Roland ARX-03 BRASS Manual

Roland Sund ARX-03 BRASS

Læs nedenfor 📖 manual på dansk for Roland ARX-03 BRASS (61 sider) i kategorien Sund. Denne guide var nyttig for 9 personer og blev bedømt med 4.5 stjerner i gennemsnit af 2 brugere

Side 1/61

Gebruikershandleiding
Gebruikershandleiding
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘Het
apparaat op een veilige manier gebruiken’ en ‘Belangrijke opmerkingen’
(p.4, p. 6). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste
wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien kunt u de
gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te
krijgen van alles dat uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze
handleiding zodat u er later aan kunt refereren.
Copyright © 2009 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm
dan ook, zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION
gereproduceerd worden.
4
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over WAARSCHUWING en VOORZICHTIG opmerkingen Over de symbolen
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
5
Het apparaat mag niet geopend worden en interne
wijzigingen mogen niet uitgevoerd worden. (Behalve
wanneer in deze handleiding specifieke instructies
worden gegeven die opgevolgd dienen te worden om
door de gebruiker te installeren opties op hun plaats aan
te brengen. Zie p.8).
.................................................................................................
Probeer het product niet te repareren of onderdelen te
vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke
instructies in de handleiding worden gegeven). Voor alle
onderhoud gaat u naar een handelaar, een Roland
Service Centrum of een erkend Roland distributeur, die u
op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.
.....................................................................................................
Het apparaat mag nooit geïnstalleerd worden op
plaatsen die:
aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijvoor-
beeld direct zonlicht in een afgesloten voertuig,
dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte gener-
erende apparatuur) of die
vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes of
natte vloeren hebben) of
plaatsen waar stoom of rook kan optreden, of
die aan zout blootstaan, of
vochtig zijn of
aan regen onderhevig zijn, of
stoffig of zanderig zijn, of
aan een hoge mate van vibratie en schokken onderhevig zijn.
.....................................................................................................
In huishoudens met kleine kinderen dient een
volwassene toezicht te houden totdat het kind in staat is
de regels voor veilig gebruik van het product op te
volgen.
......................................................................................................
Bescherm het product tegen zware schokken.
(Laat het niet vallen!).
......................................................................................................
Voordat de ARX-03 wordt geïnstalleerd, moet u de
(Fantom-G6/G7/G8, Cakewalk VS-700R) altijd
uitschakelen en het netsnoer uit het stopcontact halen.
Installeer de uitbreidingskaart alleen in het gespecifi-
ceerde product (Fantom-G6/G7/G8, Cakewalk
VS-700R). Verwijder alleen de gespecificeerde
schroeven tijdens de installatie.
......................................................................................................
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
6
Belangrijke opmerkingen
Wanneer u de ARX-03 SuperNATURAL uitbreidingskaart van een
erkende Roland handelaar koopt, heeft u de bijbehorende geluiden
en samples onder licentie bij Roland Corporation, deze zijn niet aan
u verkocht, en bedoeld voor commercieel gebruik bij
muziekproductie, publieke uitvoeringen, uitzendingen, enz.
Het is u toegestaan alle bijgeleverde frases en/of samples voor een
commerciële of niet commerciële opname te gebruiken, zonder dat
u een extra vergoeding voor licentie hoeft te betalen. U dient zich
echter strikt te houden aan de volgende bonificatie richtlijnen wat
betreft muziek opnames waarin materiaal van de ARX-03 wordt
gebruikt.
Het reproduceren of dupliceren van deze collectie of elke
geluidsopname die de ARX-03 bevat, ofwel in de staat waarin deze
zich op de uitbreidingskaart bevinden, ofwel door opnieuw
formatteren, mixen, filteren, opnieuw synthetiseren, verwerken of
andersoortige bewerking voor gebruik in een ander product voor
wederverkoop, is strikt verboden zonder schriftelijke toestemming
van Roland. Het onbevoegd weggeven, ruilen, uitlenen, verhuren,
opnieuw uitgeven, opnieuw distribueren of wederverkopen van de
geluiden in de ARX-03 is ten strengste verboden.
Om kort te gaan: wees creatief met de toepassing van de ARX-03
geluiden, en houd deze bibliotheek alleen voor eigen gebruik. DEZE
MAG NIET GEKOPIEERD WORDEN.
Roland houdt voortdurend toezicht op de uitgave van andere
Soundware voor controle van auteursrecht overtredingen, en alle
piraterij en auteursrecht overtredingen worden geheel volgens de
wet vervolgd.
HET AUTEURSRECHT VAN DEZE BIBLIOTHEEK IS
GEGARANDEERD 100% BESCHERMD.
Plaatsing
Dit apparaat kan storingen in de ontvangst van radio en televisie
veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van dit soort
ontvangers.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit
apparaat op een redelijk niveau te houden (in het bijzonder laat op
de avond).
Wanneer het product verplaatst moet worden, verpakt u het in de
originele doos (met schokabsorberend materiaal), indien mogelijk.
Anders dient u soortgelijke verpakkingsmaterialen te gebruiken.
MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst naar een patent
portfolio dat zich bezig houdt met microprocessor architectuur,
ontwikkelt door Technology Properties Limited (TPL). Roland heeft een
licentie voor gebruik van deze technologie van de TPL groep.
