incorrecte tijdinformatie worden geregistreerd. Zorg
ervoor de klokinstellingen te configureren voordat u
de camera gebruikt.
Ingebouwde ondersteuningsbatterij houdt de camera
instellingen voor de datum en tijd bij voor ongeveer
twee dagen als de camera niet van stroom wordt
voorzien. De instellingen voor de datum en tijd
worden gewist wanneer de ondersteuningsbatterij
leeg raakt. Hieronder volgen de condities wanneer
geen stroom wordt toegevoerd aan de camera.
Wanneer de batterijen leeg zijn of uit de camera
verwijderd zijn
Loskoppelen van de netadapter terwijl deze
gebruiks word tom de camera van spanning te
voorzien (zonder dat de batterijen ingelegd zijn).
Het instelscherm voor de datum en de tijd verschijnt
op het beeldscherm de volgende maal dat u de
camera inschakelt nadat de instellingen voor de
datum en tijd gewist zijn.
Mocht dit het geval zijn, configuur dan de instellingen
voor de datum en tijd opnieuw.
Maakt u een fout tijdens het instellen van de taal of
de klok met de volgende procedure, dan dient u het
menu van de camera te gebruiken om instellingen
van de taal (pagina 134) of de klok (pagina 129)
afzonderlijk te veranderen.
Configureren van de displaytaal en de
klokinstellingen
Zorg ervoor de volgende instellingen te configureren
voordat u de camera gebruikt om beelden mee op te
nemen.
Displaytaal
Thuisstad
Datumstijl
Datum en tijd
Merk op dat de huidige datum- en tijdinstellingen door de
camera gebruikt worden om de datum en tijd te genereren
die opgeslagen worden samen met de beelddata, enz.
VOORBEREIDINGEN
48
Configureren van de displaytaal en de
klokinstellingen
1.
Druk op de spanningstoets, op [ ] (REC) of
op [ ] (PLAY) om de camera in te schakelen.
2.
Gebruik [], [], [] en
[] om de gewenste
taal te selecteren en
druk dan op [SET].
: Japans
English : Engels
Français : Frans
Deutsch : German
Español : Spaans
Italiano : Italiaans
Português : Portugees
: Chinees (complex)
: Chinees (vereenvoudigd)
: Koreaans
3.
Gebruik [], [], [],
en [] om het
geografische gebied
te selecteren waar u
woont en druk daarna
op [SET].
4.
Gebruik [] en []
om de naam van stad
waar u woont te
selecteren en druk
dan op [SET].
5.
Gebruik [] en [] om de gewenste
zomertijdinstelling (DST) te selecteren en
druk dan op [SET].
Wanneer u dit wilt doen:
Houd de tijd bij d.m.v. de zomertijd
(DST = Daylight Saving Time)
Houd de tijd bij d.m.v. de standaard tijd
Selecteer deze
instelling:
On (aan)
Off (uit)
VOORBEREIDINGEN
49
7.
Stel de huidige datum
en tijd in.
Om dit te doen:
Verplaatsen van de cursor tussen
instellingen
Verander de instelling bij de huidige
plaats van de cursor
Overschakelen tussen de 12-uur en
de 24-uur tijdaanduiding.
Doe dit:
Druk op [] en [].
Druk op [] en [].
Druk op [DISP].
8.
Druk op [SET] om de instellingen te
registreren en verlaat daarna het
instelbeeldscherm.
6.
Gebruik [] en []
om de gewenste
instelling voor het
datumformaat en druk
daarna op [SET].
Voorbeeld: 24 december, 2004
Selecteer deze opmaak:
YY/MM/DD
DD/MM/YY
MM/DD/YY
Om de datum zo te tonen:
04/12/24
24/12/04
12/24/04
50
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Dit hoofdstuk beschrijft de basisprocedure voor het
opnemen van een beeld.
Opnemen van een beeld
Specificeren van de opnamefunctie
Uw CASIO digitale camera heeft drie opnamefuncties die
hieronder elk aan bod komen. Voordat u een beeld
opneemt dient u eerst de onderstaande procedure te
doorlopen om de van toepassing zijnde opnamefunctie te
selecteren.