7
Index
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN.. 4
Belangrijke opmerkingen ............................................ 6
De uitbreidingskaart in uw product installeren ............. 8
Installatie in uw product.........................................................9
Bevestiging na installatie......................................................11
De kaart uit het product verwijderen.....................................12
Installation de la carte d’expansion dans un appareil. 13
Installer la carte dans un appareil ........................................13
Retirer la carte de l’appareil.................................................16
Introductie ................................................................ 17
Hoofdkenmerken .................................................................17
ARX serie SuperNATURAL uitbreidingskaarten ..............17
Roland SuperNATURAL technologie ............................17
ARX-03 Brass............................................................18
De structuur van ARX-03 Brass.............................................19
Verschillende manieren voor het spelen van de ARX-03 ........20
Een solo spelen.........................................................20
Een sectie spelen.......................................................20
Een Patch creëren ..................................................... 23
Hoofdscherm .......................................................................23
Patch selectie en indicator..........................................23
Player Select instelling ...............................................24
Speler instellingen (Player Edit).............................................25
Een instrument selecteren (Inst/Level scherm).................25
Gevoel-instellingen (Feeling scherm) ............................26
Adem-instellingen (Breath scherm) ...............................27
Equalizer instellingen (EQ scherm)...............................28
Section instellingen (Section).................................................29
Speel instellingen (Section Style scherm).......................29
Toonhoogte instellingen (Tune/Key Shift scherm)...........30
Vibrato instellingen (Vibrato screen) ............................31
Volume balans instellingen (MIXER) ......................................31
Volume en pan instellingen (Level/Pan scherm).............31
Equalizer instellingen (EQ scherm) ..............................32
Effect instellingen (Effects).....................................................33
Effecten toepassen (Routing scherm) ............................33
Multi-effect instellingen (MFX scherm)...........................34
Multi-effect regeling (MFX Control scherm)....................35
Reverb instellingen (Reverb scherm).............................36
Controller toewijzingen (CONTROL) ......................................38
Bender instellingen (Bend/Hold scherm).......................38
Controller toewijzingen voor elke Patch
(Control Assign 1 scherm) ..........................................39
Controller toewijzingen voor individuele instrumenten
(Control Assign 2 scherm) ..........................................39
Een Patch initialiseren (Utility scherm) ...................................41
Een Patch opslaan (op de Fantom-G) ....................................41
Multi-effect Lijst ......................................................... 42
Multi-effect types..................................................................42
Multi-effect parameters ........................................................42
OVER Note ..........................................................................53
Specificaties.............................................................. 54
Index........................................................................ 55
8
De uitbreidingskaart in uw product installeren
Waarschuwingen bij de installatie
Voordat u de uitbreidingskaart (die hierna ‘de kaart’ genoemd zal
worden) installeert, dient u de procedure voor het installeren van
uitbreidingskaarten in de gebruikershandleiding van het product,
waarin u deze installeert zorgvuldig door te lezen.
Om schade aan interne componenten, die door statische elektriciteit
veroorzaakt kan worden, te vermijden, neemt u als u met de kaart aan
het werk gaat het volgende in acht:
Voordat u de kaart aanraakt, pakt u altijd eerst een metalen object
vast, zodat statische elektriciteit die u mogelijk bij u draagt
ontladen kan worden.
Houd de kaart alleen bij de randen vast. Raak de elektronische
componenten of aansluitingen niet aan.
Bewaar de zak, waarin de kaart oorspronkelijk is verpakt, en
bewaar de kaart daar in als deze vervoerd moet worden.
Raak de printplaten of aansluitpunten niet aan.
Gebruik geen overmatige kracht voor het installeren van een uitbrei-
dingskaart. Als deze de eerste keer niet goed lijkt te passen,
verwijdert u de kaart en probeert u het opnieuw.
Nadat de uitbreidingskaart geïnstalleerd is, controleert u uw werk een
tweede maal.
9
1. Zoals in de handleiding van uw product wordt
beschreven, opent u de ruimte waarin de
uitbreidingskaart geïnstalleerd zal worden.
2. Plaats de kaart op gelijke hoogte met de opening van
uw product, zoals in de illustratie wordt getoond.
3. Steek de kaart in de niet afsluitbare kaarthouders,
totdat u een klik hoort.
Installatie in uw product
Opening van het product
Kaart
(uitbreidingskaart)
Niet
afsluitbare houders
Afsluitbare houders
Roland logo Gaten voor de niet
afsluitbare houders
Pas de gaten van de
kaart in de houders
Aansluiting
van kaart
Aansluiting
van product
Kaart
Niet afsluitbare houders
10
4. Druk de kaart voorzichtig op zijn plaats.
5. Van bovenaf drukt u op de kaart op de drie locaties die
in de illustratie worden aangegeven, totdat de
afsluitbare kaarthouders op hun plaats klikken.
6. Controleer of de kaarthouders vergrendeld zijn.
7. Breng de installatie opening voor de uitbreidingskaart
in zijn oorspronkelijke staat terug.
Rand van de
kaart, waar het
logo is aangebracht
In de buurt van de
uitsparingen in de kaart
11
Nadat de uitbreidingskaart is geïnstalleerd, moet de volgende
procedure worden uitgevoerd om de installatie te bevestigen.
Deze installatie procedure hoeft alleen de eerste keer dat u het
apparaat aanzet, nadat de uitbreidingskaart is geïnstalleerd,
uitgevoerd te worden.
1. Zet het apparaat aan, volgens de aanwijzingen in de
gebruikershandleiding.
2. Als de uitbreidingskaart correct is geïnstalleerd, zal een
installatie bevestigingsscherm verschijnen.
Druk op de [F8] (Execute) knop om met de installatie te
beginnen.
* Het scherm dat hier wordt getoond is zichtbaar als de kaart in
de Fantom-G is geïnstalleerd.
Wanneer het installatie bevestigingsscherm niet verschijnt als
het apparaat voor de eerste keer wordt aangezet nadat de
uitbreidingskaart is geïnstalleerd, is de kaart mogelijk niet
correct geïnstalleerd. Controleer opnieuw of de kaart op
juiste wijze geïnstalleerd is.
Het kan vijf tot tien minuten duren, voordat de installatie is
voltooid.
Zet tijdens dit installatie proces nooit de stroom uit.
3. Wanneer het Power Off scherm verschijnt, dat aangeeft
dat de installatie is voltooid, zet u de stroom van het
apparaat uit en dan weer aan, volgens de
aanwijzingen in de gebruikershandleiding.
Hiermee is het installatie proces van de uitbreidingskaart
voltooid.
Bevestiging na installatie
12
1. Open, volgens de beschrijving in de gebruikers-
handleiding, de ruimte waarin de uitbreidingskaart is
geïnstalleerd.
2. Ontgrendel de afsluitbare kaarthouders.
3. Controleer of de twee afsluitbare kaarthouders
ontgrendeld zijn, trek de kaart dan voorzichtig omhoog
en maak het koppelstuk los.
4. Haal de kaart uit de niet afsluitbare houders los, en
verwijder de kaart.
De kaart uit het product
verwijderen
13
Installation de la carte d’expansion dans un appareil
Mises en garde relatives à l’installation
Avant d’installer cette carte d’expansion (la carte), il faut lire atten-
tivement la procédure d’installation des cartes d’expansion décrite
dans le guide d’utilisation de l’appareil dans lequel la carte sera
installée.
Veuillez suivre attentivement les instructions suivantes quand vous
manipulez la carte afin d’éviter tout risque d’endommagement des
pièces internes par l’électricité statique.
Toujours toucher un objet métallique relié à la terre avant de
manipuler la carte pour vous décharger de l’électricité statique que
vous auriez pu accumuler.
Lorsque vous manipulez la carte, la tenir par les côtés. Évitez de
toucher aux composants ou aux connecteurs.
Conservez le sachet d’origine dans lequel était la carte lors de
l’envoi et remettez la carte dedans si vous devez la ranger ou la
transporter.
Ne pas toucher aux circuits imprimés ou aux connecteurs.
Ne jamais forcer lors de l’installation de la carte de circuits imprimés.
Si la carte s’ajuste mal au premier essai, enlevez la carte et recom-
mencez l’installation.
Quand l’installation de la carte de circuits imprimés est terminée,
revérifiez si tout est bien installé.
1. Suivre les instructions données dans le guide
d’utilisation de l’appareil pour dégager la fente où la
carte d’expansion doit être installée.
2. Orienter la carte de façon à ce qu’elle s’aligne avec la
vente de l’appareil, comme le montre l’illustration.
Installer la carte dans un appareil
Fente de l’appareil
Carte
(carte d’expansion)
Supports non bloqués
Supports bloqués
Logo Roland Trous de retenue des
supports non bloqués
14
3. Insérer la carte dans les supports non bloqués jusqu’à
ce qu’un clic se fasse entendre.
4. Abaisser la carte délicatement.
Aligner les trous de la
carte et les supports
Connecteur
de la carte
Connecteur
de l’appareil
Carte
Supports non bloqués
15
5. Appuyer sur la carte aux trois points indiqués sur
l’illustration jusqu’à ce que les supports se bloquent en
place.
6. S’assurer que les supports de carte sont bien bloqués.
7. Suivre les instructions données dans le guide
d’utilisation et vérifier que la carte d’expansion est
installée correctement.
Bord de la carte
où se trouve le logo
Près des découpes
de la carte
17
Introductie
De ARX serie SuperNATURAL uitbreidingskaarten vertegenwoor-
digen een verdere evolutie in Roland’s lijn van uitbreidingen, welke
begon met de SR-JV80 serie en SRX serie – een geheel nieuw type
uitbreidingskaart. SuperNATURAL biedt natuurlijke, uitermate expres-
sieve geluiden en effecten, samen met een speciaal daarvoor
bestemde grafische gebruikersinterface, hetgeen samenkomt in een
uitgebreide toepassingsomgeving, die een onovertroffen mate van
expressieve speelbaarheid en personalisatie biedt.
Roland’s eigen geluidsgeneratie technologie die de klankverande-
ringen en uitvoeringstechnieken die kenmerkend zijn voor een akoes-
tisch instrument op realistische wijze reproduceert, zodat u muziek
kunt uitvoeren die natuurlijk en uitermate expressief klinkt.
Hoofdkenmerken
ARX serie SuperNATURAL
uitbreidingskaarten
Roland SuperNATURAL technologie
18
Brass (koper) geluiden van hoge kwaliteit
met gebruik van SuperNATURAL
technologie
Het ARX-03 Brass uitbreidingskaart gebruikt SuperNATURAL techno-
logie voor het voortbrengen van hoge kwaliteit koperinstrument
geluiden en nieuwe, meer intuïtieve bewerkingsmogelijkheden.