(Snapshot Mode = snapshotfunctie)
Neem stilbeelden op met deze functie. Dit is de functie
die u gewoonlijk zult gebruiken voor het opnemen van
beelden.
(BESTSHOT Mode = beste shotfunctie)
Deze functie maakt het maken van de basisinstelling van
de camera net zo gemakkelijk als het selecteren van het
van toepassing zijnde voorbeelddécor. Selecteer
eenvoudigweg één van de 21 voorbeelddécors en de
camera zal automatisch geconfigureerd worden met de
instellingen die nodig zijn om een gelijksoortig beeld
(pagina 80) op te nemen.
(Movie Mode = filmfunctie)
Neem filmpjes (pagina 88) op m.b.v. deze functie.
1.
Druk op de spanningstoets of op [ ] (REC).
2.
Druk op [MENU] en selecteer de REC
(opname) tab m.b.v. [] en [].
3.
Selecteer REC Mode
(opnamefunctie) m.b.v.
[] en [] en druk dan
op [].
4.
Selecteer de gewenste
opnamefunctie m.b.v.
[] en [] en druk dan
op [SET].
De icoon (zoals “ ”) voor
de functie die u selecteerde
wordt aangegeven op het
beeldscherm.
1200
1200
1600
1600
NORMAL
NORMAL
99
99
04
04
/12
12
/24
24
12
12
:58
58
IN
Opnamefunctie icoon
53
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
3.
Zet het beeld op het
beeldscherm zo op dat
het hoofdonderwerp
zich binnen het
scherp-stelkader
bevindt.
Het scherpstelbereik van
de camera hangt af van
de scherpstelfunctie die u
gebruikt (pagina 69).
U kunt beelden opzetten m.b.v. ofwel het
beeldscherm ofwel de optische zoeker (pagina 56).
U kunt bij het gebruik van de optische zoeker voor
het opzetten van beelden de [DISP] toets gebruiken
om het beeldscherm uit te schakelen en op die
manier batterijspanning sparen (pagina 31).
Sluitertoets
Groene
bedrijfsindicator
4.
Druk de sluitertoets
halverwege in om op
het beeld scherp te
stellen.
Bij halverwege indrukken van de
sluitertoets stelt de autofocus
functie van de camera automatisch
scherp op het beeld en worden de
sluitersnelheid- en
lensopeningwaarden getoond.
U kunt controleren of
scherpgesteld is op het
beeld door naar het
scherpstel-kader te kijken
en met de groene
indicator.
Dat betekent dit:
Er is scherpgesteld op het
beeld.
Er is niet scherpgesteld op
het beeld.
Wanneer u dit ziet:
Groen scherpstelkader
Groene bedrijfsindicator
Rood scherpstelkader
Groene bedrijfsindicator knippert
Werking van de bedrijfsindicator en het
scherpstelkader
1200
1200
1600
1600
NORMAL
NORMAL
99
99
04
04
/12
12
/24
24
12
12
:58
58
IN
Scherpstelkader
54
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Opname voorzorgsmaatregelen
Open het batterijencompartimentdeksel nooit terwijl de
groene bedrijfsindicator aan het knipperen is. Doet u dit
toch dan zal niet enkel het huidige beeld verloren gaan
maar kunnen de reeds in het camerageheugen
opgeslagen beelden ook beschadigd raken en kan de
camera zelf defect raken.
Verwijder de geheugenkaart nooit terwijl een beeld
opgenomen wordt op de geheugenkaart.
TL-verlichting knippert met een frequentie die niet
waargenomen kan worden door het menselijk oog. Bij
gebruik van de camera binnenshuis terwijl TL-verlichting
aanstaat, kunt u bepaalde problemen ondervinden met de
helderheid of kleuren van de opgenomen beelden.
De camera stelt haar gevoeligheid automatisch bij aan de
hand van de helderheid van het onderwerp als Auto
(automatisch) is geselecteerd als de ISO
gevoeligheidsinstelling (pagina 93). Dit kan de oorzaak
vormen van statische storing bij beelden van relatief
slecht belichte voorwerpen.
5.
Na u ervan te hebben
overtuigd dat scherp is
afgesteld op het beeld,
drukt u de sluitertoets
geheel in om te gaan
opnemen.
Het aantal beelden dat in het geheugen kan worden
opgeslagen hangt af van de resolutie instelling die u
gebruikt (paginas 66, 67, 193).
Sluitertoets
55
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Aangaande autofocus
Autofocus heeft de neiging niet goed te werken als de
camera bewogen wordt tijdens het opnemen of bij het
opnemen van de onderstaande types onderwerpen.
Effen kleuren of onderwerpen met weinig contrast
Onderwerpen met sterk tegenlicht
Gepoetst metaal of andere helder reflecterende
voorwerpen
Jaloezieën (luxaflex) of andere patronen die zich
horizontaal repeteren.
Meervoudige beelden die zich op verschillende
afstanden van de camera bevinden
Onderwerpen op slecht verlichte plaatsen
Bewegende onderwerpen
Merk op dat een groene bedrijfsindicator en
scherpstelkader niet noodzakelijkerwijze garanderen dat
scherpgesteld is op het resulterende beeld.
Als de autofocus om één of andere reden de gewenste
resultaten niet produceert, probeer dan
scherpstelvergrendeling (pagina 74) of handmatige
scherpstelling (pagina 73)
De camera verhoogt haar gevoeligheid en gebruikt een
langzamere sluitersnelheid bij het opnemen van een
slecht belicht onderwerp terwijl Auto (automatisch) is
geselecteerd als de ISO gevoeligheidsinstelling (pagina
93). Daarom dient u zich voor per ongeluk bewegen van
de camera te behoeden als u de flitser uitgeschakeld
heeft (pagina 60).
Helder licht dat op de lesn valt kan er de oorzaak van zijn
dat beelden er flets uitzien. Dit komt vooral voor wanneer
beelden buiten in helder zonlicht worden opgenomen. Om
dit te voorkomen kunt u de lens met uw hand afschermen
tegen het felle licht.
56
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Aangaande het beeldscherm van de
opnamefunctie
Het tijdens de opnamefunctie (REC) op het beeldscherm
getoonde beeld is een vereenvoudigd beeld voor het
maken van een compositie. Het daadwerkelijke beeld
wordt opgenomen overeenkomstig de
beeldkwaliteitinstellingen die op dat moment geselecteerd
zijn bij uw camera. Het beeld dat in het bestandgeheugen
opgeslagen wordt heeft een veel betere resolutie en beter
detail dan het beeld van het schermbeeld tijdens de
opnamefunctie (REC).
Bepaalde niveaus van helderheid van het onderwerp
kunnen de respons van het beeldscherm tijdens de
opnamefunctie (REC) doen vertragen hetgeen statische
ruis veroorzaakt op het beeldscherm.
Een heel helder licht in het beeld kan er de oorzaak van
zijn dat er een verticale streep op het beeldscherm
verschijnt. Dit is een fenomeen eigen aan CCD
technologie dat bekend staat als verticale veeg en duidt
niet op een defect aan de camera. Merk op dat deze
verticale veeg niet opgenomen wordt in het beeld als het
een snapshot betreft maar wel bij een filmpje (pagina 88).
Gebruiken van de optische zoeker
U kunt batterijstroom uitsparen door het monitorscherm van
de camera uit te schakelen (pagina 31) en de optische
zoeker te gebruiken voor het componeren van beelden.
BELANGRIJK!
Het zichtbare kader dat door de zoeker wordt
getoond toont het beeld dat opgenomen zou worden
op een afstand van ongeveer 1 meter. Bij opnemen
van een onderwerp dat zich op een afstand van
minder dan 1 meter bevindt, zal het opgenomen
beeld lager zijn dan wat u kunt zien binnen het kader
van de zoeker.
Gebied dat
zichtbaar is in
de zoeker
Gebied dat opgenomen
wordt bij afstanden van
korter dan een meter
Optische zoeker
57
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Gebruiken van de zoom
Uw camera is uitgerust met twee types zoom: optische
zoom en digitale zoom.
Optische zoom
Het bereik van de optische zoomfactor is hieronder
aangegeven.
Optisch
zoomfactorbereik: 1X 3X
(1X tot 1,2X tijdens de macrostand)
1.
Schuif tijdens de
opnamefunctie (REC)
de zoomregelaar naar
links of naar rechts
om de zoomfactor te
veranderen.