Verscheidene expressieve uitvoeringskenmerken van koper instru-
menten die op een toetsenbord moeilijk te spelen waren, kunnen nu
zonder speciale handelingen gereproduceerd worden, en met een
realistische klank op expressieve wijze gespeeld worden.
Kopersecties met zes spelers creëren met
het nieuwe ‘Section’ onderdeel.
Behalve het solo spelen van elk instrument kunt u het Section
onderdeel gebruiken om blazerssecties bestaande uit maximaal zes
‘spelers’ te creëren. Met deze functie kan de uitvoering van elke
speler in de sectie gebruikmaken van de onderscheidende karakteri-
stieken van het gebruikte instrument. Behalve het specificeren van het
type en de volumebalans van elk instrument, kunt u ook instellingen
voor het karakter van elke speler maken, zoals de nauwkeurigheid en
persoonlijkheid van de uitvoering.
Dit is fundamenteel anders dan de conventionele methode van het
‘geluiden selecteren’. Het is een nieuwe vorm van bewerking
waarmee hoge kwaliteit koperinstrument geluiden geproduceerd
kunnen worden door het creëren van uw eigen blazerssectie.
Stereo Reverb van de Fantom-G
In de ARX-03 zijn drie types Reverb van de Fantom-G ingebouwd.
Deze prachtige weerkaatsing zal de verbazingwekkende koper-
blazers geluiden nog verder verbeteren.
Multi-effecten, die aan de vereisten van
diverse muzikale stijlen tegemoetkomen
De ARX-03 bevat vijftien multi-effecten, die voor koperblazers
geluiden zijn geoptimaliseerd. Hieronder valt ook een Lo-Fi effect,
waarmee het ‘Oldies’ geluid van de jaren zestig verkregen kan
worden. Een comp/limiter, die in rock stijlen wordt gebruikt,
verbetert de dynamiek van het geluid, en meerdere Delays die
bijzonder effectief zijn voor solo uitvoeringen.
ARX-03 Brass
19
Basis structuur
De ARX serie van SuperNATURAL uitbreidingskaarten ontvangt
uitvoeringsdata en besturing van een apparaat dat de ARX serie
ondersteunt, produceert geluid in respons op deze data, en verzendt
het als een stereo geluidssignaal naar het ondersteunende apparaat.
De ARX serie ondersteunt maximaal zestien parts, maar het ARX-03
Brass product is met slechts één part ontworpen.
Player
De ‘Player’ is de kleinste eenheid van geluid op de ARX-03 Brass.
Voor elke speler kunt u een instrument van acht types selecteren,
zoals een trompet, trombone of sax.
* De ARX-03 Brass kan maximaal zes spelers tegelijkertijd gebrui-
ken.
Patch
Instellingen voor zes spelers, MFX (multi-effect) instellingen, en Reverb
instellingen kunnen collectief als een ‘Patch’ worden opgeslagen.
De ARX-03 Brass bevat vijftig van dit soort Patches.
* Als de ARX-03 in een Fantom-G is geïnstalleerd, wordt de Patch
data in het Fantom-G project opgeslagen.
* Als u de ARX-03 in een Fantom-G6/G7/G8 heeft geïnstalleerd,
zal een Factory Reset voor de Fantom-G6/G7/G8 de
uitbreidingskaarten op hun fabrieksinstellingen terugzetten.
.
De structuur van ARX-03 Brass
PLAYER 06
MFX
ARX-03 Brass
EQ
Feeling
Naar ARX compatibel apparaat
(Geluidssignaal)
Van ARX compatibel apparaat
(Uitvoeringsdata)
Patch 50
Patch 01
PLAYER 01
Inst
REVERB
MIXER / MASTER EQ
20
Door de Player select parameter (p. 24) op een specifieke speler van
1 tot 6 in te stellen, kunt u een solo voor de gespecificeerde speler
spelen. Als u solo speelt, kan het gevoel van adem, dat kenmerkend
is voor blaasinstrumenten, worden uitgedrukt.
Door de Player select parameter (p. 24) op ‘ALL’ in te stellen, kunt u
een sectie uitvoering spelen, die uit maximaal zes spelers bestaat. De
ARX-03 verdeelt de noten automatisch over de zes spelers, volgens
de noten die u op het toetsenbord speelt, zodat u de blazerssectie
zelf kunt nabootsen.
Voor het spelen van een sectie kunt u uit één van de twee uitvoerings-
modes kiezen.
* Voor details over het afwisselen tussen uitvoeringsmodes kijkt u
bij ‘Player instellingen (Player Edit)’ (p.25).
* Unisono mode (p.21)
* Stack mode (p.22).
Verschillende manieren voor het spelen van de ARX-03
Een solo spelen Een sectie spelen
21
Unisono mode
Als u een enkele toets of meerdere toetsen gelijktijdig met een
ensemble instelling van vier spelers speelt, worden de verscheidene
instrumenten als volgt toegewezen.
Als u individuele noten speelt
Alle toegewezen instrumenten klinken op dezelfde toonhoogte. Elk
instrument klinkt binnen een octaaf dat daarvoor geschikt is.
Als u meerdere noten gelijktijdig speelt
Elk instrument wordt automatisch aan een gespeelde noot toege-
wezen.
Eenheden van instrumenten die automatisch aan een noot die u speelt
worden toegewezen, worden een groep genoemd.
Voorbeeld: als u twee noten speelt
Voorbeeld: als u drie noten speelt
22
Stack mode
Hiermee kunt u elk instrument opeenvolgend stapelen in de volgorde
die u met ‘Playing settings (Section Style scherm)’ (p.29) heeft gespe-
cificeerd.