Schuif de zoomregelaar in deze richting:
(Groothoek)
(Telefoto)
Om dit te doen:
Uitzoomen
Inzoomen
Zoomregelaar
Het beeldscherm wordt automatisch ingeschakeld
wanneer u de macrofunctie (Macro) of de
handmatige scherpstelfunctie (Manual Focus)
selecteert. Gebruik het beeldscherm altijd om
beeldcompositie uit te voeren voor deze functies.
58
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
2.
Neem het beeld op.
LET OP
De optische zoomfactor heeft ook invloed op de
lensopening.
Het wordt aanbevolen een statief te gebruiken om te
behoeden voor handbewegingen bij het gebruiken
van de telefotostand (inzoomen).
De optische zoom is uitgeschakeld tijdens het
opnemen van een film maar de digitale zoom werkt
wel. Let er op dat u de gewenste optische
zoominstelling selecteert voordat u op de sluitertoets
drukt om het opnemen van een filmpje te starten.
Wanneer u tijdens opname met de macrofunctie
(pagina 72) of handmatig scherpstellen (pagina 73)
een optische zoombewerking uitvoert, verschijnt een
waarde op het beeldscherm om u het
scherpstelbereik mee te delen.
InzoomenUitzoomen
Digitale zoom
De digitale zoom wordt geactiveerd nadat u de maximale
optische zoomfactor (3X) bereikt. Het vergroot het deel van
het beeld dat zich in het midden bevindt van het
beeldscherm. Het bereik van de zoomfactor is hieronder
gegeven.
Digitale zoomfactorbereik: 3X 12X
(in combinatie met de optische
zoom)
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer de REC (opname) tab m.b.v. []
en [].
3.
Selecteer de Digital Zoom (digitale zoom)
m.b.v. [] en [] en druk vervolgens op [].
4.
Selecteer On (aan) m.b.v. [] en [] en druk
vervolgens op [SET].
Door Off (uit) te selecteren.
59
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
5.
Schuif de zoomregelaar
naar (Telefoto)/
om de zoomfactor te
veranderen.
Wanneer de zoom de
maximale optische
zoomstand bereikt, stopt
hij even. Houd de
zoomregelaar ingedrukt
naar (telefoto)/
maat en de zoom
schakelt over naar
digitale zoom.
Door het overschakelen naar digitaal zoomen
verschijnt de zoomindicator op het monitorscherm.
De zoomindicator toont een benadering van de
huidige zoomfactor.
6.
Neem het beeld op.
Zoomindicator
Digitale zoomindicator
1X 3X 12X
Huidige zoomfactor
Optische zoom
Digitale
zoom
BELANGRIJK!
De digitale zoomfunctie werkt niet wanneer het
beeldscherm uitgeschakeld is (pagina 31).
Bij uitvoeren van een digitale zoombewerking
manipuleert de camera de beelddata om het midden
van het beeld te vergroten. In tegenstelling tot
optische zoom, ziet een beeld dat vergroot is met
digitale zoom er groffer uit dan het origineel.
60
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Gebruiken van de flitser
Voer de volgende stappen uit om de flitserfunctie te
selecteren die u wilt gebruiken.
Het geschatte effectieve bereik van de flitser is hieronder
gegeven.
Groothoek: 0,6 meter – 3,2 meter
(ISO gevoeligheid: automatisch)
Telefoto: 0,6 meter – 1,8 meter
(ISO gevoeligheid: automatisch)
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op [MENU].
2.
Druk op [] ( ) om de flitserfunctie te
selecteren.
Telkens bij indrukken van [] ( ) wordt naar de
volgende instelling van de flitserfunctie doorgegaan
zoals aangegeven in het beeldscherm hieronder.
Flitserfunctie indicator
[
] ( )
Om dit te doen:
Laat de flitser automatisch flitsen wanneer
dit nodig is (Auto Flash - automatisch
flitsen).
Schakel de flitser uit (Flash Off - Flitser uit).
Altijd flitsen (Flash On - flitser aan).
Voer een voorflits uit gevolgd door
beeldopname met flits, hetgeen het
gevaar op rode ogen in het beeld
reduceert (rode ogen-effect vermindering).