Met gebruik van deze mode kunt u de bel geluiden die door een
koperblazers ensemble worden gespeeld simuleren.
Als u individuele noten speelt
Alleen het eerste instrument zal klinken.
Als u ook een tweede noot speelt…
Het eerste instrument blijft klinken, en het tweede instrument wordt
toegevoegd.
Als u aanvullend een derde en vierde noot speelt…
De geluiden van het derde en vierde instrument zullen opeenvolgend
gestapeld worden.
1
12
1234
23
Een Patch creëren
Dit scherm wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het selecteren van
Patches. Door de Player Setting te veranderen kunt u afwisselen
tussen het spelen van de sectie (ALL) of het spelen van een solo (1-6).
Patch selectie en indicator
Verplaats de cursor naar Patch Number/Name en verander de
waarde om een Patch te selecteren (001-050).
fig.01-004.eps
De indicators tonen de volgende informatie:
*1 Deze instelling kan niet in het hoofdscherm worden veranderd. U
kunt dit in het ‘Playing settings (Section Style scherm)’ (p.29)
aanpassen.
Deze parameters kunnen met gebruik van een gespecificeerde
controller bestuurd worden (p.39).
*2 Deze instelling kan niet in het hoofdscherm worden veranderd. U
kunt dit in het ‘Applying effects (Routing scherm)’ (p.33)
aanpassen.
Hoofdscherm
PATCH nummer/naam
3
2
5
4
1
6 7
Nr. Indicator Omschrijving
1 L/R niveau indicator Links/rechts niveaus van het geluid.
2 Speler indicator De spelers die op dat moment spelen zijn
verlicht.
3 Sectie groep indicator De indicators zijn verlicht op dezelfde hoogte
voor spelers binnen dezelfde groep.
4Sectie Play Mode
indicator Play mode status *1
5 Variatie indicator Uitvoeringsvariatie status *1
6 MFX schakelaar Zet het multi-effect aan/uitt *2
7 Reverb schakelaar Zet Reverb aan/uit *2
25
In de Player Edit schermen kunt u een Patch creëren door een
instrument voor de speler te kiezen, en de nauwkeurigheid (Stability)
en persoonlijkheid (Personality) van de uitvoerende te specificeren,
net alsof u een producent bent die instructies geeft aan een
muzikant, die een blaasinstrument bespeelt, of een koper ensemble.
Een instrument selecteren
(Inst/Level scherm)
In dit scherm kunt u uit acht instrument types en variaties kiezen.
Huidige speler (PLAYER 1–PLAYER 6)
Geeft het nummer van de op dat moment geselecteerde speler aan.
* Bij solo uitvoeringen wordt dit niet getoond.
*1 Dit wordt niet getoond voor solo uitvoeringen
Speler instellingen (Player Edit)
Huidige speler
Op de Fantom-G
van hoofdscherm
F3>F3
Parameter Waarde Omschrijving
Inst Type
Trompet,
gedempte trompet,
bugel, trombone,
sopraan sax, alt sax,
tenor sax,
bariton sax
Selecteert één van acht
instrument types.
Inst Number
Beschikbare
waardes verschillen,
afhankelijk van het
geselecteerde
instrument type.
Selecteert een variatie van het
met Inst Type geselecteerde
instrument
Play/Standby PLAY, STANDBY Zet het geluid van elke speler
aan/uit *1
Inst Level 0-127 Past het volume van elk
instrument aan.
Inst Pan L64-63R Past de pan van elk instrument
aan.
27
Adem-instellingen (Breath scherm)
Hier kunt u de klank aanpassen door instellingen te maken die
kenmerkend zijn voor blaasinstrumenten, zoals ‘Growl’ (grom) (als
een sax instrument is geselecteerd), ‘Turbid’ (troebelheid) (als
trompet, gedempte trompet, bugel of trombone is geselecteerd), en
‘Noise’ (ruis).
fig.02-001.eps
Grom (Grom gevoeligheid)
Dit past het volume van de onderscheidende nuance (grom) aan, dat
optreedt als er hard op een sax wordt geblazen.
Met een waarde van 0
De hoeveelheid grom aan het begin van elke noot is minimaal.
Met de maximale waarde
Het begin van elke noot heeft de maximale hoeveelheid grom.
Hoe sterker u het toetsenbord bespeelt, hoe sterker dit effect zal zijn.
Troebel (Turbidity)
Dit past het volume van de onderscheidende nuance (troebel) aan,
die optreedt als er zacht op een trompet of trombone wordt
geblazen.
Met een waarde van 0
De hoeveelheid troebel aan het begin van elke noot is minimaal.
Met de maximale waarde
Het begin van elke noot heeft de maximale hoeveelheid troebel. Hoe
zachter u het toetsenbord bespeelt, des te sterker dit effect zal zijn.
Ruis (hoeveelheid Breath Noise)
Hiermee wordt de hoeveelheid ademruis voor elk instrument
aangepast.
Met een waarde van 0
De hoeveelheid ademruis is minimaal.
Met de maximale waarde
De maximale hoeveelheid ademruis is hoorbaar.
Parameter Waarde Omschrijving
Growl 0–127
Past de hoeveelheid grom voor sterk
gespeelde noten van elk instrument aan
(geldig voor sopraan sax, alt sax, tenor sax
en bariton sax).
Turbid 0–127
Past de troebelheid (turbidity) voor zacht
gespeelde noten van elk instrument aan
(geldig voor trompet, gedempte trompet,
bugel en trombone)
Noise 0–127 Past de hoeveelheid breath noise
(ademgeruis) voor elk instrument aan.
Van hoofdscherm
F3>F5 (op de
Fantom-G)
28
Equalizer instellingen (EQ scherm)
Hier kunnen de equalizer instellingen voor elk instrument worden
aangepast.
fig.signal-flow.eps
Instellingen voor elke Patch
Van hoofdscherm
F3>F6 (op de
Fantom-G)
Parameter Waarde Omschrijving
Play/Standby PLAY, STANDBY Zet het geluid van elke
speler aan/uit.
Low Freq 200, 400 Hz Middenfrequentie van de
lage reeks
Mid Freq
200, 250, 315, 400, 500,
630, 800, 1000, 1250, 1600,
2000, 2500, 3150, 4000,
5000, 6300, 8000 Hz
Middenfrequentie van de
middenreeks
High Freq 2000, 4000, 8000 Hz Middenfrequentie van de
hoge reeks
Low Gain -15–+15 dB Hoeveelheid boost/cut
voor de lage reeks
Mid Gain -15–+15 dB Hoeveelheid boost/cut
voor de middenreeks
Mid Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0
Breedte van de
middenreeks.
Hogere waardes maken de
breedte smaller.
High Gain -15–+15 dB Hoeveelheid boost/cut
voor de hoge reeks.
EQ Switch BYPASS, ON Zet de EQ aan/uit.
31
Vibrato instellingen (Vibrato screen)
Hier kunnen instellingen voor het vibrato worden gemaakt.
.
Instellingen voor elk instrument
Instellingen voor elke Patch
Volume en pan instellingen (Level/Pan scherm)
Hier kunnen de volume en pan instellingen voor elk instrument
worden gemaakt.
Instellingen voor elk instrument
Parameter Waarde Omschrijving
Play/Standby PLAY, STANDBY Zet het geluid van elke speler
aan/uit.
Inst Vibrato Depth 0–127 Past de vibrato diepte aan.
Parameter Waarde Omschrijving
Vibrato Rate 0–127 Past de vibrato snelheid aan.
Vibrato Delay Time 0–127 Past de vertragingstijd totdat
het vibrato toegepast begint te
worden aan.
Vibrato Depth 0–127 Past de vibrato diepte aan.
Van hoofdscherm
F4>F5 (op de
Fantom-G)
Volume balans instellingen (MIXER)
Parameter Waarde Omschrijving
Play/Standby PLAY, STANDBY Zet het geluid van elke speler aan/uit.
Output Assign DRY, MFX
Selecteert of het originele signaal zonder
verdere verwerking uitgevoerd zal
worden, of via MFX.
DRY:
Uitvoer zonder verdere verwerking.
MFX:
Uitvoer via multi-effect.
Reverb Send
Level 0–127 Specificeert het niveau van het signaal dat
naar het Reverb effect wordt gestuurd.
Inst Pan L64–63R Past de pan van elk instrument aan.
Inst Level 0–127 Past het volume van elk instrument aan.
Van hoofdscherm
F5>F3 (op de
Fantom-G)
32
Equalizer instellingen (EQ scherm)
Hier kunnen de equalizer instellingen voor elk instrument worden
aangepast.
fig.signal-flow.eps
Instellingen voor elk instrument
MASTER instellingen (instellingen voor elke Patch)
Parameter Waarde Omschrijving
Play/Standby PLAY, STANDBY Zet het geluid van elke
speler aan/uit.
High Freq 2000, 4000, 8000 Hz Middenfrequentie van de
hoge reeks.
High Gain -15-–+15 dB Hoeveelheid boost/cut voor
de hoge reeks.
Mid Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0
Breedte van de
middenreeks.
Hogere waardes maken de
breedte smaller.
Mid Freq
200, 250, 315, 400, 500,
630, 800, 1000, 1250, 1600,
2000, 2500, 3150, 4000,
5000, 6300, 8000 Hz
Middenfrequentie van de
middenreeks.
Op de Fantom-G
Van hoofdscherm
F5>F4
Mid Gain -15–+15 dB Hoeveelheid boost/cut van
de middenreeks.
Low Freq 200, 400 Hz Middenfrequentie van de
lage reeks.
Low Gain -15–+15 dB Hoeveelheid boost/cut voor
de lage reeks.
EQ Switch BYPASS, ON Zet de EQ aan/uit.
Parameter Waarde Omschrijving
MASTER EQ Switch BYPASS, ON Zet de EQ aan/uit.
MASTER Low Freq 200, 400 Hz Middenfrequentie van de
lage reeks.
MASTER High Freq 2000, 4000, 8000 Hz Middenfrequentie van de
hoge reeks.
MASTER Low Gain -15–+15 dB Hoeveelheid boost/cut voor
de lage reeks.
MASTER High Gain -15–+15 dB Hoeveelheid boost/cut voor
de hoge reeks.
Master Level 0–127 Past het volume van de
gehele Patch aan.
MASTER Pan L64–63R Past de pan van de gehele
Patch aan.
Parameter Waarde Omschrijving
33
Effecten toepassen (Routing scherm)
Hier kunnen multi-effect (MFX) en Reverb instellingen worden
gemaakt.