In dit geval flitst de flitser automatisch
wanneer dat nodig is.
Selecteer deze
instelling:
None (geen)
3.
Neem het beeld op.
61
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
BELANGRIJK!
De flitsereenheid van deze camera flists een aantal
malen bij het opnemen van een beeld. De
aanvankelijke flitsen zijn voorflitsen waarbij de
camera informatie inwint die nodig is voor de
belichtingsinstellingen. De laatste flits is voor het
opnemen. Zorg ervoor dat u de camera stil houdt
totdat de camera de sluiter ontspant.
Het beeld kan mogelijk niet worden opgenomen als u
op de sluitertoets drukt terwijl de rode
bedrijfsindicator knippert.
Door de flitser te gebruiken terwijl Auto
(automatisch) geselecteerd is als de ISO
gevoeligheidsinstelling wordt de gevoeiligheid
verhoogd waardoor grote hoeveelheden digitale ruis
in beeld kunnen verschijnen. U kunt de digitale ruis
reduceren door een lagere instelling voor de ISO
gevoeligheid te reduceren. Merk echter op dat dit
ook als nevenwerking het verkorten van het
flitserbereik (het bereik dat bestreken wordt door de
flitser) heft (pagina 93).
Aangaande vermindering van het rode ogen -
effect
Wanneer gebruik gemaakt van de flitser om s nachts of in
een slecht verlichte kamer op te nemen, kan dit rode
vlekken veroorzaken in de ogen van de mensen in beeld.
Dit gebeurt doordat het licht van de flitser weerkaatst tegen
het netvlies van de ogen. Wanneer rode ogen-effect
vermindering wordt geselecteerd als flitserfunctie, voert de
camera twee voorflitsen uit, de eerste om de iris in de ogen
van de mensen in beeld te doen sluiten en de tweede voor
werking van de autofocus. Deze twee voorflitsen worden
dan gevolgd door de flits die gebruikt wordt voor het
opnemen van het beeld.
BELANGRIJK!
Merk de volgende punten op voor rode ogen-effect
vermindering.
De functie voor de rode ogen-effect vermindering
werkt niet tenzij de mensen in beeld direct naar
de camera kijken tijdens de voorflits. Roep
voordat u op de sluitertoets drukt naar de
onderwerpen zodat ze allen naar de camera
kijken terwijl het voorflitsen wordt uitgevoerd.
De rode ogen-effect vermindering werkt niet goed
als de onderwerpen zich ver van de camera
bevinden.
62
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Veranderen van de flitssterkte instelling
Voer de volgende stappen uit om de flitssterkte instelling te
veranderen.
1.
Druk tijdens een opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer de REC (opname) tab m.b.v. []
en [].
3.
Selecteer de Flash Intensity (flitsintensiteit)
m.b.v. [] en [] en druk vervolgens op [].
4.
Gebruik [] en [] om de gewenste
instellingen te selecteren en druk daarna op
[SET].
BELANGRIJK!
De flitsintensiteit verandert mogelijk niet wanneer het
onderwerp zich te ver van of te dicht bij de camera
bevindt.
Flitsereenheid status
U kunt de huidige flitseenheid status opzoeken door de
sluitertoets halverwege in te drukken en het beeldscherm
en de rode bedrijfsindicator te checken.
*Rode bedrijfsindicator
Betekent dat:
Dat de flitseenheid aan het opladen is
Dat de flitseenheid klaar is om te flitsen
Wanneer de rode
bedrijfsindicator:
Klippert
Brandt
Rode bedrijfsindicator
*
De indicator wordt
ook in het beeldscherm
getoond wanneer de
flitser klaar is om de
flitsen.
Om dit te doen:
Flits met hoge intensiteit
Flits met normale intensiteit
Flits met lage intensiteit
Selecteer deze instelling:
Strong (Sterk)
Normal (Normaal)
Weak (Zwak)


Produkt Specifikationer

Mærke: Casio
Kategori: Digital kamera
Model: QVR 52

Har du brug for hjælp?

Hvis du har brug for hjælp til Casio QVR 52 stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig




Digital kamera Casio Manualer

Digital kamera Manualer

Nyeste Digital kamera Manualer