Signaalstroom
Effect instellingen (Effects)
Op de Fantom-G
Van hoofdscherm
F6>F3
Reverb zend niveau
Inst Pan
EQ
Inst
Level Output
Assign
DRY
MFX
naar Reverb
naar MFX
naar Out
Parameter Waarde Omschrijving
Inst Level 0–127 Past het volume van elk instrument
aan.
Output Assign DRY, MFX
Selecteert of het originele signaal
zonder verdere verwerking
uitgevoerd zal worden, of via MFX.
DRY: Uitvoer zonder verdere
verwerking.
MFX: Uitvoer via multi-effect.
Reverb Send Level 0–127 Specificeert het niveau van het
signaal dat naar het Reverb effect
wordt gestuurd.
MFX Switch OFF, ON Zet het multi-effect aan/uit.
MFX Type 00 (THRU),
01–15
Selecteert het multi-effect type.
Voor details over elk type kijkt u bij
‘Multi-effect lijst’ (p.42).
MFX Output Level 0–127 Specificeert het volume van het geluid
dat door het multi-effect is gegaan.
MFX Reverb Send
Level 0–127
Specificeert de hoeveelheid Reverb
die op het geluid dat door het multi-
effect is gegaan wordt toegepast.
Zet dit op 0 als u geen Reverb wilt
toepassen.
Reverb Switch OFF, ON Zet de Reverb aan/uit.
Reverb Type
0 (OFF),
1 (ROOM),
2 (HALL),
3 (PLATE),
4 (STUDIO),
5 (CHURCH),
6 (SRV ROOM),
7 (SRV HALL),
8 (SRV PLATE)
Selecteert het type Reverb
Voor details over elk type, zie ‘Reverb
instellingen (Reverb scherm)’ (p.36).
Reverb Level 0–127 Specificeert het volume van het geluid
waarop Reverb is toegepast.
34
Multi-effect instellingen (MFX scherm)
In het Effects/MFX scherm kunnen de multi-effect parameters worden
bewerkt.
In dit scherm kunt u gedetailleerde instellingen maken voor het multi-
effect dat met ‘MFX Type’ is geselecteerd (p.34). Meer over
parameters die u kunt bewerken vindt u in de ‘Multi-effect Lijst’
(p.42).
Voor details over Control Assign 1-4 kijkt u bij ‘Multi-effect control
(MFX Control scherm)’ (p.35).
Van Hoofdscherm
F6>F4
(op de Fantom-G)
Parameter Waarde Omschrijving
MFX Type 00 (THRU), 01–15 Selecteert het type multi-effect.
Voor details over elk type, zie
‘Multi-effect Lijst’ (p.42).
MFX Switch OFF, ON Zet het multi-effect aan/uit.
Control
Assign 1–4 Depends on the MFX Type
Met multi-effect regeling kunt u
MIDI berichten gebruiken om
de parameters van het multi-
effect te besturen.
36
Reverb instellingen (Reverb scherm)
In het Effects/Reverb scherm kunt u het type Reverb, en de manier
waarop het klinkt specificeren.
Van Hoofdscherm
F6>F6
(op de Fantom-G)
Parameter Waarde Omschrijving
Reverb Type
00 (OFF),
01 (ROOM),
02 (HALL),
03 (PLATE),
04 (STUDIO),
05 (CHURCH),
06 (SRV ROOM),
07 (SRV HALL),
08 (SRV PLATE)
Reverb type
Reverb Switch OFF, ON Zet de Reverb aan/uit.
Type: 1 (ROOM)/ 4 (STUDIO)
Pre Delay 0–100 ms Delay tijd van het originele
geluid totdat de Reverb hoorbaar
wordt.
Time 0.1–3.0 sec. Tijd waarbinnen het Reverb
geluid wegsterft.
Low Damp Freq 20–1000 Hz Frequentie waaronder de lage
reeks van het Reverb geluid
gedempt zal worden.
Low Damp 1–100% Hoeveelheid afzwakking voor LF
Damp
(100%: geen effect)
High Damp Freq 1000–10000 Hz Frequentie waarboven de hoge
reeks van het Reverb geluid
gedempt zal worden.
High Damp 1–100% Hoeveelheid afzwakking voor
HF Damp
(100%: geen effect)
High Cut Freq 1000–10000 Hz
Frequentie waarboven de hoge
reeks van het uiteindelijke
uitvoergeluid afgekapt zal
worden.
Type: 2 (HALL)/ 3 (PLATE)/5 (CHURCH)
37
Pre Delay 0–100 ms Delay tijd van het originele
geluid tot de Reverb hoorbaar
wordt.
Time 0.1–6.0 sec. Tijd waarbinnen het Reverb
geluid wegsterft.
Low Damp Freq 20–1000 Hz Frequentie waaronder de lage
reeks van het Reverb geluid
gedempt zal worden.
Low Damp 1–100% Hoeveelheid afzwakking voor LF
Damp
(100%: geen effect)
High Damp Freq 1000–10000 Hz Frequentie waarboven de hoge
reeks van het Reverb geluid
gedempt zal worden.
High Damp 1–100 % Hoeveelheid afzwakking voor
HF Damp
(100%: geen effect)
High Cut Freq 1000–10000 Hz
Frequentie waarboven de hoge
reeks van het uiteindelijke
uitvoergeluid afgekapt zal
worden.
Type: 6 (SRV ROOM)/ 7 (SRV HALL)/ 8 (SRV PLATE)
Pre Delay 0.0–100 ms Delay tijd van het originele
geluid, totdat de Reverb
hoorbaar wordt.
Time 0–127 Tijd waarbinnen het Reverb
geluid wegsterft.
Size 1–8 Grootte van kamer of zaal.
High Cut Freq 160 Hz–12500 Hz,
BYPASS
Frequentie waarboven de hoge
reeks van het uiteindelijke
uitvoergeluid afgekapt zal
worden
(BYPASS: no cut)
Density 0–127 Dichtheid van de weerkaatsing.
Parameter Waarde Omschrijving
Diffusion 0–127
Verandering in Reverb dichtheid
na bepaalde tijd.
Met hogere waardes zal het
geluid na een bepaalde tijd
compacter worden.
Dit is in het bijzonder merkbaar
bij langere Reverb tijden.
LF Damp Freq 50–4000 Hz Frequentie waarboven de lage
reeks van het Reverb geluid
gedempt zal worden.
LF Damp Gain -36–0 dB Hoeveelheid afzwakking voor LF
Damp
(0: geen effect)
HF Damp Freq 4000 Hz–12500
Hz
Frequentie waarboven de hoge
reeks van het Reverb geluid
gedempt zal worden
HF Damp Gain -36–0 dB Hoeveelheid afzwakking voor
HF Damp
(0: geen effect)
Parameter Waarde Omschrijving
38
Hier kunt u controllers toewijzen om tussen Unison mode en Stack
mode te schakelen of om tussen uitvoeringsvariaties af te wisselen.
U kunt bijvoorbeeld een pedaal gebruiken om tussen de Unison en
Stack mode te schakelen.
Bender instellingen (Bend/Hold scherm)
Hier kunt u de Bender reeks voor elk instrument specificeren.
.
Instellingen voor elk instrument
Instellingen voor elke Patch
Controller toewijzingen (CONTROL)
Parameter Waarde Omschrijving
Play/Standby PLAY,
STANDBY Zet het geluid van elke speler aan/uit.
Bend Range
Up 0–12
Specificeert de hoeveelheid toonhoogte
verandering voor BendUp
Deze instelling is in stappen van halve tonen
(geldig als Bender mode op ‘NORMAL’,
‘LOCK1’ of ‘LOCK2’ staat)
Van Hoofdscherm
F7>F3
(op de Fantom-G)
Bend Range
Down 0–12
Specificeert de hoeveelheid toonhoogte
verandering voor BendDown
Deze instelling is in stappen van halve tonen
(geldig als Bender mode op ‘NORMAL’,
‘LOCK1’ of ‘LOCK2’ staat)
Parameter Waarde Omschrijving
Bender Mode
NORMAL,
LOCK1,
LOCK2,
COMBI
Specificeert wat er gebeurt als u de Bender
bedient.
NORMAL: normale werking
LOCK1: Bend wordt alleen op de eerst
gespeelde toets toegepast.
LOCK2: Er wordt geen verandering
geproduceerd door de Bender in het midden
terug te zetten.
COMBI: In deze mode kunnen de subtiele
veranderingen in toonhoogte, kenmerkend voor
een koperinstrument, uitgedrukt worden.
De proportie van breath noise neemt toe als u de
Bender in de Down richting beweegt. Hiermee
kan het gevoel van adem aan het begin of eind
van een noot vrijelijk worden bestuurd.
Hold Mode NORMAL,
LEGATO,
ACCOMP
Schakelt de mode waarin het demper pedaal zal
werken.
NORMAL: werkt als een conventioneel demper
pedaal.
LEGATO: laat de huidig klinkende noot
doorklinken totdat de volgende noot wordt
gespeeld.
ACCOMP: Produceert een sostenuto-achtig
effect.
Parameter Waarde Omschrijving
39
Controller toewijzingen voor elke
Patch (Control Assign 1 scherm)
Hier kunnen uitvoeringscontrollers voor individuele Patches
toegewezen worden.
.
Controller toewijzingen voor
individuele instrumenten (Control
Assign 2 scherm)
Hier kunt u uitvoeringscontrollers voor individuele instrumenten
toewijzen.
In dit scherm kunnen volume en klank, vibrato en toonhoogte aan de
gewenste control change berichten worden toegewezen.
Hiermee kan een vloeiende verandering geproduceerd worden met
gebruik van voortdurende controllers zoals een expressie pedaal of
modulatie hendel.
Van Hoofdscherm
F7>F4
(op de Fantom-G)
Parameter Waarde Omschrijving
Staccato Controller
Assign
OFF,
CC1–CC95,
PITCH BEND,
AFTERTOUCH
Specificeert het nummer van de
controller die ‘Staccato’ aan zal
zetten.
Fall Controller
Assign
OFF,
CC1–CC95,
PITCH BEND,
AFTERTOUCH
Specificeert het nummer van de
controller die ‘Fall’ aan zal zetten.
Doit Controller
Assign
OFF,
CC1–CC95,
PITCH BEND,
AFTERTOUCH
Specificeert het nummer van de
controller die ‘Doit’ aan zal zetten.
Unison/Stack
Controller Assign
OFF,
CC1–CC95,
PITCH BEND,
AFTERTOUCH
Specificeert het nummer van de
controller die tussen Unison mode en
Stack mode zal schakelen.


Produkt Specifikationer

Mærke: Roland
Kategori: Sund
Model: ARX-03 BRASS

Har du brug for hjælp?

Hvis du har brug for hjælp til Roland ARX-03 BRASS stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig